August De Boeck: Winternachtsdroom (1902)

  • DeBoeckSL3Port
  • DeBoeckSLWinternAf2
  • DeBoekSL1omslag
  • DeBoeckSLWinternachtAf
  • DeBoeckSLWInternachtsdroomPhaedra
  • DeBoeckSLWinterDuCatillon
  • August De Boeck (1865-1937)
  • Piano-vocal score of Winternachtsdroom, published by Breitkopf & Härtel
  • August De Boeck chronicle as published by the city of Merchtem in 2011.
  • Piano-vocal score of Winternachtsdroom
  • Liesbeth Devos sings Prinses Zonnestraal's aria from Winternachtsdroom on Phaedra CD 'In Flanders' Fields'-75.
  • Léonce du Catillon, librettist of De Boeck's 'Théroighe de Méricourt' and Winternachtsdroom

Wereldpremière: 20 December 1902, Nederlandsch Lyrisch Toneel, Antwerpen.
Cast: dirigent Edward Keurvels; regie Fé Derickx.

Het succes van Théroigne de Méricourt leidde tot een vervolg op de samenwerking tussen August De Boeck en librettist Léonce du Catillon in Winternachtsdroom, een compact sprookjesspel in één bedrijf en een epiloog van ruim een uur lengte. Dit werk ging op 20 December 1902 aan het Nederlandsch Lyrisch Toneel te Antwerpen in première. Catillons taalgebruik in Winternachtsdroom was, wellicht door het succes en/of de kritiek op het eerder werk, poëtischer. Als sprookjesopera is het bovendien een bijzonder werk omdat het in niets lijkt op de motor onder het genre in het Germaanse taalgebied, Humperdincks Hänsel und Gretel uit 1893. Het staat veel dichter bij Rimsky-Korsakovs Snegurotschka (1882). Waar Pol de Mont in 1903 voor Paul Gilson het eenvoudige sprookje van de lenteprinses naar Wagners Germaanse sagen- en legendenwereld vol heroïsche symboliek zou transformeren, volgt Du Catillon het eenvoudige kindersprookje op de voet.

Synopsis

Winternachtsdroom begint met een heksensabbat.

DeBoeckCD125Boek
August De Boeck: Winternachtsdroom 'Heksendans en storm'
Symfonie orkest BRT, conductor Robert Zollman (1973, CD August De Boeck biografie, Merchtem, 2011)

Prinses Zonnestraal is opgesloten in het kasteel van Vriezeman en bezingt terneergeslagen haar eenzaamheid in de aria ‘O zonnebloem, gij zijt het beeld van houw en trouw’.

DeBoeckCD125Boek
August De Boeck: Winternachtsdroom 'O Zonnebloem' Part 1. Intro & Funeral March'
Ning Kam (viool), Flemish Radio orchestra, conductor Marc Soustrot (1965, CD August De Boeck biografie, Merchtem, 2011)

Op dit punt wordt duidelijk dat we in De Boeck een onvervalste laat-romanticus treffen, geschoeid op Germaanse leest, met in zijn achterhoofd de Italiaanse cantilene. De aria is steeds een van De Boecks populairste stukken gebleven. Vriezemans secondante, de heks Kallekraai staat weer dichter bij het cliché van Humperdincks Knusperhexe. Als Vriezeman avances maakt, wijst Zonnestraal die resoluut af. In een poging haar te intimideren roept haar kille aanbidder hels natuurgeweld op in de ‘Credo in un Dio crudel’-achtige monoloog ‘Vermetel kind!’ Daar toont De Boeck zich gaandeweg een eclecticus, die even makkelijk de Verdi van Otello en Macbeth op een hoop gooit als dat hij ze mengt met Der Ring des Nibelungen.

Als de nood voor het prinsesje het hoogst is en zij zich van het leven wil beroven in de aria ‘Mijn laatste hoop verloren’, klinkt er hoorngeschal. Het is Prins Dageraad, die zichzelf met een list op het kasteel uitnodigt. Hij zingt voor zijn gastheer het ‘Lied van drank en wijn’, en gooit een slaapmiddel in de drankjes van Vriezeman en Kallekraai, waarna hij met Zonnestraal ontsnapt. Ze verklaren elkaar daarop zo warmbloedig de liefde, dat de lente losbreekt. In deze lyrische passages bouwt De Boeck voort op Jan Blockx, maar vindt daarbij met name in zijn laatromantische instrumentatie toch een heel eigen identiteit.

Evaluatie

Muzikaal is De Boeck in Winternachtsdroom tot wasdom gekomen, al zal menigeen bij de heksensabbat Verdi’s Macbeth (en Falstaff) horen. Al deze eclectische mitsen en maren ten spijt schiep De Boeck met Winternachtsdroom een van de meest succesvolle opera’s uit de Vlaamse operageschiedenis, een werk dat vertaald werd in het Frans en het Duits en tot in de jaren zestig met enige regelmaat opvoeringen beleefde. Beroemd werd Vina Bovy’s Franstalige creatie van Prinses Zonnestraal aan de Munt te Brussel. Wat vanuit hedendaags perspectief verrast is dat het werk in zijn Wagneriaanse lyriek soms vooruitloopt op Gilsons Prinses Zonneschijn van een jaar later, alsof deze besloot na het sprookje van zijn vriend een versie voor volwassenen te maken. Qua verhaal zijn het overigens twee volstrekt verschillende opera’s; De Boecks Prinses Zonnestraal zou de moeder van Gilsons Prinses Zonneschijn kunnen zijn, die vervolgens haar eigen lentedroom beleeft in een heel andere wereld.