401Concerts 26 Van Vondel 1685 tot de Franse Tijd 1812

Hoogtepunten uit de Nederlandse operageschiedenis 1685-1812

POSTER-AMSTERDAMSE-LIEDSCHOOLLR

 

Datum: 2 augustus 2020.
Locatie: Studio 1, Hilversum
Aanvang: 16.00 uur.
ZONDER PUBLIEK

Bezetting: Denzil Delaere (tenor), Jolien De Gendt, Gina de Jong, Liza Dedapper, Marion Bauwens (sopraan), Hans Voschezang (bariton), Gina de Jong (sopraan), Sarah Konig, Esther Verheye (mezzosopraan), Hugo Kampschreur (tenor). Camerata Delft (klavecimbel, luit, gamba, traverso, fluit, hobo, cello, viool), Pieter Dhoore (piano).

Reconstructies: 401NederlandseOperas/ Jan ten Bokum, Wouter Lucassen, Andrew Clark, Cees Nieuwenhuizen.

Partners: Nederlands Muziek Instituut, G.H.G. Von Brucken Fock Fonds, Gravin van Bylandt Stichting, Stichting Vergeten Componist

Programma

Aria’s, duetten, trio’s, koren en dansen uit:

Bidloo/ Vondel – PHAËTON (1685)

David Petersen – AMARILLIS (1693)

Hendrik Anders – DEN VERLIEFDEN RYKAART BEDROGEN (1695)

Servaas De Koninck – ESTHER (1696)

Servaas De Koninck – ATHALIE (1696)

Hendrik Anders – APOLLO EN DAFNE (1697)

Elias Brönnemuller – FASCICULUS MUSICUS (1710)

Johan Michel Mulligen – ACAJOU (1783)

Ludwig Van Beethoven – VESTAS FEUER (1804)

Jean Des Communes – HET DORP IN HET GEBERGTE (1812)

Achtergrondinfo

In samenwerking met het Nederlands Muziek Instituu brengt 401NederlandseOperas in een gekostumeerde concert hoogtepunten uit alle operatitels uit de periode van de Amsterdamse Liedschool (1685-1710). Hiervan heeft sinds 1710 geen noot meer geklonken en deze door muziekfilosoof René Seghers teruggevonden fragmenten waren tot voor kort grotendeels verloren gewaand. Daaronder een reconstructie van vijf bewaard gebleven fragmenten uit Bidloo's operaversie van Vondels Faëton, zoals deze bij de wereldpremière in 1685 klonken. Daarnaast hoogtepunten uit de eerste Haarlemse opera in Parijs (Johan Mulligens Acajou uit 1773) en de eerste Friese opera (Jean des Communes’ opera Het dorp in het gebergte uit 1812). Als verrassing is een try-out geprogrammeerd van twee aria’s uit een onbekende Beethoven-opera die Cees Nieuwenhuizen in opdracht van 401NederlandseOperas reconstrueerde: Vestas Feuer (1804).'

Seghers: ‘Mijn 401NederlandseOperas handboek geeft definitief uitsluitsel over de theorie dat Beethoven niet in Bonn, maar in Zutphen 1772 is geboren. De fragmenten van David Petersen en Hendrik Anders brengen ieder fragment dat er uit hun fragmentarisch in liedboeken overgeleverde opera’s kon worden gereconstrueerd tot klinken. Johan Mulligen maakte furore in Parijs als ‘Jean-Baptiste Moulinghen’. Acajou was daar in 1773 een van zijn eerste successen. De allereerste Friese opera’s golden als verloren, maar van Jean des Communes Leeuwarder opera Het dorp in het gebergte uit 1812 bleek toch een manuscript te bestaan. Een concertopname van het complete programma zal in 2021 verschijnen als CD bij het handboek, dat na 12 jaar onderzoek inmiddels is voltooid.’

De Amsterdamse Liedschool

In Amsterdam woedde rond 1685 een eerste golf van operakoorts, maar er was veel weerstand vanuit de toneelwereld. Pas na hevige pamflettenstrijd en druk van buiten de stadsmuren ‘gelegerde’ ad hoc operagezelschappen kon het bastion van de Schouwburg worden geslecht. Componisten als Servaas de Koninck, David Petersen en Hendrik Anders voerden er vervolgens tal van zangspelen uit, die in de Schouwburgbrand van 1772 grotendeels verloren gingen. Compleet bewaarde werken als De triomfeerende min (Hacquart) en Bachus Ceres en Venus (Schenk) verwierven na herontdekking in de 20e eeuw een legendarische status. Servaas De Konincks Athalie en Esther zijn echter over het hoofd gezien. Van de verloren geraakte opera’s van David Petersen en Hendrik Anders kent vrijwel niemand zelfs de titels nog. Toch overleefden drie aria’s uit Petersens Amarillis in Liedboeken uit die tijd. Datzelfde geldt voor liefst 9 aria’s uit Hendrik Anders’ Den verliefden rykaert bedrogen en nogeens 4 aria’s uit zijn Apollo en Dafne. Deze zijn door Seghers opgespoord. Samen met Elias Brönnemullers ‘Fasciculus Musicus’ zijn ze in het handboek in hun oorspronkelijke context geplaatst.

Naar de Maan met Johan Mulligen, Haarlemmer in Parijs!

Geboren in Haarlem nam Johan Michel Mulligen (1751-1812) als tiener dienst in reizende orkesten. In Parijs componeerde hij als 'Jean-Baptiste Moulinghen'op jeugdige leeftijd een handvol opéra-comiques. Van het wonderlijke Acajou uit 1773 vonden wij recent de partituur terug in de Franse Nationale Bibliotheek. Het is het vroegst bewaard gebleven Nederlandse operasucces over de landsgrenzen en het bewijs dat Nederland al vroeg internationaal succesvolle componisten had (het handboek zal uiteindelijk meer dan 50 Nederlandse operasuccessen in het buitenland aan het licht brengen). Het libretto is uniek: met het sprekende hoofd van Acajou’s geliefde Zirphile op de Maan en haar verloren rondwandelende romp in de paleistuin van haar belager is er geen tijd te verliezen… op naar de Maan!

De eerste Friese opera: Jean des Communes

Jean des Communes (1759-1843) werd geboren in Gouda. Vanaf 1782 bracht hij in Leeuwarden het lokale muziekleven tot grote bloei. Hij schreef kamermuziek, symfonieën, bracht Haydns grote oratoria naar Friesland en stichtte er rond 1806 zelfs een bescheiden Friese opera. Daarvoor componeerde hij rond 1812 de oepra Het dorp in het gebergte. Dit werk gold als verloren, maar in februari 2019 vond Seghers onverwachts de manuscriptpartituur terug. Uit de Friese operaschool en de Franse tijd is aan Nederlandse opera’s verder niets bewaard.

Beethoven en Schikaneder: Vestas Feuer

Vlak voor Fidelio begon Beethoven aan de compositie van zijn eerste opera, Vestas Feuer, op tekst van Schikaneder, librettist van Die Zauberflöte en de eerste Papageno. Beethoven voltooide de eerste scene in beknopte notatie en liet tal van schetsen na voor het vervolg. 401NederlandseOperas/ Cees Nieuwenhuizen maakten daaruit een bijzondere reconstructie die in juni met orkest in premiere gaat op het Beethoven festival Zutphen. Op 2 augustus geven we in Den Haag een sneak try-out-preview van twee fragmenten met piano begeleiding, vooruitlopend op een complete uitvoering met orkest later in het jaar.

Bezetting

Cetntraal in het programma staan tenor Denzil Delaere en sopraan Jolien De Gent. Hun carrières maken momenteel een stormachtige ontwikkeling door. Delaere is actief in Geneve en vertolkt Jenik in de Reisopera-productie van De verkochte Bruid. Hij is betrokken bij ons project sinds ons allereerste concert, nadat we in 2014 zijn prachtige tenor ontdekten in Karel Miry's 'Charles V' te Gent. Jolien De Gendt ontdekten wij een jaar later in Miry's 'Bouchard d'Avesnes'. Sindsdien is ook zij een vaste waarde in het 401NederlandseOperas project. In dit concert is Jolien de spil in de lastige ensemblestukken van Servaas de Koninck en Jean des Communes. Naast enkele aria's zingt ze ook het duet en trio uit Acajou. De baritonpartijen worden verzorgd door de ervaren Hans Voschezang. Hij maakt zijn 401NederlandseOperas debuut  in dit unieke concert met arias en dueten uit Faëton, Den verliefden rykaart en 't Dorp in het gebergte. Prominent aanwezig zijn 401NederlandseOperas talenten uit eerdere 401voorprogramma's Sarah Konig (mezzosopraan), Gina de Jong (sopraan) en Hugo Kampschreur (tenor). Zij staan nu voor het eerst in een van onze hoofdprogramma's. Ieder van hen heeft een bijzonder, direct herkenbaar timbre dat heel mooi aansluit bij de lichte stukken die zij in dit programma vertolken. Het zijn bevlogen jonge artiesten waarin de liefde voor zang hoor- en zichtbaar is.

Opnameplan en doelstelling

De opnames van het concert zullen in het boek worden gevoegd en via aparte CD-uitgave en als downloads beschikbaar worden gemaakt, zodat van al de titels in het eerste deel van het 401NederlandseOperas handboek permanent opnames beschikbaar komen. In de afgelopen drie jaar zijn in 24 concerten op deze wijze al meer dan 150 aria’s, duetten en ensembles uit het Nederlandse operaverleden ontsloten.