Carolus Hacquart (1640–1701?): De Triomfeerende Min

Utrecht: Festival Oude Muziek, Nicolaïkerk 

28, 29 augustus 2012 

Camerata Trajectina 

(Geënsceneerd) 

Tickets voor beide voorstellingen van 22:00 uur nog beschikbaar:

28 Augustus 22.00 uur hier

29 augustus 22:00 uur hier


1De Triomfeerende Min is geschreven ter gelegenheid van de Vrede van Nijmegen in 1678. Met deze Vrede kwam een einde aan de oorlog waarmee de Franse ‘Zonnekoning’ Lodewijk XIV de Nederlandse Republiek in het Rampjaar 1672 van de kaart had willen vegen. De dichter Dirck Buysero (1644-1707), in het dagelijks leven lid van de Admiraliteit van de Maas in Rotterdam, nam het initiatief voor De Triomfeerende Min. Hij schreef het libretto en vroeg de gambist Carolus Hacquart (ca. 1640-1701?) er muziek bij te componeren. Hacquart kweet zich bovenverwacht goed van zijn taak, maar moest genoegen nemen met een karig loon, omdat Buysero hem ondanks sommaties en processen de contractueel overeengekomen vergoeding nooit betaalde. Hoe de verhouding tussen beiden zich verder verhield blijkt onder meer uit het gegeven dat Hacquarts naam ergens klein onderaan de laatste bladzijde was weggestopt, terwijl Buysero zichzelf pontificaal op de voorpagina profileerde. Desalniettemin is het een van de succesvolste Nederlandse opera’s gebleken, die in opvoeringaantallen eigenlijk alleen door Buysero’s De bruiloft van Kloris en Roosje wordt overtroffen.

SYNOPSIS


[1] Preludium

In het ‘Voorspel’ van de Min bezingen de godinnen Vrede en Geluk de paradijselijke toestand van Nederland vóór het Rampjaar. 

[2] Verlatenw’, ô Geluk, nooyt deze steê (Vrede, Geluk, Pan)

[3] Dans van saters, menaden, bosbewoners

Als de oorlog uitbreekt heeft dat onder meer tot gevolg dat meisjes zich niet meer aan de liefde willen overgeven.

[4] Marsch

[5] Kom schoone moeder van de min (minnaars en minnaressen) Susan Jonker (s)

[6] Verandering in een Tuin
[7] ‘K ben de God, die elk onthaal (Comus)
[8] Laat het zwaard verroesten (Vermaken) 

Dat is een ernstige bedreiging van de minnehandel. Het liefdesgodje Kupido spreekt oorlogsgod Mars aan op deze onhoudbare toestand en daagt hem uit er om te vechten. 

2Voordat de ruzie uit de hand loopt komt Venus tussenbeide, de godin van de liefde en moeder van Kupido. Ze verleidt Mars, met wie ze al eerder een relatie had. De oorlogsgod bezwijkt voor haar charmes en toont zich bereid de oorlogshandelingen te staken. Helaas is deze enige echte dramatische scène in het werk, de confrontatie tussen Kupido, Mars en Venus, die Buysero grotendeels ontleende aan Les amours de Venus et d’Adonis van Jean Donneau de Visé (1670), geheel gesproken. De eigenlijke muziek begint pas als de festiviteiten na de vredestichting plaatsvinden, te beginnen met Venus zang ‘Verliefde Harders sproeit u voort’ [9], hier vertolkt door sopraan Renate Arends: Daarna komen de Goden vertellen hoe blij ze zijn en zo ook herders en herderinnetjes, boertjes en boerinnetjes; ja, zelf een moortje en morinnetje komen uit Amerika over om hun vreugde te uiten!” 

[10] Hoe lustig is het hier te weezen! (moortje en morinnetje)

[11] ‘K zie nu hoe alles met de Vrede samenspant (Tirsis en Filis) 
[12] Niet meer van kryg gezongen (boertjes en boerinnen) 
[13] Looft die Godin, wiens groote kracht (Mars)

[14] Laat zorgen varen (Bachus)

[15] Kom laat ons geen genuchten sparen (Ceres en Bachus)

[16] Dans van Bachanten

[17] O Vrede, die zoo lieflyk harten bind (Ceres, Bachus, Mars)

[18] Men danke die Goddin (minnaars en minnaressen)

[19] Ziet hier de langgewenste Vrêe (koor)

[20] Gelukkigh Nederland! (koor)

[21] Leeft lang in overvloet, en vrêe (Neptunus)

[22] Dans van de Tritons

[23] Afdaling van Apollo

[24] Laat nu met vreugd voorleden smarten vaaren (Apollo)

[25] De Vrê vertoont zich weder (koor)

Sopranen: Hieke Meppelink (2, 10, 15, 17, 25), Mariët Kaasschieter (7, 10, 12, 19, 20, 25, 28), Susan Jonker (5, 11, 18), Renate Arends (9); Mezzo-sopraan: Talitha van der Spek (2, 5, 18, 25); Altus: Sytse Buwalda (5, 8, 12, 17-20, 24, 25); Tenoren: Nico van der Meel (5, 8, 12, 14, 15, 18-20, 25, 26, 34), Bernard Loonen (7, 25); Bas/bariton: Frans Fiselier (2, 8, 11, 12, 19-21, 25), Jasper Schweppe (13, 17, 25), Camerata Trajectina. 

Opname: 22-26 August 2011, Bunnik 


DE EERSTE OPERA 

DETIOMFERENDEMINHet fundamentele probleem met de geschiedenis van de Nederlandse opera is dat het uiterst lastig is criteria vast te stellen waarlangs kan worden beoordeeld wat een Nederlandse, laat staan een opera als zodanig is. S.A.M. Bottenheim verschafte De Triomfeerende min legendarische status door haar in zijn handboek van de Nederlandse operageschiedenis uit te roepen tot ‘s lands allereerste ‘opera’, ook al… werd deze destijds volgens hem en anderen helemaal niet opgevoerd. Het tekent de problematiek van Neerlands grillige operageschiedenis in een notedop: 

1. Deze eerste ‘Nederlandse’ opera is gecomponeerd door een Vlaming.

2. De triomfeerende min is eigenlijk een zangspel, dat in de uitgave van 1680 wordt aangekondigd als een ‘Vredespel, gemengt met zang- en snaarenspel, vliegwerken, en balletten’. Buysero omschreef het zelf als een ‘zweemsel naa d’Italiaansche en Fransche Opera’ en hoopte vooral dat het de aanzet zou vormen tot ‘iets groters’. Volgens Louis Peter Grijp gaat Buysero’s wens pas in 1686 volledig in vervulling, als Govert Bidloo zijn Bacchus, Ceres en Venus* op de Amsterdamse planken brengt, met muziek van Johan Schenk. Grijp: “Dit stuk kan met recht de eerste Nederlandse opera worden genoemd: het wordt van begin tot eind gezongen en ook luid en duidelijk als opera aangekondigd”. *(Camerata Trajectina voerde het in 2006 op en maakte er een cd van).

3. Tot voor kort werd aangenomen dat De Triomfeerende min in 1680 helemaal niet tot opvoering is gebracht, omdat het werd geweigerd door de beoogde premièrelocatie, de Amsterdamse Stadsschouwburg. Grijp: De Oranjegezindheid van tekstdichter Dirk Buysero lijkt daar debet aan te zijn geweest. Officieel wilde de Stadsschouwburg geen politiek op het toneel, maar ze bedoelden volgens mij vooral geen Oranjegezind toneel. Amsterdam had namelijk een moeilijke verhouding met de Oranje’s, nadat Willem II in 1650 bij verrassing probeerde Amsterdam in te nemen. Ik denk dat Amsterdam daar blijvende schade in de verhouding met de Oranjes heeft opgelopen. Het Huis van Oranje is natuurlijk ook altijd verbonden geweest aan Den Haag en dat is ook altijd water en vuur gebleven.”

Samenvattend zitten we dus met het gegeven dat ‘s lands eerste opera meer gesproken tekst dan muziek kent, geen dramatische handeling heeft, werd gecomponeerd door een buitenlandse componist en dat het werk destijds niet eens tot opvoering zou zijn gekomen. Die laatste aanname staat na Grijps recente onderzoek naar de uitvoeringsgeschiedenis van De Triomfeerende min op losse schroeven. Grijp: “Onbekend is of De Triomfeerende Min is gespeeld in Nijmegen, waar diplomatiek Europa zich had verzameld om de vrede te bewerkstelligen. Het stuk moet echter wel in Den Haag zijn opgevoerd. Constantijn Huygens, secretaris van de Prins van Oranje en groot muziekliefhebber, dichtte daar op 31 december 1678:  

 Op Buyseroos Camerspeeltje van de Vrede

Wat quam’er soet geluyd uijt menigh mond en hart,
Als ijeder keel de Vred’, het best van alle dingen,

Soo cierlijck kost besingen,
Als s’hier besongen werdt.

Grijp: “Het woord ‘kamerspeeltje’ (klein kamerspel) doet vermoeden dat De Triomfeerende min bij de Haagse uitvoering bescheidener van opzet was dan Buysero zich die in de Amsterdamse Schouwburg voorstelde, namelijk met kunst en vliegwerk. Na Huygens’ fraaie recensie begrijpen we waarom Buysero de uitgave van De Triomfeerende Min aan hem opdroeg – al zou het goed kunnen dat Huygens vooral enthousiast was over de prachtige muziek van Hacquart. In elk geval beviel hij de componist een jaar later aan bij Prins Johan Maurits van Nassau, in wiens woning in Den Haag (het Mauritshuis) Hacquart graag concerten wilde geven.” 


Camerata Trajectina’s reconstructie van De triomfeerende min (2011)

Camerata Trajectina heeft de teksten van Buysero volledig intact gelaten waar het de muziekfragmenten betrof, maar de gesproken dialogen verkort en aangepast aan de tijd. Grijp: “We hebben met veel plezier nieuwe alexandrijnen voor de teksten van de Goden gedicht, terwijl de stervelingen gewoon praten. Soms valt een God even uit zijn rol, als ie heel boos wordt!”

De muziek leverde minder problemen op dan doorgaans met zulke oude partituren het geval is, omdat de partituur al in 1996 door Pieter Andriessenwerd gereconstrueerd. Grijp: “Dat is eigenlijk niet des Camerata Trajectina’s, maar er bleef toch nog genoeg ruimte voor eigen invulling over. In de uitgave van 1680 staan namelijk wel de vocale stukken maar niet de instrumentale dansen, daar zijn geen noten meer van. Andriessen vulde dat in met sonates van Hacquart. Wij volgen diezelfde gedachte, maar kozen voor dansmuziek uit Hacquarts gambasuites. Wij hebben deze vervolgens omgewerkt naar een bezetting van twee violen en een bas of twee hobo’s en een fagot; typische bezettingen voor het toneel uit die tijd. Maar als Apollo uit de hemel afdaalt en Hacquart diens partij met begeleiding van twee zachte fluiten heeft uitgeschreven, dan hebben we dat natuurlijk met liefde gerespecteerd.”

Prachtige muziek

De vraag waarom Camerata Trajectina zich nu dan eindelijk op De Triomfeerende min heeft gestort laat zich makkelijk beantwoorden. Volgens Grijp komt dat omdat het prachtige muziek is: “Hacquart zwikzwakt een beetje tussen het idioom van Lully en de vroege Italiaanse barok. Hij schreef kwalitatief hoogwaardige muziek en was een veelzijdig componist. Hij maakte hele intieme gambamuziek en prachtige vierstemmige sonates, naast kerkmuziek en dus ook deze bijna-opera.”


HISTORISCHE ACHTEGROND 

De vrede van Nijmegen

Opera of ‘toneelspel met muziek en snaren’, de plot is een uiterst spitsvondige allegorie op de Vrede van Nijmegen en de afschuwelijke oorlog die eraan vooraf ging. Grijp: “De vrede van Nijmegen markeerde het einde van de Hollandse Oorlog die was begonnen in het Rampjaar 1672. Lodewijk XIV had toen besloten het puissant rijke Holland van de kaart te vegen. Met liefst 100.000 soldaten marcheerde hij moordend en plunderend op naar Utrecht. Hij had zich daarbij verzekerd van de steun van de Engelsen en het zo geregeld dat de bisschoppen van Münster en Keulen Nederland ook nog vanuit het Oosten bedreigden.” 

3

Waterlinie

In Den Haag brak paniek uit en men besloot tot het inzetten van het zwaarste verdedigingswapen dat Nederland kende: de waterlinie. Van de Biesbosch tot en met Amsterdam werd het land onder water gezet. De Franse kanonnen liepen vast in het moeras dat aldus ontstond en de opmars kwam tot stilstand. Grijp: “Daarmee werd tijd gewonnen, maar de paniek was groot. De Fransen gingen buitensporig wreed te werk. Zelfs zwangere vrouwen werden door de Fransen in Bodegraven op gruwelijke wijze met bajonetten uitgemoord. Kinderen werden doodgesmeten, er zijn tekeningen van Romeyn de Hooghe die dat allemaal illustreren:

De paniek leidde tot de roep om een sterke man, Willem III. De Haagse leiders, de gebroeders De Wit werden gelyncht door het Haagse grauw, zoals dat zo mooi heette, aldus Grijp.

45

Willem de Derde werd daarop per direct stadhouder en leider van het leger gemaakt. Zijn voortvarende aanpak leidde ertoe dat deze zwarte bladzijde uit de vaderlandse geschiedenis toch nog met een sisser afliep. 

VREDESPEL 

6In 1678 werd tot grote vreugde van alles en iedereen de vrede getekend. De enorme opluchting uitte zich onder meer in het vredespel van Buysero, waarvoor hij de naar Holland geëmigreerde Vlaming Carolus Hacquart als componist wist te strikken. Grijp: “Als Vlaming was hij katholiek. Dat betekende dat zijn muzikale opvoeding mede bestond uit het bestuderen van de barokke kerkmuziek uit die dagen. Die muziek was binnen de Nederlandse gereformeerde gemeenschap in die dagen uitgesloten. Die barokke kerkmuziek was overigens Italiaans van signatuur, maar als je kijkt naar Hacquarts stijl en ook die van een componist als Schenk, dan is duidelijk dat de Franse barok van Lully de operavonk in Nederland heeft doen ontsteken. Italië was het operaland bij uitstek, maar de Republiek heeft zich in eerste instantie vooral door de Franse opera laten inspireren.”


Hieronder een videomontage van Bogeart Vanderauderaa waarin historische afbeeldingen van de oorlog en het vredesverdrag zijn gemonteerd op de muziek van 't Samenspraak tussen Bacchus en Ceres' uit De triomfeerende min, afkomstig van een geïsoleerde opname van dit fragment door Camerata Trajectina uit de jaren tachtig, voor een LP rondom Constantijn Huygens.

00:22 Carolus Hacquart on an engraving in 'Chelys', 1686
00:38 Godfried Schalcken, Allegory on the Peace of Nijmegen, 1676/77, Museum Het Valkhof, Nijmegen
01:19 Henri Gascard: The signing of the peace treaty between France and Spain in Nijmegen on September 17, 1678, 1679, Museum Het Valkhof, Nijmegen
01:56 The Peace Treaty as published in The Hague in 1678.
02:24 The 1974 edition of the Opera


BEKNOPTE UITVOERINGSGESCHIEDENIS

•  (29?) december, 1678

        Uitvoering te Den Haag

•  1920

Piet van Westrheene (dirigent) bewerkt De triomfeerende min voor de Arnhemse Bachvereniging. De ontbrekende ouverture componeert hij er spontaan bij, maar uit respect voor de oude partituur is hij terughoudend met de klarinetten en de trombones laat hij zelfs thuis.

• 1974

Een nieuwe uitgave van De Triomfeerende min verschijnt

•  Data onbekend

Uitvoeringen in Vlaanderen en bij de KRO.

•  1978

LP-opname Alpha MBM 39, m.m.v. René jacobs, Marjanne Kweksilber, Anne Verkinderen, Marius van Altena, Harry van der Kamp, Collegium Vocale Gent/ Musicua Antiqua o.l.v. van Ton Koopman

•  12 januari 1983

Locatie: De IJsbreker, te Amsterdam
Uitvoerenden ??

•  Juni–Oktober 2007

- 7 juni: Opening van het amateurfestival Oude Muziek Nu in Hoorn
- 9 september Scheltema: Theater (Leiden)
- 30 september: Haags Historisch Museum (Den Haag)
- 6 en 7 oktober: Theater zwembad De Regentes (Den Haag)

7

Stichting Vocaal Verhaal. Alten: Elise van de Putte, Marja de Roode, Ellen Looyestijn; Tenoren: Anthonie Meijers, Jaap de Jong, Koos Burgmeijer; Bassen: Krijn Smallenburg, Paul Burgmeijer, Peter van Veen; Elly van Munster (luit, arciliuto, theorbe), Guillermo Brachetta (clavecimbel); Muzikale leiding: Elly Looyenstein. Regie: Ton van Kempen en Nicoline van de Beek. Hieronder de videomontage van de productie in Theater zwembad De Regentes, Den Haag, met daarin interviewfragmenten:

•  1996

         Pieter Andriessen bewerkt De Triomfeerende min in de serie Monumenta Flandriae Musica (Muzikale monumenten van Vlaanderen).

•  28/29 augustus 2012

Camerata Trajectina voert De Triomfeerende min op in de Nicolaï Kerk, Utrecht in het kader van het Festival oude Muziek en brengt een gezaghebbende studiopname van het werk uit.

8


BRONNEN

– Interview 3 augustus 2012 RS met Louis Peter Grijp (artistiek leider Camerata Trajectina)
Tekstboek De triomfeerende min/ Camerata Trajectina (cd Globe 2011/12)
– Teskstboek De triomfeerende min/ Stichting Vocaal Verhaal (2007)
– Een muziekgeschiedenis der Nederlanden, Louis Peter Grijp (Meertens Instituut Amserdam, 2001)
– S.A.M. Bottenheim: De Opera in Nederland (2e Druk, 1983)

– Geschiedenis van den Amsterdamschen schouwburg 1496-1772 (ed. J.F.M. Sterck),  J.A. Worp (S.L. van Looy, Amsterdam 1920)
- Videomontage 't Samenspraak tussen Bacchus en Ceres': Bogeart Vanderauderaa
- Videomontage Theater zwembad De Regentes, Den Haag: T(GP) Media Producties (Gerard Molenaar (camera), Tessa Molenaar (camera/interviews))