STUYVESANT ZERO - Recensie

Een stormachtig verslag in woord, beeld & geluid

FOTO'S © 2012 Opera Spanga, Branko van Oppen, 401DutchOperas.com/RS

VIDEO'S © 2012 Opera Spanga, 401DutchOperas.com/RS

Opera Spanga, twintig jaar geleden ontstaan op maar een paar honderd meter afstand van de vermeende geboorteplaats van Stuyvesant, heeft de Nederlandse componist Caroline Ansink en de New Yorkse librettist Jonathan Levi uitgenodigd om een korte opera in twee scènes te maken. In tegenstelling tot enkele collega's van de grote landelijke kranten die hun recensies schreven op basis van horen zeggen, een gedeeltelijk videoverslag en soms zichtbaar zelfs op basis van deze website, toog 401NederlandseOperas.nl gewoon fysiek naar het Friese Wolvega/Spanga voor een echte reportage.

Die reportage begon op Station Duivendrecht, Amsterdam, om 12.29, waar de trein naar Wolvega keurig op tijd arriveerde. Dik twee uur later stapte ik in dat Friese dorpje uit, om volgens aanwijzingen honderd meter naar de locale Dirk van den Broek te lopen, daar voorlangs nar rechts te kruisen, waarna het festival terrain in zicht kwam. Ik had voor de zekerheid een trein eerder genomen, je weet tenslotte maar nooit met de NS, dus zag ik alvast het slot van de ochtendvoorstelling. Nieuwe muziek kun je tenslotte niet vaak genoeg horen. Twee stortbuien verder volgde dan om 15.00 uur de aftrap voor de middagvoorstelling van deel 1 van een bewogen dagje opera in Friesland met Stuyvesant Zero, een opera van componiste Caroline Ansink en librettist Jonathan Levi.

De eindconclusie alvast vooruit: een dagje Spanga is de ultieme romantische operabelevenis, met regen eigenlijk nog completer dan met zonneschijn. Schandalig natuurlijk dat het rijk DNO slechts met 3% kort, terwijl een progressieve voorhoedespeler als Opera Spanga zijn subsidie integraal moet inleveren. Heette ik Pierre Audi, dan zou ik dat tonnetje spontaan aanbieden, of een samenwerkingsverband in het kader van het Holland Festival mee aangaan, dat wel een creatieve impuls kan gebruiken.

Opera in Spanga

Dat terzijde, want het gaat hier om de ultieme operabeleving zoals die alweer enkele decennia plaatsvindt in het Friese Spanga, onder de bezielende leiding van Corina van Eijck. Natuurlijk, zij is Opera Spanga, waarmee ook direct de beperkingen van het festival zijn verwoord. Het betreft uiteindelijk de visie van slechts een persoon, die hier een onmogelijke droom heeft verwezenlijkt: een succesvol, spraakmakend operafestival uit de grond stampen met opvallende, soms toonaangevende producties. Ik gaf haar Rigoletto film ooit een 10 in Luister, het publiek dat soms al vanaf dag een jaarlijks komt, roemt tot op de dag van vandaag ook haar Elektra productie. Haar regieën zijn inmiddels bekend en herkenbaar. Het zou mooi zijn als ze deze ook in grotere mate elders uit zou kunnen dragen, in Berlijn, Wenen, Parijs, London, New York, of, waarom niet, Bejing. Tot een dergelijke vlucht hebben haar Spangase avonturen evenwel nog niet geleid. Wellicht vindt men daar haar expliciete, confronterende seksuele benadering van erkende kaskrakers als Rigoletto, Samson et Dalilah, of Don Giovanni te confronterend. In die zin is Van Eijck wel een echte nuchtere Hollandse: recht voor zijn raap gaan haar directies regelrecht op het doel af. Vaak zijn ze (Samson and Dalilah) ook nog politiek geladen, soms voor deze en gene misschien zelfs wel eens een tikje te moraliserend. Spraakmakend en vernieuwend is haar werk tot dusverre echter vrijwel altijd geweest. Behalve de meeslepend Freudiaans geregisseerde Rigolettoverfilming, kunnen we ook het werk van 'decomponist' Floris Bergijk in Falstaff revisto en Donna Giovanna uniek noemen. Er waren voorts wereldpremieres die compositorisch niet onder deden voor die in de hoofdstad: Buwalski, a road opera bijvoorbeeld. In muzikaal opzicht kan dat ook van Stuyvesant Zero worden gezegd, al zucht dat hier en daar dan onder een te expliciet politiek geladen libretto.

Stuyvesant Zero Deel I

De wegwerpponcho's in de ontvangstruimte te Wolvega bleken broodnodig, want tijdens de inleidende uitleg in de ontvangstruimte volgde buiten een wolkbreuk. Van Eijck besloot zowaar een alternatief te bieden voor de fietsroute: men kon met het oog op de regen ook met de auto naar het weiland waar 6 kilometer verderop het eerste deel van Stuyvesant Zero op het punt stond van beginnen. De auto-optie was nog niet uitgesproken of de zon brak door en zo kon iedereen dan toch op de fiets voor een heerlijk ritje door de dauwige Freise weiden richting Stuyvesant Zero Deel I.

Bij aankomst wachtte en 'peregrinootje' ter opwarming en een korte wandeling naar de sloot waar alles zich afspeelde. Het vijfkoppige orkest speelt in een tipi, op de dijk achter de sloot stonden heroïsche tweedimensionale beelden opgesteld. Een eenvoudig, maar doeltreffend décor. Veel is er in Spanga (de fietstocht voerde van Wolvega naar Spanga) ook niet nodig, omdat de natuur er vanzelf al overweldigend aanwezig is. Op een bankje op de dijk ligt een ronkende Stuyvesant te snurken op de openingsmaten van Ansinks partituur, die begint met een prachtige, sferische klanktekening, waarvoor de componiste niet meer dan een paar soundbites nodig heeft – bijna minimal music in de letterlijke zin des woords.

De muziek

Ansink componeerde in Stuyvesant Zero eigentijdse, maar uiterst transparante, toegankelijke muziek. Uit minimale middelen maximaal rendement halen is deze klankarchitekte met een hoge efficiencycoëfficient wel toevertrouwd. In tegensteling tot de meeste van haar – doorgaans mannelijke – collega's streeft ze nooit naar overweldigen of overdonderen. Evenmin wil ze haar technische kennis etaleren door te kokketeren met complexiteit in orkestratie. Ze zoekt vooraleerst de menselijke maat en staat daarmee stilistisch diametraal tegenover meer flamboyante componisten als Louis Andriessen of Robin de Raaff, die we niet snel in Spanga aan zullen treffen.

Juist Ansinks ingetogen benadering deed mijn bewondering voor de Stuyvesant Zero compositie snel groeien. Ondanks een lastig libretto slaagde Ansink er moeiteloos in de simplistische politieke tegenstellingen van het tekstboek in muziek op te lossen. Een beetje zoals ook haar idool Puccini dat kon, waarbij je altijd de keuze hebt het verhaal te volgen of er heerlijk relaxed de afwas bij te doen. Met een blik op de eerste confrontatie tussen Stuyvesant en Levi besloot ik de plot maar te laten voor wat ze was en me te concentreren op de fijnzinnige partituur en de muzikale hoogtepunten.

Stuyvesant Zero Deel I

In het New Amsterdam (Manhattan) van 1655 ziet de joodse slager Asher Levy zijn hoop op een beter leven stuiten op de anti-Joodse sentimenten van de Hollandse gouverneur van New Amsterdam, Peter Stuyvesant. Stuyvesants bewust op Wilders geënte tirades, in dit geval niet tegen moslims maar tegen de door Wilders juist aanbeden joden, alsmede Stuyvesants aansluitende weigering te praten met Levy's schrandere, diplomatische slavin Esther louter omdat ze tot een ondersoort behoort, spiegelen het gekrakeel rondom Wilders. Zo'n tegenstelling kun je wel in een opera verwerken, maar dat vergt dan de verbeeldingskracht (en de uitgesponnen liefdesrelaties tussen geliefden van het verkeerde kamp) waarmee soortgelijke tegenstellingen in La Juive of Don Carlos (niet met Joden maar aangaande de Nederlandse vrijheidsstrijd) zijn vervat in personages met veel meer diepgang.

Natuurlijk probeert librettist Jonathan Levi een effect te bereiken door de wereld op zijn kop te zetten en de rollen om te draaien. Stuyvesant is zoals gezegd niet à la Wilders tegen moslims, maar nog tegen Joden (de Moslims van toen). Tegen zwarten heeft hij niets, zolang deze achterlijke diersoort van slaven maar niet op zijn erf komt, meldt hij Levy als deze zijn zwarte begeleidster Esther voorstelt. Het parodieert andermaal Wilders gebral over moslims in stand-up comedian jargon, maar dat genre leent zich slecht voor een bloedserieuze opera. De hoogtepunten in Deel I zitten vooral in de verhalende passages waarin de personages zichzelf introduceren, zoals Stuyvesants repliek aan Levy, nadat deze Joodse Braziliaan claim teen Hollander te zijn:

Asher

I am a dutchman,
Mister Stuyvesant.
As Dutch as you or...

Judith

Mrs....

Asher

Mrs. Stuyvesant.

Peter

Mister Levy. Born in Friesland,
Where the tower on my left was a windmill,
And the tower on my right Belonged to the one true church,
The Dutch reformed church,
and on my farm, Mister Levy,
All the cows were born in Friesland,
Friesland, Friesland.

The butcher in my town was named van Ruysdael,
And the baker and the blacksmith,
De Beever and van Eyk,
Belonged to the one true church,
The one Dutch church.
And none of them,
I say none of them were named Levy.

Imagine, my dear,
A butcher named Levy!

Our Frisian cows would rather dive
into the Hudson river
than have their throats cut
by the law of Moses
Than have their udders circumsized
By a butcher named...

Asher

Mister Stuyvesant,
Mister Stuyvesant,
reconsider!

Mister Stuyvesant,
Mister Stuyvesant,
I am a Dutchman,
A Dutchman just like you!

Als tenor aangekondigd maar zelfverklaarde lyrische bariton Marcel van Dieren en bariton Sinan Vural (elders weer omschreven als tenor) kwijten zich voortreffelijk van hun taak als respectievelijk Stuyvesant en Levy. Van Dieren heeft wellicht de makkelijkste taak, daar hij weinig meer hoeft te doen dan het uitgesproken hatelijke, bekrompen karakter van Stuyvesant uit te dragen. Hij lijkt er zowaar enig behagen in te scheppen Stuyvesants karakter zo scherp mogelijk aan te snijden. Vural speelt op zijn beurt de verongelijkte Asher Levy met zoveel verve, dat je bijna medelijden met de ongelukkige Joodse slager krijgt. Toch is het gaandeweg de schrandere slavin Esther, die de hoofdrol voor zich opeiste, wellicht ook omdat zij de dankbaarste vocalen van het kwartet heeft. Gracieus vertolkt door de mezzo Pearlmira Vincent, liet Ansink zich voor Esthers korte solo 'Take me under the fig tree' inspireren door spirituals, een idioom dat ze fraai weet te integreren in haar eigen stijl.

Esther

Take me under the fig tree,
take me away from sea,
Take me far from the water,
That took my baby from me.

Climb with me through the branches,
Climb with me tro the sky,
Fly away cross the water,
Goodbye, baby, goodbye.

Asher

Go home Esther,
Pack our bags,
We're moving north,
Away from new amsterdam.

Esther

The governor said "no"?

Asher

New amsterdam?
old bullshit!

Esther

the governor said "no"...

Asher

We'll find a home up the river,
Where farmers need a man who is good with a knife.

Esther

What kind of farmers, Asher?

Jewish farmers?

"Ten men"...

You told me; "Ten men", You told me;
"Esther, I cannot live where there are less than ten men, ten jews,
A minyan"?

Asher

A minyan...

Esther

A minyan of the Jews to say the prayer.

Asher

Perhaps it's time to say the prayers alone,
To say the prayers in secret,
To change my name,
So no one will suspect that I'm a Jew.

Esther

And should I change the color of my skin,
So no one will suspect that I'm your slave?

Asher

Esther!

De scene waarin Esther verhaalt over haar/een verloren baby zingt, bewerkstelligt een omslag in sfeer, die doorzet als ook Stuyvesants stijve ega bijna menselijke trekjes ontwikkelt en haar ongenoegen uit over de aanmatigende houding van haar man.

Geheel volgens de wetten van Hollywood eindigt het dispuut in Stuyvesants ultieme nederlaag. De schrandere Esther heeft Levy namelijk geholpen met het aanschrijven van allerhande hogere instanties, die hem het recht verleenden voor het openen van zijn gedroomde slagerij en zelfs voor het bouwen van de door Stuyvesant zo vervloekte synagoge.

Mooie Muziek

Ansinks partituur in deel I voegde zich wonderwel bij het serene Friese landschap waarin steeds even de zon door de wolken brak. De muziek sloot ook goed aan bij de formele omgangstaal tussen de 17e eeuwse personages, die zich met uitzondering van Stuyvesant nog niet als hersenloze reaguurders lieten gaan. Het is toegankelijke muziek in een kruising tussen het Angelsaksisch vocaal idioom (pakweg alles tussen Benjamin Britten en Mark Anthony Turnage) en het typische Ansink geluid. Daarvoor kunt u terecht bij haar componistenportret, dat tal van muziekvoorbeelden kent, of hier bij onze provisorische live-registratie van de inleiding tot Deel II.

 

Deel Twee

Scène 2 – New York, 2010

Deel twee van Stuyvesant Zero speelt voor het Stadhuis van Wolvega, waarvoor uiteraard eerst terug moet worden gefietst, hetgeen nu voor een bijzondere pauzebelevinis zorgt. Dat gold ook voor het debat dat bij wijze van pauze volgde, maar uiteindelijk bleef steken in een onderonsje van mensen die het voor 100% roerend met elkaar eens waren. Het was achteraf misschien beter geweest mensen naar hun mening over de opera en de muziek te vragen, al sloot de gedachte van het debat inhoudelijk natuurlijk beter aan op het uitgesproken politiek geladen thema.

De politieke, culturele en raciale tegenstellingen die gedurende de eerste akte in de steigers werden gezet, komen in de meer expressieve tweede akte muzikaal tot ontwikkeling. Scene I speelt op Ground Zero, 11/11/11. Imam Ali (Sinan Vural) en zijn vrouw Yehudit (sopraan Klara Uleman) hebben er het plan opgevat een Islamitisch Cultureel Centrum te bouwen, zowaar met steun van de burgemeester die ere en verzoenend gebaar in ziet.

Dan komen twee Nederlandse politici als piraten de haven binnen gevaren: een zwarte vrouw genaamd Samira (Pearlmira Vincent, nu als alter ego van islamofoob Hirshi Ali) en een man met blond haar, genaamd Peter.

All

Welcome to the Stuyvesant islamic center, Where ten years after the wound, The healing begins. I am the imam ali, Spiritual leader of Stuyvesant...

Yehudit

And I am his wife Yehudit, Dedicated to opening the history and culture, Of a great people to the world.

Ali

...on the very land, Where three hundred fifty years ago, Peter Stuyvesant...

Peter

He has the GUTS to mention Peter Stuyvesant!

Samira

Quiet, Peter!

Ali

The Governor of New Amsterdam...

Yehudit

Old peg leg...

Peter

Peg leg!

Samira

Shh!

Yehudit

Began to build a great nation.

Ali

Insha'allah...

Peter

Insha'allah? What are you saying?

Ali

Excuse me?

Samira

Oh no...

Peter

What right do you have?

Ali

Excuse me?

Samira

I believe the gentleman meant to ask, Do you have a lease for this property? Do you have a permit for this land?

Ali

A strange question from strangers. Perhaps later we can talk.

Peter

Not later! now!

Yehudit

Who are you?

Samira

We've come with a letter.

Yehudit

A letter?

Samira

A letter from Amsterdam.

The land on which we stand

Does not belong to you, i'm afraid.

Yehudit

We bought the lease...

The mayor gave his blessing...

Samira

The owners live,

Their descendants still live in Amsterdam.

Ali

The owners?

Samira

learned about your project, They have another idea...

Yehudit

Another idea?

Samira

They have projects of their own, That they feel are more appropriate, And so deny permission. Here's a copy of the letter...

De confrontatie is een van de hoogtepunten in de partituur, scherp aangezet en muzikaal fraai uitgewerkt. Tal van zinsneden blijven ook echt in je oor hangen, zoals 'A letter from Amsterdam', de Insh'Allah' uitroepen, of Peters 'They should not be allowed!':

In een mum van tijd weten Peter en Samira het angstbeeld van de overname van New York door De Moslims te schilderen. Ali en Yehudit moeten vervolgens beslissen hoe ze hun ideal kunnen verwezenlijken en hoever ze in de hun opgedrongen strijd willen gaan. Want als je plots moet vechten voor je ideaal, test dat natuurlijk je morele geloofwaardigheid: vredesapostelen gaan immers wel vaker over lijken om hun doel te bereiken. Het leidt tot een reflectief moment bij Samira, die zich ook als Moslima binnen een aan de wereld van de spiritual ontleend idioom herinnert hoe het vroeger was:

Aansluitend gaat het aftellen verder, richting het  einde, waar iedereen zijn eigen reflectie koestert:

SAMIRA

You live in the land of fairy tales and Hollywood, Universities, Vegetarians.

My world... By the time I was five, My father - murdered by somalis - In the name of islam.

By the time I was eight, My sister - raped three times by Saudis - In the name of islam.

And when I turned ten, When I turned ten, My grandma took a burning coal, As hot and sharp as molten steel, And spread apart my legs, And made sure no Muslim from the North, Would shout the name of allah in my ear.

In the name of islam, A burning coal, In the name of Islam. That is the world.

Yehudit

Why did you come? Why did you come here?

Samira

A mosque, you want to build a mosque at ground zero, On the bedrock of their bones...

Peter

On the bank accounts of men who sponsor terror.

Peter & Samira

A mosque, A mosque at ground zero!

Peter

You think they'd let us build a Church in Mecca? Hah!

De geïdealiseerde moslims Ali en Yehudit blijven Samira en Peter tegen beter weten in met goede bedoelingen verwelkomen, zonder dat het duo een stap dichter bij een oplosing komt.

Ali

Eleven... I open my door, I open my window... Ten... I never know what the wind will bring.

Nine, eight... Seven... A new sun, Six... And sometimes when the wind is calm, A memory... memory mixed with dew.

The endless sky, Five... September flowers, enamel clouds, enamel blue.

Four... The old pain.

Three... The sound of wind.

Two... Ever gone.

One... Stuyvesant. Zero!

End of opera

Sprak ik eerder bij Robin de Raaffs ambitieuze Waiting for Miss Monroe over een ideaal libretto en een indrukwekkende tweede akte met daaromheen een handvol hoogtepunten, dan is Ansinks partituur enerzijds aanzienlijk minder ambitieus, maar tegelijkertijd evenwichtiger. Ansink wil een verhaal vertellen zonder daarbij haar geldingsdrang tot uitgangspunt te maken, vaak toch het stuwende element in deze of gene compositie. Het levert een toegankelijk werk op, hetgeen een bijzondere prestatie is in het licht van dit onwerkbare libretto.

 

RS.