Richard Hageman: Caponsacchi Synopsis

Richard Hageman: Biography
Richard Hageman: Caponsacchi
Richard Hageman: Caponsacchi Synopsis
Richard Hageman: At Movies


  • sl1-1
  • sl1-2
  • Caponsacchi Met Premiere program
  • Hageman, Richard Mishkin portrait

CAPONSACCHI

Composer: Richard Hageman
Libretto: Arthur Goodrich

The Metropolitan Opera House New York
United States Premiere

Caponsacchi...... Mario Chamlee
Pompilia......... Helen Jepson
Guido............ Lawrence Tibbett
Innocent XII..... Norman Cordon
Violante......... Doris DoeConti............ Wilfred Engelman
Governor......... Norman Cordon
Archbishop....... James Wolfe
Pietro........... John Gurney

Messenger........ Giordano Paltrinieri
Gherardi......... George Rasely
Margherita....... Anna Kaskas
Tommati.......... Louis D'Angelo
Venturini........ George Cehanovsky
Scalchi.......... Giordano Paltrinieri
Montini.......... James Wolfe
Giotto........... John Gurney
Melchior......... Max Altglass
Andrea........... Arnold Gabor
Innkeeper........ Louis D'Angelo
Servant.......... Giordano Paltrinieri
Guard............ George Cehanovsky
Marinetta........ Lucielle Browning

Act I Ballet arranged by George Balanchine
a) Tarantella: Kira Blanck, Rabana Hasburgh, Joseph Levinoff, American Ballet Ensemble
b) Adagio: Elise Reiman, Charles Laskey, Heidi Vosseler, American Ballet Ensemble
c) Valse: Leda Anchutina, William Dollar, Kathryn Mullowny, Daphne Vane, Lew Christensen, Douglas Coudy, American Ballet Ensemble

Conductor...............Richard Hageman
Director................Désiré Defrère
Choreographer...........George Balanchine

Opera van Richard Hageman naar het gelijknamige toneelstuk van Arthur Goodrich en Roze Palmer, gebaseerd op "The ring and the book" van Robert Browning; het betreft een historische rechtszaak, eind zeventiende eeuw in Italië; de namen van de hoofdpersonen zijn ongewijzigd; Paus Innocentius XII was 86 jaar oud toen hij in deze zaak de knoop doorhakte.

Text: Alexander Jansen/ René Seghers
Partners:Nederlands Muziek Instituut, Kröller-Müller Museum, Metropolitan Opera House New York, Archives
All photos: © 2013 Metropolitan Opera House New York, Archives

Download 401Concerts 3 met Caponsacchi

401COnc3Logo150De opname van ons derde 401NederlandseOperas concert van 29 mei 2016 in het Kröller-Müller Museum is downloadbaar via 401Concerts 3, met daarin naast de fragmenten uit Richard Hagemans Caponsacchi ook aria’s en duetten uit Jan van Gilse's Helga von Stavern,Daniël de Lange'Lioba, Cornelis Doppers De blinde van Casteel Cuillé, Gerard von Brucken Focks Jozal, Julius Röntgens Agnete en De lachende CavalierenJan Brandts Buys’ De kleermakers van Marken (Die Schneider von Schönau) en . Uit Caponsacchi voerden we Caponsacchi's 'We are but puppets' op en het centrale duet met Pompilia. Solisten waren tenor Denzil Delaere, sopraan Jolien De Gendt en pianist Pieter Dhoore.

Download historische opnamen uit Caponsacchi via Richard Hageman in Opera Film & Song.

SYNOPSIS

PROLOOG


Richard Hageman: Caponsacchi 'Overture'
San Franscisco Symphony Orchestra, Richard Hageman (conductor), September 24, 1940
MP3 Download DO201301

 
401COnc3Logo130401Concerts 3 (Video)
Download: € 7.99
401COnc3LogoAud130401Concerts 3 (Audio)
Download: € 7.99

 

Op een middag van de maand februari 1698 dient de zaak van Graaf Guido Franceschini tegen de priester Guiseppe Caponsacchi voor het pauselijke gerechtshof. De proloog speelt zich af in een zaal van het Vaticaan waar drie Pauselijke rechters in laatste instantie uitspraak zullen doen over deze bijzonder gecompliceerde moordzaak, waarin Guido beroep aantekent en Caponsacchi voor acht maanden in de ban wordt gedaan.

Het luidruchtigste deel van de Romeinse bevolking schreeuwt buiten om de vrijlating van Guido en om de dood van Caponsacchi. Melchior, Ciotti en Andrea, soldaten van de pauselijke garde wedden om de uitkomst van het geding. De kapitein van de garde, Montini, beveelt de soldaten, de verdachten te halen om voor de laatste keer door de rechtbank te worden gehoord. Vervolgens begroet hij de paus (Innocentius XII). In een zijvertrek heeft hij een zetel voor de paus klaargezet. Achter een gordijn zal hij de volledige zitting bijwonen, zonder dat rechters, verdachten en bewakers daarvan op de hoogte zijn. Hij kent alle stukken, maar hij wil alles persoonlijk aanhoren om zijn eigen mening te kunnen vormen. Van het geschreeuw buiten is hij in 't geheel niet onder de indruk.

CAPONSACCHI-Prologue-Epilogue

De verdachten zijn voorgeleid. Tommati, Venturini en de pauselijke rechters nemen zitting. Tommati sommeert Caponsacchi zijn verhaal te vertellen, maar deze zit er verslagen bij en wil niets toevoegen aan wat hij al heeft gezegd.

Graaf Guido krijgt het woord. Hij ontkent niet, dat hij zijn jonge vrouw, Pompilia, en haar ouders, Pietro en Violante, heeft gedood – maar wat moest hij anders? Zijn vrouw was overspelig met de priester, en wat zijn schoonouders aangaat was het noodweer. Caponsacchi protesteert; hij zal zijn visie op het gebeurde geven. (Die wordt vertoond in de komende drie akten. De epiloog speelt zich opnieuw af in de pauselijke rechtszaal.)

EERSTE AKTE

Het is begin maart 1697. Arezzo viert carnaval (voor de 'Carneval music' zie MP3 Download DO201301). Een menigte zingt en danst door de nacht. Een bode bericht over twee vreemde gasten (dat zijn Caponsacchi en zijn vriend Conti, vermomd als waarzeggers) en de menigte volgt hem.

Guido en de gouverneur, beide gemaskerd, komen op. Zij hebben het over een geldschat die Guido weigert terug te geven aan zijn schoonouders. Als zij dood zijn, zou ook de rest van hun geld van Rome naar Arezzo vloeien en voor de gouverneur zou er dan zeker wat overschieten. Deze maant Guido geduld te hebben, zijn vrouw Pompilia is immers jong en mooi? Maar Guido is zelf niet meer zo joug, hij wil leven van het geld en de tamme, onschuldige, smakeloze schoonheid van zijn vrouw staat hem tegen. Pietro en Violante, Pompilia's ouders, komen op en treffen hun schoonzoon en de gouverneur die onmiddellijk weer zijn masker opzet. Guido is allerminst rouwig om hun voornemen naar Rome terug te keren, maar op de eis om hun geld ontsteekt hij in heftige woede. "Dan moeten wij als bede1aars terug naar Rome," zegt Violante.

De menigte komt weer op en vraagt ruimte voor de waarzeggers. Gherardi, een jonge edelman, herkent Caponsacchi en Conti niet eens, zo wonderlijk zijn ze uitgedost. Caponsacchi zingt een vrolijk lied (met een ernstige ondertoon: 'Wij zijn slechts poppen in een spel') [Download de 'Puppet song' met tenor Denzil Delaere via 401Concerts 3 download;; een fragment uit dit duet treft u in beneden staande videotrailer van 401Concerts 3 aan). Pietro en Violante komen op; zij zoeken de gouverneur en willen dat recht geschiedt. "De gouverneur en recht zijn nog nooit samen aangetroffen," profeteert waarzegger Caponsacchi. Pietro vertelt hem over het huwelijk van hun dochter met Guido en over de geldkwestie. Caponsacchi werpt zijn beurs naar Violante en op deze manier aangespoord werpt ook de menigte haar geld toe . "Ik zal je terug betalen," roept Pietro. "Stuur het maar aan Caponsacchi voor Arezzo's armen," antwoordt de waarzegger. Juist op dat moment verschijnt de aartsbisschop. Caponsacchi zoekt hij overal tevergeefs om hem over zijn bevordering en aanstaande vertrek naar Rome te berichten. Gherardi daagt de waarzeggers uit: "Waar is Caponsacchi?" Geheel in stijl profeteert de waarzegger de plaats waar Caponsacchi zal verschijnen en de menigte gaat alvast die kant uit. Nu pas herkent Gherardi beide priesters. Caponsacchi vraagt hem wat hij weet over het geld van Graaf Guido. "Allemaal waar", zegt Gherardi. "Hij is nog wel een neef van mij", voegt Conti eraan toe.

Andermaal komen Pietro en Violante op. Zij zijn bang, ze worden achtervolgd door een man in een zwarte mantel. Caponsacchi geeft Gherardi opdracht voor paard en wagen te zorgen en hen veilig naar Rome te laten vertrekken. Nauwelijks is hij weg, of Guido blijkt zijn schoonouders op de hielen te zitten. Caponsacchi en Conti versperren hem de weg - de eerste confrontatie. Gherardi meldt de veilige aftocht van het stel. Guido herkent zijn neef Conti en ontmaskert Caponsacchi

Lawrence-Tibbett-as-Guido-Franceschin

Gherardi noemt Guido de gevaarlijkste tegenstander in Arezzo. Bij Caponsacchi ontwaakt een hevig medelijden met diens jonge vrouw . De twee priesters leggen hun vermomming af en gaan huns weegs, evenals Gherardi. Uit een gesprek van Guido met Margherita blijkt, dat Pompilia is ontsnapt. Guido is bang dat zij met haar ouders is meegegaan, wat later zal blijken niet zo te zijn. Margherita krijgt opdracht om haar te zoeken. Guido begint zijn eigen speurtocht en de gouverneur belooft eveneens zijn hulp.

Pompilia, hevig in angst, loopt de aartsbisschop tegen het lijf. Haar huwelijk met Guido is geen echt huwelijk; zij leeft dus in zonde. Zij wil in een klooster worden ondergebracht, maar de aartsbisschop toont weinig karakter en schuift haar probleem door naar de gouverneur ... en warempel, daar komt hij net aan! De gouverneur verzoekt haar over tien minuten terug te komen, nu heeft hij het even te druk. Zodra Pompilia weg is, wenkt hij Guido. Guido fantaseert nu openlijk over Pompilia 's dood. Als zij een minnaar zou hebben, zou hij haar mogen doden. De menigte is opgetogen over Caponsacchi. Guido heeft zijn keus gemaakt. Voor hij naar Rome gaat, is er voldoende tijd.

Conti en Caponsacchi mijmeren over de toekomst. Pompilia verschijnt. Caponsacchi is zeer van haar onder de indruk ("als een schilderij van Raphael") . Voor Pompilia Caponsacchi om hulp kan vragen verschijnt Guido, die haar meesleurt naar huis. Caponsacchi besluit haar te helpen.

TWEEDE AKTE (EERSTE TONEEL)

Inmiddels zijn zes weken verstreken . De gouverneur en Guido zijn binnengedrongen in Caponsacchi 's cel. Uit de belendende parochiekerk klinkt het gezang van de geestelijken. Guido stopt een brief in de bijbel die op de tafel ligt; Guido zelf is de auteur van een complete reeks liefdesbrieven van Pompilia aan Caponsacchi en vice versa. Pompilia's dienares (en Guido's liefje!) Margherita werd gebruikt als boodschapster. De gouverneur moet gaan klagen bij de aartsbisschop over Pompilia 's ontrouw jegens Guido. Het gezang in de kerk houdt op . Beide indringers maken zich snel uit de voeten.

Helen-Jepson-as-Pompilia

Conti en Caponsacchi komen de cel binnen. Conti maakt zich bezorgd over zijn vriend, die de laatste tijd zo stil en teruggetrokken is. Caponsacchi begint over Pompilia. "Je bent verliefd," zegt Conti. Maar Caponsacchi antwoordt, dat zijn gevoelens niet verder gaan dan een priester passen. Voetstappen op de gang verraden de komst van de aartsbisschop en de gouverneur. Conti tracht met luid gezang te doen voorkomen dat er niets aan de hand is. De aartsbisschop meldt aan Caponsacchi de klacht, dat hij te vaak is aangetroffen bij het venster van Guido's vrouw Pompilia, en sommeert hem tot nader order in zijn cel te blijven. De gouverneur brengt de brieven ter sprake en dreigt Caponsacchi met Guido's woede. Weer met Conti alleen, komt het gesprek op de brieven. Caponsacchi laat ze hem lezen. "Gelukkig ga je morgen naar Rome . Lees in de bijbel en wacht tot de slaap komt," raadt Conti hem aan. Maar zo vinden ze de laatste brief. "Help me, Conti. Wie heeft die brieven geschreven?" Caponsacchi vermoedt dat Guido de auteur is, maar weet niet waarom. Hij zou een teken van de hemel willen ontvangen. Iemand klopt op de deur. Caponsacchi weet precies wie er komt. Inderdaad komt Margherita met alweer een brief plus enkele liefdestekens, een bloem van haar boezem, een ring van haar vinger, een lok van haar haar. "Die kun je ook gestolen hebben," zegt Caponsacchi. Hij weigert naar Pompilia toe te gaan; morgen vertrek ik naar Rome. Margherita vertrekt onverrichterzake. Beiden beseffen de dreiging van een groot gevaar.

Gherardi komt haastig binnen. Slecht nieuws. Hij moest een boodschap brengen van de gouverneur aan Guido. Die was er niet. Hij wachtte. Opeens verscheen Pompilia. " Help mij. Ik kan niet schrijven. Stuur een brief naar mijn ouders in Rome: - Kom en redt mij, of ik sterf." -"En jij schreef meteen die brief? " vraagt Caponsacchi. Gherardi durfde niet. Iedereen is bang voor Guido. Zij vroeg nog of ze Caponsacchi kon vertrouwen . Toen de graaf thuis kwam, was zij geruisloos verdwenen. Caponsacchi 's commentaar: "Ik hoopte op een teken. Wel, zij schreef die brieven niet, omdat zij niet schrijven kan. Ik ga naar Guido's paleis en maak vanavond nog een eind aan deze zaak."

TWEEDE AKTE (TWEEDE TONEEL)

 

Voor zijn huis brengt Guido de gouverneur op de hoogte van de laatste ontwikkelingen. Hij heeft Pompilia en Caponsacchi bijna in de val. Margherita komt aanrennen. "Ik deed mijn best, maar Caponsacchi heeft alles door. Hij komt niet!" Guido ontsteekt in woede en slaat Margherita tegen de grond. De gouverneur leidt hem snel naar binnen.

Caponsacchi, Conti en Gherardi komen eraan. Zij vinden Margherita. Zij wil naar binnen, maar Caponsacchi weerhoudt haar daarvan. Gherardi brengt haar elders heen, zodat zij Guido niet meer kan waarschuwen.

Pompilia verschijnt op haar balkon. Conti trekt zich discreet terug. Caponsacchi vertelt zijn levensverhaal aan Pompilia. Hij is edelman van origine, een strijder; maar omwille van de Kerk ging hij de strijd met zichzelf aan. Nu heeft hij een hoger doel. Pompilia zegt, hem beter te kennen dan hij zichzelf kent (een fragment uit dit duet treft u in bovenstaande videotrailer van 401Concerts 3 aan).


Richard Hageman: Caponsacchi 'I know you better'
Helen Jepson (Pompilia), Richard Hageman (conductor), 1938
MP3 Download DO201301

Hij moet haar helpen. Dat zijzelf in levensgevaar verkeert, is van geringe betekenis; maar zij is zwanger; voor haar kind moet zij verder leven. Zij moet deze avond nog vluchten. En zo wordt afgesproken. [Download het complete duet met Denzil Delaere & Jolien De Gendt via 401Concerts 3 download]

TWEEDE AKTE (DERDE TONEEL)

Caponsacchi-Act-2-Sc-3

Twee dagen later hebben Caponsacchi en Pompilia een uitspanning bij Castelnuovo bereikt, vlakbij Rome, waar ze verwachten veilig te zullen zijn. Een jongen komt opgewonden aanrennen. De wacht is in aantocht. Het blijkt Guido te zijn met vier wachten. Na de vlucht van Pompilia en Caponsacchi heeft Guido kans gezien, ongemerkt vóór hen de laatste pleisterplaats voor Rome te bereiken. De corrupte waard weet hij met geld gemakkelijk naar zijn hand te zetten. Het gaat erom dat Caponsacchi en Pompilia samen in één kamer zullen rusten; een bundeltje brieven wordt daar alvast verstopt om de verdachtmaking kracht bij te zetten. Marinetta, een jonge moeder, wordt met haar kind op de arm buiten op de bank geposteerd en de jongen wordt uitgestuurd om Caponsacchi en Pompilia te verwelkomen. Guido en zijn mannen houden zich op de achtergrond.

De gasten laten niet lang op zich wachten. Caponsacchi is echter niet als priester, maar als cavalier gekleed. Hij verzoekt Marinetta Pompilia moed in te spreken. Caponsacchi wil geen risico nemen en meteen doorreizen. Terwijl hij in de stallen wil toezien op het verwisselen van de paarden (de waard moet dat verhinderen van Guido), hebben Pompilia en Marinetta een gesprek over het moederschap. Pompilia is zeer verzwakt en valt flauw. De waard dringt erop aan dat zij zal rusten.

Caponsacchi draagt haar naar de aangewezen kamer. De waard geeft Guido volgens afspraak een teken. Tegen alle verwachting in komt Caponsacchi echter direct weer naar buiten, waar Guido hem opwacht. Na een korte woordenwisseling komt het tot een gevecht, waarin Caponsacchi zich overtuigend Guido's meerdere toont. Slechts met de hulp van de wachten wordt Caponsacchi bedwongen. Guido beveelt ,Caponsacchi en Pompilia in de gevangenis te werpen. De sympathie van Marinetta gaat duidelijk uit naar Caponsacchi. Ook het toegestroomde landvolk kiest diens partij: - "Breng ze naar Rome!" De wachten lappen het bevel van Guido aan hun laars en begeleiden de priester en de jonge vrouw naar Rome.

DERDE AKTE

Het is kerstavond 1697. Pompilia bevindt zich met Violante, haar moeder, in de woonkamer van haar ouderlijk huis. Zij naait kleertjes voor haar kleintje, een jongetje dat veilig bij de nonnen is ondergebracht. Desondanks zingt ze een slaapje voor hem, 'Who are you... I'll wake him not' (voor de opname zie MP3 Download DO201301). Violante wil dat haar dochter Caponsacchi vergeet, maar zij kan slechts vol bewondering aan hem terugdenken en betreurt het dat hij voor acht maanden in de ban is gedaan. Er wordt geklopt. Het blijkt Conti te zijn, die Caponsacchi terstond na afloop van zijn straf wil begroeten. "Is hij dan in Rome?" vraag Pompilia blij verrast. Dat is hij en hij kan elk moment hier zijn. Bij thuiskomst ziet Pietro nog juist Conti vertrekken. Het valt Pietro op dat zijn dochter er veel vrolijker uitziet dan tot voor kort. Violante heeft het niet begrepen op een bezoek van Caponsacchi, maar haar dochter wil alles op alles zettenom hem
weer te zien. In de verte klinken kerkklokken.

Er wordt opnieuw geklopt. Niemand heeft stappen horen naderen. "Ik ben het, Caponsacchi."- "Doe niet open," zegt Pompilia, "zijn stem is het niet." - "Hoor eens, het is kerstavond. Niemand zal toch kwaad willen doen? Violante, doe de deur open." Violante gehoorzaamt haar man. Guido stormt binnen met vier huurlingen. Pietro, Violante en Pompilia worden vastgegrepen. Het is Guido allereerst om het kind te doen, de erfgenaam van het geld van zijn schoonouders. Pompilia weigert te zeggen waar het is. Orn haar wil te breken steekt Guido Violante dood. Pompilia blijft zwijgen. Vervolgens steekt hij Pietro neer. Pompilia volhardt. "Heb je een laatste wens voor ik jou dood?"- "Ik zou Caponsacchi willen zien," antwoordt Pompilia onverschrokken. Guido wordt razend maar als hij haar wil doden, wordt hij verblind door een groot licht, zijn hand wordt onmachtig. Op zijn bevel doorsteken de huurlingen Pompilia.

Een klop op de deur doet allen van schrik verstijven. Achter de deur klink de stern van Caponsacchi: "Conti, haal de wacht!" Guido meent dat Capnsacchi nu een gemakkelijke prooi voor hem is. "Doe de deur open en neem hem meteen te pakken." Maar Guido's handlangers staan voor een lege ruimte. Ze maken zich uit de voeten zolang het nog kan. Als ook Guido wil vluchten, verspert Caponsacchi hem de weg. In het nu volgende gevecht wordt Guido van de dood gered door de komst van Conti met de wacht. Pompilia herkent Caponsacchi voor zij in diens armen sterft.

EPILOOG

Caponsacchi spreekt zijn laatste woorden. Rechter Tommati vraagt Guido om diens commentaar. "Allemaal leugens," houdt hij vol. Tegen Caponsacchi merkt Tommati op, dat er geen getuigen zijn voor diens visie. Tenslotte vraagt hij naar Conti. "Conti is drie dagen geleden vergiftigd," zegt Caponsacchi, maar ook dat kan hij niet bewijzen . Venturini voegt Caponsacchi toe dat hij alleen staat in zijn beweringen. Rechter Scalchi merkt op, dat de uitspraak van het hof niet eensluidend behoeft te zijn. Caponsacchi maakt de rechters voor lafaards uit.

De gordijnen voor het zijvertrek gaan open. Tot ieders verrassing bevindt zich daar de Paus. Het advies van de rechters legt hij naast zich neer. Hij verklaart Guido en diens handlangers schuldig. Nu pas slaat Guido door. Hij bekent schuld en smeekt de Paus om vergeving. Toch zal hij met zijn handlangers morgen sterven. Tenslotte verklaart de Paus Pompilia voor onschuldig en hij stelt Caponsacchi ten voorbeeld aan allen daar hij rechtvaardigheid boven de wet stelde.

(Samenvatting gemaakt door Alexander Jansen, 21 maart 1992.)

Download 401Concerts 3 met Caponsacchi

401COnc3Logo150De opname van ons derde 401NederlandseOperas concert van 29 mei 2016 in het Kröller-Müller Museum is downloadbaar via 401Concerts 3, met daarin naast de fragmenten uit Richard Hagemans Caponsacchi ook aria’s en duetten uit Jan van Gilse's Helga von Stavern,Daniël de Lange'Lioba, Cornelis Doppers De blinde van Casteel Cuillé, Gerard von Brucken Focks Jozal, Julius Röntgens Agnete en De lachende CavalierJan Brandts Buys’ De kleermakers van Marken (Die Schneider von Schönau) en