Charles Quint van Karel Miry

vb3Charles Quint (Audio)
Download: € 6.99
lk5Charles Quint (Video)
Download: € 7.99
Deze opera  beleefde zijn wereldpremière in 1857 en ging op 29 april 2012 na meer dan een eeuw vergetelheid opnieuw in première te Gent, waar het huiveringwekkende verhaal van deze Grand Opéra over de Gentse stroppendragers zich ook afspeelt.

UNIEKE WERELDPREMIERE: Met filmfragmenten van repetities & uitvoering + samples van onze complete opname!

Karel VCHARLES QUINT KAREL MIRY
(14 augustus 1823 – 3 oktober 1889)
Hippoliet van Peene
(1 januari 1811 – 19 februari 1864)
Wereldpremiere: Gent, 29 januari 1857
Uitvoering: 29 april 2012 (15:00)
Plaats: Gent, De Bijloke
Download de opname

Emperor Charles V: Vincent Bertrand (bt)
Van Ghest, decaan van de batteliers: Laurent Kubla (bt)
Marguerite van Ghest (Karel V's natuurlijke dochter, Ghests kleindochter): Amaryllis Gregoire (s)
Johan (visser, Marguerite's geliefde): Denzil Delaere (t)
Padilla (Genuees, provoost der handelaren): Thomas Murk (bs)
Spaanse soldaten, officieren uit het gevolg van de Keizer, mannen en vrouwen uit het volk, boeren en boerinnen, bohemiens en bohemiennes, zigeuners, batteliers, samenzweerders, schepenen, dekens, pages, wachters, dames en heren van het Hof.
Gents Opera- en Belcantokoor "Liane Soudan" o.l.v Herman Streulens, Mannenkoor 'De Oudenaarse Zangvereniging' o.l.v. Hans van Canneyt, Jeugd en Muziek Orkest Oost-Vlaanderen o.l.v. Geert Soenen (Gereedmaking partituur & reductie voor repetities: Herman Streulens!)
 
Uitvoering aria 'Dieu des amours': 26 april 2015 (15:00)
Plaats: De Reuze, Hoog-Keppel - 401NederlandseOperas live in concert
Tenor: Denzil Delaere (Johan), pianist: Pieter Dhoore

Pour synopsis en Francais click franceflag

Text: René Seghers, Hilaire De Slagmeulder
Met dank aan Jan Neckers, Roelof Posthuma

Bronnen: Memorieboek der stad Ghent van 't jaar 1301 tot 1793. Deel 2 (C. Annoot-Braeckman, Gent 1854. Bewerking: Andreas van Heule, 2011); Voorwoord tot Charles Quint (1857, Hippoliet van Peene); Madama. Margaretha van Oostenrijk, hertogin van Parma en Piacenza 1522-1586(Jane de Iongh, Querido, Amsterdam 1967).; Apologie van een Rebelse stad (Decavele J. e.a., Antwerpen 1989, 107-113.); Keizer Karel achterna: Gent in de eerste helft van de 16de eeuw (Van Bruwaene C., Gent, Dienst voor culturele zaken, 1990); Keizer tussen stropdragers: Karel V (1500-1558) (Decavele J. e.a.., Leuven 1990); www.gent.beMargaretha (Jan Siebelink, 2002)(Dit is geen naslagwerk, maar een enerverende roman over het leven van Mararetha van Parma).


PLOT

OUVERTURE

Met motieven uit de Opera. Deze lage resolutie MP3 sample uit onze integrale wereldpremiere opname van 29 April 2012 laat Miry's talent als virtuoos orkestrator ten volle doorklinken:

Geert Soenen

• Dirigent Geert Soenen over de keuze voor Van Miry's Charles Quint:

 

EERSTE BEDRIJF

Bij het opgaan van het doek zien wij het kamp van het Spaanse leger onder de muren van Gent. Rechts vooraan de tent van Keizer Karel V. Achteraan zien wij een deel van de Schelde waarop verschillende boten. Achter de rivier, in de verte een panorama der Stad Gent.

• Geert Soenen over de fulminante eerste akt van Charles Quint:

• Soenen over de stijl van de opera, die stijlelementen van Verdiaanse meesterwerken als Nabucco vermengt met de Grand Opera van Auber zoals we die kennen uit La muette de Portici. Maar, er is ook een opmerkelijk andere invloed, aldus Soenen:

• Soenen over hoe de eerste akte de kiem voor het vervolg legt:

Charles V before Gand

De dag komt op en de soldaten betrekken de wacht voor de keizerlijke tent. De trompettten blazen het reveil. Vissers en boeren komen het kamp bevoorraden. Een van hen is de jonge visser Johan. Zijn vrolijke zang weerklinkt van achter de schermen met pianobegeleiding (en dus niet met harp, zoals in Verdi’s Il trovatore) Hij prijst zijn vis aan en bezingt zijn geluk in de aria “Vogue, vogue, barque légère”, waarvan wij hier een lage resolutie mp3 sample invoegen, afkomstig uit onze wereldpremiere registratie van 29 april, 2012. Het werkelijk prachtige stemgeluid van de debuterende Denzil Delaere deed ons in deze (en andere) passages denken aan de jonge Alain Vanzo:

Wanneeer de soldaten hun tenten verlaten vult de plek zich met boeren en boerinnen die fruit en voedingswaren aanprijzen in het uitbundige koor “Voici le jour qui vient de naitre”.

Vincent Bertrand12

De Keizer verschijnt, geflankeerd door zijn kapelaan, en zingt een kort en triomfantelijk allegro martiale: “Fiere cite de Gand”. Andermaal een mp3 sample genoemn uit onze integrale opname, zoals verkrijgbaar in de downloadsectie:

Hierin constateert hij dat de trotse en rebelse stad tegen hem in opstand is gekomen. Maar hij voorspelt dat de muren die hem schijnen uit te dagen, weldra zullen vallen voor zijn macht en grootheid. Toch zijn de gedachten van de Keizer somber en zelfs verward, vanwege een beangstigende droom. Die droom obsedeert hem en vertroebelt zijn geest. In de mooie lyrische romance dramatique “Toujours en proie aux funebres songes’, verwoordt hij het zo: “Als ik beveel beeft gans Europa. Het heelal buigt voor mijn grootheid. Maar ’s nachts ben ik als een kind en heb ik angst. Dan zie ik bliksemschichten en lijkt het alsof de grond splijt onder mijn voeten, terwijl de wrekende armen der doden zich dreigend naar mij uitstrekken.”

Hij smeekt de almachtige om medelijden, want de kwade droom blijft hem achtervolgen. Uit de verte klinkt dan de verleidelijke coloratuurstem van Marguerite Van Ghest, kleindochter van de decaan der batteliers.

Zij heeft zich vermomd als bohemienne gemengd tussen de zigeuners en de soldaten, en voorspelt het volk een mooie toekomst. De Keizer kijkt op van haar mooie stem: “Eh mais, ce chant si doux qui charme mon oreille, n’est - ce pas la voix sans pareille de la Bohemienne au regard seduisant ?”

Om zijn zwarte gedachten te verdrijven laat de Keizer de zigeuners tot zich komen. Hun dans en gezang moeten hem verstrooien. Marguerite zingt vrolijk van de gave die zij bezit: vandaag te voorspellen wat morgen zal gebeuren. De Keizer laat een rustbank brengen om te genieten van het ballet der bohemiens en bohemiennes (dit is het zogenoemde Ballet “Pas bohemien”).

Tenor Denzil Delaere who sings fisherman Johan in the Lyrica Gand premiere of Karel Miry's 'Charles Quint' (© 2012 Denzil Delaere)Nog steeds in vermomming zingt Marguerite een schitterende bolero vol virtuoze coloraturen: “Je suis enfant de la boheme”. In de mp3 sample afkomstig uit onze complete opname kan de virtuositiet van sopraan Amaryllis Gregoire worden bewonderd:

In de aria beweert zij alle mysteries te kunnen ver klaren. De Keizer is verrukt over haar verschijning en talenten. Johan, de jonge visser, is echter verrast Marguerite Van Ghest – met wie hij een verhouding heeft – aldus vermomd op deze plaats aan te treffen. Hij vraagt haar om een verklaring maar zij zegt die nog niet te kunnen geven, hetgeen haar geliefde natuurlijk nog nieuwsgieriger maakt. In een ensemble zingen Marguerite, de Keizer, Johan en de soldaten vervolgens een bijzonder lichtvoetig en sprankelend allegretto, "Le sort sourit a mon projet".

AmaryllisGregoireMarguerite

Het lot lacht Marguerite toe. Op grond van geruchten die ze opving in de herberg van haar vader heeft zij de kwade droom en de voorgevoelens van de Keizer begrepen. Om haarzelf en de toeschouwer nog onbekende redenen, hoopt ze te kunnen beletten dat hij in de val loopt. Terwijl Johan met stijgende ongerustheid Marguerites optreden volgt, leeft de hoop van Keizer Karel V op. De soldaten tonen zich net als hun keizer verrukt over het optreden van de “bohemienne”.

In een kort recitatief richt de Keizer zich tot Marguerite. Hij hoopt zijn toekomst en de verklaring van zijn dromen uit haar mond te vernemen. Marguerite stelt dat hij bij haar aan het goede adres is, want juist de toekomst is haar specialiteit! Johan begrijpt ondertussen steeds minder en minder van het optreden van zijn geliefde, maar houdt zich vooralsnog op de vlakte.

Charles V (1620 Anthony van Dyck)

Het ensemble wordt hervat en het allegro agitato evoceert de verschrikking van demonen, monsters en spoken uit de dromen van Keizer Karel V. Hieronder een mp3 sample van deze nachtmerriescene uit onze complete opname, vertolkt door bariton Vincent Bertrand:
 
 
De vertwijfeling van de heerser loopt qua concept in zekere zin vooruit op de hallucinatiescene in Mussorgsky’s Boris Godunov, terwijl Marguerite’s waarschuwing aan de Keizer “Prenez garde et prudence car ce que ma science vous predira arrivera” Azucena uit Il trovatorein memorie brengt (die Verdi opera beleefde enkele maanden voor Miry’s Charles Quint te Parijs zijn Franstalige premiere. Het is dus zeer goed mogelijk dat Miry voor deze prachtige, dramatische scene inspiratie aan Verdi’s meesterwerk ontleende.)

• Geert Soenen over Karels droom:

Marguerite (Margeita of Austria as fortune teller (The fortune teller ? Painting byKimbell)

 

Wat haar gaven hem zullen onthullen zal ook gebeuren, zingt Marguerite in de volgende ballade (met mannenkoor) vol virtuose coloraturen, “Quand le ciel est pur”.

De inzet van het allegro martiale waarmee de finale van het eerste bedrijf begint, geeft de Keizer weer moed. Hij dankt Marguerite voor haar zang, haar advies en het vertrouwen. Er ontstaat een mysterieuze band tussen beiden, maar Marguerite snelt weg bij het geschal van de klaroenen. Die verkondigen namelijk de komst van de magistraten, schepenen en Gentenaars, onder wie zich ook haar grootvader Van Ghest bevindt. De schepenen komen de Keizer in het koor “Au nom de la cite soumise” de sleutels van de Stad aanbieden. Ze onderwerpen zich opnieuw aan zijn gezag. De Keizer aanvaardt deze bewijzen van onderwerping en goede trouw, maar waarschuwt dat hij morgen voor hun tribunen zal verschijnen met de scepter en het zwaard. Van Ghest mompelt: “Morgen zal je boeten!”

De Spanjaarden bezingen dan in het hymnische slotkoor “Chantons la victoire” de overwinning, de gevechten en de glorie. Op de achtergrond defileert het keizerlijk leger.

TWEEDE BEDRIJF

Herberg de Rode Toren © 2009 VIOE (onroerenderfgoed.be)

Wij bevinden ons op de Vrijdagmarkt in de herberg “De rode Toren” (Dit gebouw bestaat nog steeds op de hoek van de Vrijdagmarkt en de Kammerstraat). Vooraan links, daalt een opengewerkte toren met wenteltrap, af naar de rivier. Het publiek ziet wie zich op de trappen bevindt, maar deze blijven verborgen voor de aanwezigen op het toneel. De avond valt in.

Een variant op het beginmotief van de Ouverture verklankt de tragiek van de centrale figuur van deze opera, Van Ghest, de oude Vlaming. Hieronder drie filmfragmenten uit de eerste repetities met het Jeugd- en Muziek Orkest Oost-Vlaanderen gedirigeerd door Geert Soenen:

Van Ghest is alleen in zijn herberg en droomt van de wraak die hij al zoveel jaren koestert. Wraak op de de Prins van toen, nu de almachtige Keizer Karel, die twintig jaar geleden van zijn gastvrijheid misbruik maakte om zijn geliefde dochter haar eer te ontnemen. Recitatief en aria: “J’ai vu passer vingt ans sur ma tete blanchie… Pauvre fleur au printemps brise” in larghetto–tempo, overgaand in een cabaletta-achtig allegro agitato: “Oui, je veille, et sur ma tete, prince infame et sans foi”.

Karl V with his mistress Johanna van der Gheynst (detail) © Paleis voor Schone Kunsten Gent)

Uit deze scene blijkt dat Van Ghests dochter (in de feitelijke historie was dit Johanna van der Gheynst – zie het schilderij hierboven) destijds stierf bij de geboorte van Marguerite, het kind dat de toenmalige Prins Charles destijds bij haar verwekte. Van Ghest voedde Marguerite op als zijn eigen dochter, hierbij verzwijgend dat zij in werkelijkheid zijn kleindochter was.

Marguerite as baby

Gedurende al die jaren bleef zijn hart verscheurd van woede, haat en grenzeloos verdriet. Nu die Prins van toen morgen als Keizer Karel de Vijfde de stad binnen denkt te trekken als overwinnaar van Gent, verheugt Van Ghest zich erop de schande uit te wissen door zich op hem te wreken. Zijn overpeinzingen worden onderbroken door de binnenkomende Johan die nog steeds tobt over over het geheimzinnige gedrag van zijn beminde Marguerite. Hij zingt een gracieus fragment tot Van Ghest: “Je viens prendre chez toi, notre digne doyen, un instant de repos”, waarvan hier een voorproefje, wederom gefilmd op de eerste repetitiedag met tenor Denzil Delaere:

Aangezien hij Van Ghest teneergeslagen ziet zitten durft hij hem echter niet te bevragen. Van Ghest schenkt hem een biertje in, maar drinkt tegen zijn gewoonte in niet mee. Hij zegt dat hij weg moet en dat Marguerite hem in de herberg gezelschap zal houden. In afwachting van haar komst zingt Johan een innige liefdesaria, “Dieu des amours”. Hierin vraagt hij Gods hulp en steun inzake zijn twijfels over Marguerites standvastigheid. Wederom gefilmd op de eerste repetitie volgt hier eerst een fragment waarin Geert Soenen tenor Denzil Deleare uitlegt hoe hij zich deze romance stilistisch voorstelt:



Vervolgens zingt Deleare de romance volledig. In dit prille repetitiefragment komen owel stijl en schoonheid van Miry's muziek, als Delaere's prachtig getimbreerde lyrische tenor al goed naar voren:

Marguerite descends the stairs  2010 Susan 10 (nationalgeographic.nl)

Dan komt Marguerite de wenteltrap af, een brandende lamp in de hand en ontdekt dat zij alleen is met haar aanbidder. In een plagerig duet “Je ris de sa jalousie” (dat op Offenbachs Orphee aux Enfers vooruitloopt) ontwijkt zij zijn vragen: zij kan hem haar geheim nu niet toevertrouwen. Enkele ogenblikken later komen de vrienden batteliers, collega’s van Van Ghest, uitbundig en uitgelaten binnen. In het mannenkoor “Gais bateliers” pogen zij enigszins opdringerig met Marguerite te flirten en vragen haar om een kus: “Moi je veux un baiser. Moi, j’en veux deux”. Margruerite is hier niet van gediend en dient hen van repliek met frases als “De grace, laissez – moi!”, bijgestaan door een boze Joahn die in woede ontsteekt: “Quelle audace! Bateliers, assez, finissez!” Allen vallen stil als Van Ghest binnenkomt. Hij laat bier halen voor de batteliers ens tuurt Marguerite weg. Daar Johan voor acht dagen weg moet uit Gent, vraagt hij nog een keer aan Marguerite haar geheim met hem te delen, maar ze stelt hem gerust met de belofte dat hij het zal weten als hij terugkomt.

Laurent Kubla (bt) who sings Van Ghest in the Lyrica Gent premiere of Karel Miry's opera Charles Quint (© 2012 Laurent Kubla)

Er volgt een herhaling van het battelierskoor “Gais bateliers” en een van hen kondigt aan dat Van Ghest het populaire refrein zal zingen dat zij destijds de Spanjaarden leerden nazingen, “Le Chant de la Revolte”. Dat is het lied van de opstand, waarvan hier een mp3 sample uit onze complete opname:

Het koor zingt uit volle borst de zogenoemde Couplets de Van Ghest mee: “L’Espagne aux Espagnols et la Flandre aux Flamands!” De tekst liegt er niet om:

“Nu de Gentenaars morgen,
Laf pardon smeken aan de overwinnaar;
Nu morgen onze pleinen zullen weegalmen
Van uw zangen, voor hem,
Die onze rechten
Onze vrijheden met de voeten treedt,
Haast je nu,
Fiere Spanjaard,
Om je biezen te pakken!
Wij dagen uw despotische macht uit,
Uw onwaardige scepter
Breken wij in stukken.
Verjagen wij van ons land dit onwaardig ras.

Spanje aan de Castilianen,
En Vlaanderen aan de Vlamingen!”

De gemoederen raken verhit tot de klokken van de nachtwacht luiden en de batteliers moeten vertrekken. Van Ghest blijft alleen achter. Hij zingt dan zijn grote monoloog, “Enfin ils sont parties”. Hierin verhaalt hij hoe hij zich heeft kunnen verbinden met een groep samenzweerders teneinde zijn wraak te voltrekken. Nu de Gentenaars de hand kussen van hem die hen komt kastijden, na velen van hen te hebben vermoord, zijn zij allen in de ban van de haat.

Een hoornsignaal weerklinkt ten teken dat de samenzweerders onder leiding van Padilla zijn geariveerd. Van Ghest ontvangt hen hoffelijk en is trots in hun midden te worden opgenomen. De Genuees Padilla toont zich bekend met intriges en verraad en deelt mede dat is gekozen voor vergif als instrument van de wraak. Terwijl hij spreekt hoort Marguerite bovenaan de trap van het complot. Zij kent Padilla’s stem niet en de andere aanwezigen kan zij niet zien, waardoor ze onwetend is van de betrokkenheid van haar vermeende vader. Geschrokken vlucht ze weg.

MargueriteVan Ghest

Het gedempte geluid dat ze daarbij maakt, doet de aanwezigen vrezen voor onraad, maar Van Ghest verzekert iedereen dat het slechts de wind is, die buiten waait. In hun hymnische couplets dramatiques bezingen Van Ghest en Padilla de dag van de wraak: “ Pour la patrie et pour l’honneur”.

Coat of arms Gand

De samenzweerders gaan uiteen. Van Ghest blijft alleen achter, overmand door geluk: “O vengeance! Demain, demain! O bonheur! O vengeance!” Vanuit de verte klinkt de stem van de vertrekkende Johan, zingend in zijn bark.

DERDE BEDRIJF

Gand, square of the Friday Market

Het grote plein van de Vrijdagmartkt.

Er is een optocht ter ere van de Keizer. Dit is de zogenoemde “Martiale brillante”, die getekend wordt door dezelfde dezelfde kwartsprong-signalen uit de trompetten zoals die in de introductie tot de opera schalden. Dan zingt Chales V het volk toe in zijn mololoog "Peuple de Gand', waarvan hier een mp3 fragment uit onze integrale opname:

De schepenen, de batteliers en anderen zingen in koor, “Houra!” Op het moment dat De Keizer de hem aangeboden beker wijn wil heffen, rukt Marguerite die beker uit zijn handen. Er volgt een groots larghetto ensemble, waarbij Keizer Karel solo de melodie inzet: “Quel est cet etrange mystere?” Marguerite volgt in een van de dramatische hoogtepunten van de opera: “Le ciel exaucant ma priere a comble les voeux de mon coeur. Aux coups d’un complot sanguinaire je viens d’arracher l’Empereur.” Padilla en Van Ghest voegen in met hun gedachten in “Fille imprudente et temeraire!” Het kwartet culmineert in een tutti met het koor der soldaten en Gentenaren.

Charles V vraagt in een allegro agitato om opheldering. Marguerite vertelt hem daarop dat de beker gevuld is met vergif. De Keizer beveelt de anderen van de wijn te drinken, maar deze weigeren. Overtuigd van hun schuld beveelt Karel de schuldigen aan de beul uit te leveren. Een wervelend ensemble-final besluit de akte: “Une pareille offense appelle la vengeance”.

Dan pas ziet Marguerite dat haar vermeende vader, Van Ghest, zich onder de samenzweerders bevindt. Ze stort in onmacht ter aarde.

VIERDE BEDRIJF

MargueriteVanGhestinprison

De gevangenis, waar Van Ghest wacht op zijn terechtstelling.

Uit de gevangeniskapel klinkt een ingetogen koor van gevangenen met orgelbegeleiding, “Prions, prions, mes freres pour ceux qui vont mourir”. Bijgevoegd fragment uit de officiele integrale opname toont Miry's vermogen contrasterende sferen effectief tegenover elkaar te zetten, teneinde tot een La forza del destino-achtige verdieping te komen:

Daarop volgt een een smartelijk duet tussen Van Ghest en Marguerite, die hem komt bezoeken. Ze smeekt hem haar te vergeven dat zij ongewild de schuld wordt van zijn dood: “Mon pere! - Toi, dans ces lieux! Temeraire!” Genknield vraagt ze hem haar liever te doden dan te verstoten. Van Ghest wil echter van geen vergeving weten en leest haar het vonnis voor dat hij van de tafel grist:

In een lange rij zullen zij van het Stadhuis naar het Prinsenhof gaan,
Met ontbloot hoofd en blootsvoets,
Gekleed in een lange witte pij.
Gehoond, verstoten,
Dn dan op het grote plein worden onthoofd
Door de hand van de beul!“
Ga weg van mij,
Voor mij is er enkel nog de beul.
Het heeft geen zin nog te vechten,
En niets kan mijn eigen gevoel van recht nog veranderen.
Wees blij dat voor al je gesmeek
Mijn hart je niet vervloekt.
Ik ga de weg naar het schavot.
En waag het niet me te volgen!

Maar het meisje geeft het nog niet op en blijft hem smeken:

Zie hoezeer ik lijd.
Folter me niet,
Ik laat je niet los,
Ik zal je volgen.
Je zal niet sterven.

Vertwijfeld klampt zij zich aan Van Ghest vast, maar deze gooit haar van zich af, haar in ontreddering achterlatend.

Dan wordt het Monnikenkoor uit de kapel hervat, “Prions , prions mes freres”. Het ademt de sfeer van de nakende dood. Radeloos wendt Marguerite zich tot de Heilige Maagd Maria in haar getormenteerde recitatief, “Malheureuse, ah, la forse m’abbandonne”. Haar wezen siddert van angst, de smart breekt haar moed en haar hart, hetgeen zich uit in de aria “Inspire-moi, Vierge immortelle”. Hierin smeekt zij een ingeving af die haar vader diens gruwelijk lot kan besparen. Dan wordt zij bezield door een straal van moed en liefde. Een onbekende stem – God zelf? – zegt haar dat zij onschuldig is. Een gevoel dat zij niet onder woorden kan brengen, heeft haar naar de Keizer geleid, tot wie zij zich door een mysterieuze kracht voelt aangerokken. Dan bedenkt Marguerite zich dat ze als Karels reddende engel misschien om genade voor haar vader kan smeken. Hier wererom een fragment uit onze integrale opname:

In de cabaletta van deze prachtige, veeleisende aria vat zij moed: “Ah, déja l’esperance vient briller a mes yeux – Heilige maagd, ik wil mijn vader redden! Ah, kom en leid mij”. Terwijl het toneelbeeld wijzigt snelt Marguerite heen.

VIJFDE BEDRIJF

 

Gent. Het paleis van de Keizer.

De Keizer geeft een groot feest in het keizerlijk paleis, het zgn. Prinsenhof. Na de dansen volgt het feestkoor “Chant d’amour, chant de gloire”, dat is doorspekt met herinneringen aan de mooie kinderjaren van Karel te Gent. De Keizer toont zich hierover verrukt in zijn lyrische recitatief en aria “Je revois ce palais... Tout ici me rappelle un vivant souvenir.” Zijn lyrische exclamaties worden echter onderbroken door de komst van Marguerite. Terwijl Van Ghest met de andere samenzweerders wordt voorgeleid ter voorbereiding op de excecutie, werpt Marguerite zich aan Karels voeten teneinde vergiffenis voor haar vader te vragen: “Grace, mon souverain, ecoute ma priere…”

Er volgt een majestueus trio et morceau d’ensemble tussen Marguerite, Johan en Charles, gevolgd door inzetten van Padilla, Van Ghest en het koor. Als Keizer Karel V haar smeekbeden niet inwilligt, springt Marguerite (a la Tosca, maar dan 43 jaar eerder!) van het balkon in de rivier, teneinde zich te verdrinken.

“Dood door jou!”, slingert Van Ghest de wraakzuchtige Keizer toe:

“Ziedaar hoe u de engel beloonde
Die u redde!
Weet u wel wie dat meisje is?
Dicht bij Oudenaarde werd u ooit ontvangen
Door een eerzame oude man
Hij stelde zijn schamele woning voor u open

En als dank beroofde u zijn geliefde dochter van haar onschuld en haar eer.
Bij de geboorte van het kind dat daaruit voortkwam liet zij het leven.
Ik, die haar vader was, adopteerde het meisje
En zwoer haar moeder te zullen wreken.”

Een aangeslagen Keizer Karel antwoordt, “Est-ce un reve? Et cet enfant, acheve”, waarop hier het laatste mp3 fragment uit onze integrale opname:

Van Ghest repliceert, “Tu viens de la tuer”.

Het koor brengt redding in “Plus de larmes, plus de detresse. Un pecheur vient au secours”, waaruit blijkt dat de teruggekeerde Johan Marguerite heeft kunnen redden van de dood. De keizer beseft nu alles.

MargueriteCharlesbeforePrinsenhof

Als Marguerite bij bewustzijn is vraagt Karel haar in het expressieve duet “O mon enfant, pardonne moi” om vergeving. Verbaasd verneemt Marguerite dan dat ze zijn dochter is en dat Van Ghest haar grootvader is. Als ze in de armen van de Keizer valt, zingen zij het duet “Céleste bonheur, qui brille et rayonne!” Karel exclameert dat de aanwezigen haar voortaan zullen begroeten met haar nieuwe naam, die van “Marguerite d’Autriche et princesse royale”. Als Johan vreest dat hij haar kwijt is, verzekert Keizer Karel hem dat hij zich geen zorgen hoeft te maken: “et si ton courage , un jour à ton amour fidêle, peut ennoblir ton coeur, tu sera son époux.”. Tot besluit schenkt Karel vergiffenis aan allen in zijn solo “Gantois comme vous, je reste votre frère et à ce titre seul je dois vous pardonner.”

In de hymnische, bijna strijdlustige, maar typisch Vlaamse-vrolijke chant final zingt iedereen een loflied op de verzoening tussen Vlaanderen en Spanje: “Qu’en ce jour d’allégresse chacun soit en liesse, ensemble Castillans, chantons Flandre et Flamands.”

Le Grand Theatre Gand where Charles Quint was premiered in January 1857

Geert Soenen over de nationalistische ondertoon van de opera: Hij vertelt dat Van Miry en tekstdichter Hippoliet van Peene ook tekenden voor het Vlaamse volkslied, "De Vlaamse Leeuw". Zij besloten Charles Quint dus feitelijk met een parafrase daarop. Op zichzelf geen stunt, ware het niet dat Charles Quint in de grote Opera ten doop werd gehouden, die, in tegenstelling tot die voor het Vlaams gepeupel, bevolkt werd door de toenmalige Franse elite. Soenen: "En die Franse elite applaudisseerde dan voor de frase "Vlaanderen voor de Vlamingen!"

• Dat de opera een groot succes was is duidelijk uit de goede kritieken en het gegeven dat het succes zich herhaalde gedurende uitvoeringen in Mons, waar Van Miry de kritiek op de lengte van zijn opera ter harte bleek te hebben genomen door een verkorte versie te presenteren:

GS, HdS, RS

Download de complete opera hier 


HISTORISCHE ACHTERGROND VAN DE OPERA

Joanna the Mad of Castille with her children Karl V & sisterToen Gent op 24 februari 1500 de geboorte van de latere Karel V in het Prinsenhof aldaar met kanonschoten begroette, konden de feestvierende stedelingen niet bevroeden dat de nobele boreling was voorbestemd om te heersen over een rijk waarin de zon nooit onderging. Nog minder vermoedde men dat deze zoon van aartshertog Filips de Schone en Johanna de Waanzinnige 15 jaar later de voor Gent vernederende Vrede van Cadzand (die keizer Maximiliaan I in 1492 aan Gent had opgelegd) zou bestendigen. Gent moest daardoor jaarlijks forse sommen geld aan Karels hofhouding in Spanje afstaan, die dienden om zijn vele oorlogen te bekostigen. Nog minder konden de feestvierende Gentenaren vermoeden dat de boreling 40 jaar later de Gentse weigering, zich blauw te betalen voor zijn grillen, met grof geweld zou vergelden, waarna hij de stadsmuren liet slechten en een dwangburcht voor Gent optrok.

De opstand van 1537

Charles V by Orley

Gent ging al voor Karels geboorte door een tijd van economische neergang, veroorzaakt door teruggang van de lakenhandel en het te lang vasthouden aan verouderde werkmethodes en privileges van de Gentse ambachten. Dat verzwakte Gents concurrentiepositie in de destijds opkomende vrije handelseconomie. Onder de toenemende neergang werd de belastingafdracht aan het centrale gezag na 1515 als steeds onbillijker ervaren, met als uiteindelijk gevolg de opstand van de onderklasse in 1537. Karels vertegenwoordigers werden met steun van de armen aan de kant geschoven door de ambachtsgilden. Gent weigerde vervolgens bij te dragen aan Karels oorlog tegen koning François I van Frankrijk. In 1540 volgde Karels antwoord, toen hij met een overmacht aan troepen voor de stadsmuren verscheen. Gent kon kiezen tussen plundering of onvoorwaardelijke overgave. Men koos voor het laatste. Het is op dit punt dat de opera van Karel Miry en Hippoliet van Peene begint.

Van Ghest tot Gheynst en Gheensts

an Peene meldt in het libretto meermalen dat het hem niet gaat om het scheppen van een historische opera, maar om een vrij werk dat elementen uit Karel V’s wapenfeiten vermengt met theatrale vrijheden. De eerste daarvan betreft de figuur van herbergier en opstandelingenleider Van Ghest. Deze Van Ghest was als Gilles Johan van der Gheenst (of Gheynst) werkelijk de vader van Johanna van der Gheenst (†Brussel 1542), de moeder van Karel V’s buitenechtelijke dochter ‘Marguerite’ uit de opera. Van Gheenst was in werkelijkheid echter geen herbergier, maar tapijtverkoper van de tapijtmanufactuur van gouverneur Karel I van Lalaing, die tevens kamerheer van Karel V was. De beroepswisseling kwam Van Peene kennelijk beter uit in verband met de scène in de kroeg, die theatraal meer mogelijkheden biedt voor de samenzweringsscène en de kroegkoren.

Keizer Karel with his mistress Johanna van der Gheynst at the birth of their daughter, Margaretha van Parma © Paleis voor Schone Kunsten Gent)

Historisch correct is het gegeven, dat Karel V onder betovering kwam van Margaretha's moeder, Johanna van der Gheenst. Dit gebeurde in het voorjaar van 1521, toen Karel haar ontmoette ten huize van zijn kamerheer Lalaing. Medio  december van datzelfde jaar resulteerde die hartelijke kennismaking in de geboorte van Margaretha. Zoals uit het schilderij van een gelukkige moeder Johanna met Karel aan haar zijde blijkt, overleed Margaretha's moeder in werkelijkheid echter helemaal niet op het kraambed. Van Peene lijkt hier dus vooral in te zetten op de aangesterkte emoties die operacomponisten nu eenmaal graag verklanken.

Margarete’s ouders overleden overigens wel toen het kind nog maar 5 jaar oud was, dit ten gevolge van de pest. Als wees werd Margaretha ook daarna echter niet door grootvader Van Gheenst opgevoed, maar ten huize van gouverneur Lalaing

Margaretha van Oostenrijk, hertogin van Parma, landvoogdes der Nederlanden

Margarete von Parma (1522-1586)(Anthonis Mor van Dashorst 1562)Op aandringen van voogd Lalaing erkent Karel Margaretha op 9 juli 1529 als zijn wettige dochter. Vanaf dat moment krijgt zij het recht de titel Margaretha van Oostenrijk te voeren, zoals de opera tot besluit vermeldt. Hierbij ligt echter de nodige verwarring op de loer, omdat Karel V’s tante en zuster van zijn vader, Filips de Schone, eerder al als Margaretha van Oostenrijk bekend stond (naar haar werd Margaretha van der Gheenst zelfs vernoemd). De betiteling is verder nog verwarrend, omdat Margaretha door haar huwelijk met Ottavio Farnese, hertog van Parma, sinds 1538 vooral gekend is als Margaretha van Parma, de latere landvoogdes der Nederlanden voor de naar Spanje vertrokken Filips II. Van visser Johan is in de jeugdjaaren van de in koninklijke geest opgevoedde Margaretha dus nooit sprake geweest.

Met behulp van de Nederlandse adel slaagde Margaretha erin, de opstand der Nederlanden te onderdrukken, al kon ze het succes van de reformatie niet tegenhouden. Halfbroer Filips II verving haar daarom in 1567 door de beruchte Hertog van Alva, waarna de opstand opnieuw begon, nu deels met succes. In 1577 werd Margaretha’s zoon Alessandro Farnese landvoogd der Nederlanden. Hij was een schitterende generaal, een groot diplomaat en verdraagzaam man die waarschijnlijk Holland had kunnen heroveren, als Filips II hem niet elders had gestationeerd. In 1580 was er even sprake van dat Margaretha terug zou keren om samen met haar zoon te regeren. Van daaraf zijn de bronnen tegenstrijdig. Volgens de ene hield Alessandro haar bij Namen tegen en stuurde haar terug. Volgens andere bronnen keek ze vanuit Italie trots toe hoe haar zoon succes na succes boekte in De Nederlanden, maar de werkelijkheid lag anders: Margaretha werd opnieuw door Philips II aangesteld als landvoogdes der Nederlanden en zij hoopte deze taak samen met haar zoon te kunnen vervullen. Die weigerde echter omdat hij dat als een stap terug ervoer. Bij haar aankomst te Namen op 26 juli 1580, vroeg hij daarom zijn ontslag. Als Margaretha daarop in een loyaliteitsconflict tussen de koning en haar zoon raakt, vraagt ze Philips II haar te ontheffen van haar taak. Filips II verordonneert Alessandro vervolgens gouverneur-generaal der Nederlanden te blijven, maar geeft toe aan diens wens, deze funtie alleen te bekleden. Margaretha wordt gesommeerd eveneens te blijven; zij ervaart Namen als een gevangenis. Pas op 4 januari 1584 (enkele maanden vóór Balthasar Gerards op 10 juli Willem van Oranje vermoordt) keert Margaretha terug naar Italie, waar ze op 18 januari 1586 in Ortona overlijdt.

De stroppendragers

Charles V with his English Water Dog (1532 Jakob Seisenegger)De plot rondom intriges van een boze grootvader en een keizer, die aan het eind pas ontdekt dat het meisje zijn dochter is, berusten dus volledig op de fantasie van Van Peene, behoudens het slot waarin de notabelen een diepe knieval voor Karel V moeten maken. De kennelijke aanstichters van de opstand, Jan de Vocht, Pieter van Aerde, Lieven van Doorne en Lieven Gheerts werden onthoofd, waarna hun lijken drie dagen lang op wagens werden rondgereden om de stad mores te leren, alvorens ze ter aarde werden besteld. Daarnaast vernederde hij op 29 april 1540 de schepenen, stadsambtenaren, poorters en de dekens van de ambachten, door hen blootvoets en gekleed in een zwarte tabbaard richting Prinsenhof te laten paraderen. Daarop volgden de leden van de kleine neringen en de weverij. Helemaal op het einde liepen de armen, gekleed in hun hemd en met de strop om de hals, als symbool voor hun verdiende straf aan de galg. Aangekomen in het Prinsenhof moest de hele stoet geknield vergiffenis afsmeken van de keizer en de landvoogdes. Een deel van de muren van Gent werd daarop geslecht en het Spanjaardenkasteel werd door Karel als dwangburcht gesticht.

Karel ‘de goede’…

Charles V (1532 Amberger)Gent heeft sindsdien een dubbele verhouding met de stadstelg. De gentenaren zouden de vernedering nooit vergeten, maar tooiden zich sindsdien met de geuzennaam ‘stroppendragers’, ten teken van hun dappere verzet. Tijdens de Gentse feesten (ooit door Karel verboden) tooit de Gentenaar zich in processie nog steeds demonstratief met een strop om de hals. Toch maakt het slot van de opera ook duidelijk dat Gent zich bewust is van het feit dat Karel V nadien ook veel goeds voor Gent heeft gedaan. Hij voerde een nieuwe grondwet in, die de macht van de ambachtsgilden verminderde. Daardoor kon de Gentse economie nu wel profiteren van het opkomende spel der vrije markten. Behalve als bestuurlijk hervormer geldt hij vandaag de dag overigens ook als stichter van de Sassevaart, de rechtstreekse verbinding tussen Gent en de Westerschelde. Zo heeft hij uiteindelijk ook veel goeds voor Gent gedaan, hetgeen Van Peene in zijn happy end lijkt te hebben willen vangen.

Op 25 oktober deed Karel V te Brussel vrijwillig afstand van zijn kronen in de Nederlanden ten gunste van zijn zoon Filips II. Karel overleed op 1 september 1558 in het Spaanse Yuste, waar hij zich de laatste jaren bezighield met tuinieren en met vissen vanaf zijn balkon.


Fragmenten uit Charles Quint zullen worden uitgevoerd tijdens het allereerste 401NederlandseOperas live concert van 26 April 2015, te Hoog-Keppel. Tenor Denzil Delaere , de Johan van de Gendtse creatie in moderne tijd, zal bij ons visser Johans 'Due des amours' vertoken. Hij wordt begeleid op de piano door Pieter Dhoore.


STEUN ONS BIJ HET ONTSLUITEN VAN NEDERLANDS EN VLAAMS OPERA ERFGOED

Vindt u het ontsluiten van het Nederlands opera-erfgoed ook belangrijk en wilt u bijdragen aan onderzoek of concerten, neem dan contact met ons op via de Dit e-mailadres is beschermd tegen spambots. U heeft Javascript nodig om het te kunnen zien. . Op de website vind u onder het kopje sponsoring een overzicht van de mogelijkheden.

Namens 401NederlandseOperas,

Bas ten Have
Anthony van der Heijden
René Seghers

vb3Charles Quint (Audio)
Download: € 6.99
lk5Charles Quint (Video)
Download: € 7.99