Elisabeth Cooymans
Elisabeth Cooymans-De Groot werd geboren op 31 maart 1920. Zij begon haar rijke muziek-carrière als organiste en koordirigente aan een tweetal kerken in Den Bosch en als pianiste bij tal van kamermuziekconcerten. Samen met leden van het 'Brabants Orkest' had zij vroeger zelfs haar eigen pianokwintet. In de tijd dat Hendrik Andriessen directeur van het 'Utrechts Conservatorium' was, voltooide zij haar opleiding solozang, om haar repertoire vervolgens op te bouwen en te vervolmaken onder kritische leiding van respectievelijk Berthe Seroen, Irma Kolassi en de vermaarde zanger en zangpedagoog Willem Ravelli, zelf leerling van de legendarische Cornelie van Zanten die sterren als Julia Culp en Jo Vincent groot hielp maken. Van Willem Ravelli ontving zij een jaar intensief les en hij stelde vast dat haar stemtype geen alt, maar een alt-mezzo was.
Het accent van Cooymans' veelomvattende repertoire lag op de muziek van de 19e en 20e eeuw, o.a. Debussy ('Proses lyriques', vier liederen voor piano, waarbij het 3e 'Fleur' haar voorkeur genoot), André Caplet, Chausson (Poème de l'amour et de la mer), Andriessen (La vierge à midi, 1966 première), Britten, Henze, waarbinnen de religieuze muziek altijd een bijzondere plaats innam. Debussy was een van haar favoriete componisten. Ter herdenking van zijn 50ste sterfdag (25 maart 1918) stelde zij samen met de pianist Sas Bunge een Debussy-programma samen, dat in verschillende plaatsen werd uitgevoerd. Zij heeft veel liederenrecitals gegeven maar werkte bovendien vaak mee aan grote vocale orkestwerken (Beethoven, Verdi, Mahler, Bruckner, Berlioz), opera's (Gounod, Tsjaikofski, Prokofjef) en oratoria; hier behoorde - uiteraard - Bach tot haar grote favorieten. In 1966 trad zij in het 'Kurhaus' te Scheveningen op in een concertante uitvoering van Gluck's Orfeo. Een daadwerkelijk toneeluitvoering is er nooit van gekomen. Uniek waren haar vele soloconcerten met religieuze muziek, die zij bij voorkeur met Albert de Klerk gaf; bij die gelegenheden kwamen de vele prachtige stukken tot klinken, die anders zo zelden werden uitgevoerd. Elisabeth Cooymans kan bogen op een internationale carrière. Zij trad op met dirigenten als Erich Leinsdorf, Fernand Leitner, Jean Fournet, Riccardo Muti, Edo de Waard en Hein Jordans, tijdens het Holland Festival, het 'Festival van Vlaanderen' en de 'Bregenzer Festspiele'. Tot haar vaste begeleiders tijdens haar concerten behoorden o.a. George van Renesse, Rudolf Jansen, Sas Bunge. Met de laatste vertolkte zij vooral het Franse repertoire.
In 1966 zong zij voor de vereniging 'Vrienden van het Lied' in huisconcerten met een Reger-programma met medewerking van de violiste Dulci Ouwerkerk en de pianist Co Backers. In 1974 maakte zij, samen met het Reger-trio en Gérard van Blerk een concerttournee door Nederland. Maar ook zong zij repertoire van componisten als Mahler, Schumann (Frauenliebe und Leben), Wolf en Brahms (Altrapsodie). Ze werkte o.a. mee aan de uitvoering van 'Le miroir de Jésus' (André Caplet, in 1967 samen met het Brabants Kamerkoor in de 'Basiliek van Tongeren') en 'Les mystères du Christ' (1969, Oscar van Hemel) en vertolkte 'Madrigal' en 'Deux moralités' van Alex Voormolen (samen met Sas Bunge) en 'Pippa Passes' (van Rettich). Het 'Madrigal' was door de componist aan haar opgedragen, de wereldpremière was in 1970 in Londen, in de 'Purcell Room'. Talrijke radio-optredens. Zij zong door tot aan haar 65e, waarna zij zich toelegde op het geven van zangles. Haar laatste concert gaf zij in Baarn op het kasteel Groenvelt. Haar begeleidster was Dorti de Rooy.
In 1972 werd zij door de 'Johan Wagenaar Stichting' onderscheiden wegens "opmerkelijke prestaties op het gebied van uitvoering van Nederlandse Kamermuziek". Ook was zij juriste bij het 'Internationale Vocalisten Concours' te 's Hertogenbosch. In 2003 wijdde de Concertzender meerdere radio-uitzendingen aan haar. Elisabeth Cooymans maakte verscheidene grammofoonplaten en daarnaast is haar omvangrijke repertoire vastgelegd tijdens vele radio opnamen.
Voor het label HMV maakte Elisabeth Cooymans een grammofoonplaat die een uiterst lovende recensie kreeg:
" .. Er is tenminste nog iets waarop we in dit steeds vreemder wordende land trots kunnen zijn: onze vocalisten [ ... ] En dan nu Elisabeth Cooymans. Zij was me een jaar of vier geleden al opgevallen, toen ik via Hilversum twee uitzendingen van haar oppikte: Milhauds 'Cinq Prières' en Langlais' 'Missa in Simplicitatis': de banden daarvan behoren tot mijn beste muzikale veroveringen. In gedachte had ik mevrouw Cooymans al vereenzelvigd met het Franse repertoire, maar dat bleek alras onjuist. Zij blijkt te beschikken over een stem en een wijze van expressie die passen in een onwaarschijnlijk breed repertoire, waarin Frans, Duits, Spaans, Hongaars, Russisch en Engels voorkomen. En dat op een wijze die aan het volmaakte grenst ..."
HMV 065-24782 - ( F 24,95!) Schubert: Frühlingsglaube, Schumann: Erstes Grün, Brahms: Liebe und Frühling, Der Frühling, Sandmännchen, Wolf: Im Frühling, Grieg: Mit einer Primula veris, Mahler: Frühlingsmorgen, R.Strauss: Herr Lenz, Pijper: De winter is verganghen, Debussy: Voici que le printemps, Rondel: Le temps a laissé son manteau, Moessorgski: Met de pop.
Tsjaikofski: Wiegelied, Diepenbrock: Berceuse, Milhaud: Chant de nourrice (uit Poèmes juifs), Montsalvatge: Cancion de cuna para dormir a un negrito (uit Canciones negras).
Piano Rudolf Jansen en Henk Lambooy cello in Diepenbrock.
Luister, september 1973, J.S.
Eind maart 2006 is een dubbel-cd uitgegeven, met een door Elisabeth Cooymans zelf gemaakte selectie uit radio-opnamen uit de periode 1965-1987. Te bestellen via onderstaande link.
Bronvermelding: AKKV studio | Elisabeth Cooymans
Het 3e lied uit Debussy's 'Proses Lyriques': Fleur
Interview met Elisabeth Cooymansop 17 november 1978, gevolgd door Brahms' Gestillte Sehsucht.
< Aafje Heynis | Ria Focke > |
---|