Karel Miry - Bouchard d'Avesnes (synopsis)
The unique revival of Karel Miry's 1864 grand opéra Bouchard d'Avesnes by Lyrica Ghent was one of the most moving operatic experiences I have ever witnessed. The work is an absolute msterpiece in the genre and the excecution, though made with modest financial means, was stunning. All performers rose to their top level in a cast headed by the mesmerizing Marguerite of Jolien De Ghent and the often impressive Bouchard by tenor David Astorga, who mastered here one of the most challenging rôles ever written for tenor. Likewise Paul Claus, Christian Lujàn and the delicious Dugazon of Isabel Garcia in the trouser rôle of Roger gave their hearts and soul to Miry and the conductor, Geert Soenen. The latter is chef of the JeMOO Youth orchestra of East Flanders, an ensemble that he inspired here to give what may well prove to have been their best performance ever.
Bouchard d'Avesnes (Audio)
Download: € 15 |
Bouchard d'Avesnes (Video)
Download: € 15 |
In short, the Lyrica revival was far more than some provincial performance of just another local rarity. This was to date the last example of the superb operatic tradition that Ghent used to have until the late 1970s and the most important operatic rediscovery of the year 2014 for sure. Regrettably, we can only publish extensive highlights, for the simple reason that one of the support cast singers did not agree to have her excerpts published. This still leaves us with 90% of the opera, including all the true highlights. RS.
KAREL MIRY (1823 – 1889): BOUCHARD D ‘AVESNES (1864)
Grand’Opéra in 5 akten en zeven tonelen
Frans libretto: Hyppoliet Van Peene
Cast: Bouchard D’Avesnes (David Astorga, tenor), Guillaume de Dampierre aka Norbert (Paul Claus, baritone), Marguerite (Jolien De Gendt, soprano), Regnier/Baudry (Christian Lujàn, baritone), Roger (Isabel Garcia, soprano), Choirs Novecanto and FA.SI.-nant (Baarle-Drongen), Symphonic Youth orchestra of East-Flanders (JeMOO), Tom Deneckere (choir master), Geert Soenen (conductor), Conservatory Ghent, ”Karel Miry” Hall, March 2, 2014 (15.00 hours)
A Lyrica Ghent production (First performance in 150 years !!)
* The highlights download excludes the small rôle of Jeanne.
KORTE INHOUD VAN DE OPERA
Text: René Seghers, Hilaire De Slagmeulder
Overture
Het verhaal speelt zich af in 1224.
Akt I
Het doek gaat op over een kille ochtend in een eikenwoud nabij het kasteel van Étroeung in Henegouwen. Een zigeunertroep kampeert er op een open plek. De zigeuners hebben zich verzameld rond een groot vuur.
|
Allen zijn verkleumd van de koude en kijken uit naar de komst van hun leider Norbert, die een nieuwe voorraad proviand moet komen brengen. De zigeuner Baudry staat op de uitkijk als er een hoornsignaal weerklinkt. Norbert arriveert vergezeld van twee zigeuners met proviand. In ‘Ami, calme ta peine’ spreekt hij de zigeuners moed in.
|
Uit de monoloog ‘Oui, moi leur chef’ blijk dat Norbert geen zigeuner is, maar de Franse edelman Guillaume de Dampierre, een vertrouweling van de Franse koning Philippe Auguste. Hij is geïnfiltreerd onder de zigeuners met als doel de opstandige Bouchard D’Avesnes ten val te brengen. Die is na een nederlaag in Palestina op weg naar zijn kasteel in Étroeung. Spionnen van Dampierre hebben hem gesignaleerd. Dan verschijnt Roger, de page van Marguerite, gravin van Konstantinopel, echtgenote van Bouchard. Precies de vrouw op wie Dampierre zijn zinnen heeft gezet. Ze is in de buurt op jacht en wil raad inwinnen van een ziener die hier blijkbaar zijn thuishaven heeft. In het duettino Roger-Norbert ‘Va, me dit-elle, va beau page’ verklaart Norbert dat hij die ziener is. Dan blijkt ook de page heimelijk verliefd op Marguerite en wil weten wat zijn kansen zijn. Norbert verzekert hem dat zijn liefde wordt beantwoord. Eenmaal alleen gebiedt Norbert de zigeuners zich terug te trekken, zodat hij zijn voorname gast privé kan ontvangen. Zigeunerkoor: ‘Partons, de sa vengeance redoutons le courroux’.
Marguerite komt op. Ze zoekt raad inzake een angstwekkende droom waarin haar echtgenoot bij het grafgewelf van de Verlosser vergiffenis afsmeekte voor zijn zonden. Is hij dood? Norbert stelt haar gerust. Bouchard leeft en komt nog deze dag thuis bij zijn geliefde echtgenote. Als een gelukkige Marguerite vervolgens nog naar de betekenis van de droom vraagt, antwoordt Norbert: ‘Wij zijn arme zigeuners, door het lot op vreemde grond geworpen. Laat ons toe, vanavond het feest van uw hereniging op te luisteren. Daar zal ik dan uw droom verklaren’. Alleen zingt Norbert een sarcastische monoloog: ‘Laat de beker zich vullen met de heerlijkste nectar. Norbert zal hem weldra veranderen in azijn’.
De page Roger beveelt de hoornblazers de jacht in te leiden, waarna Marguerite samen met de edele dames en heren en hun jachtgevolg de e akte besluit met het jagerskoor ‘Tayaut, Tayaut, le cor résonne’.
|
Akt II, deel 1
Een zaal die het perystilium vormt van het kasteel van Étroeung. Deuren aan de zijkanten.
Bouchard is thuisgekomen en bezingt zijn geluk in recitatief en aria ‘Enfin du ciel la colère apaisée… De mes aïeux asile séculaire’. Hij verhaalt van zijn vlucht, toen hij ver van huis een fatale vergissing ging uitboeten. Hij spreekt van een geheim en noemt zich een zoon van het noodlot, een banneling in eigen huis. Hij hoopt in Marguerites armen genade te vinden en bidt tot God. In het allegro herleeft de hoop in zijn hart: ‘Ah, je le sens, déjà tout me présage’.
Dan komt zijn oude dienaar Règnier op, die hem uitnodigt tot het welkomstfeest. Bouchard vreest dit feest: iemand zou in hem de meinedige verrader van weleer kunnen herkennen! Règnier overtuigt Bouchard er echter van dat God hem thuis zal beschermen. Net als vroeger op het slagveld, zullen zij samen elk gevaar met opgeheven hoofd tegemoet treden. Duet: ‘Seigneur, au nom de la Duchesse’.
Akt II, deel 2
Feestzaal met in het kasteel van Bouchard. Allen zingen in koor de lof van de wijn, de dapperheid, de glorie, de eer: ‘La nuit enchanteresse’. Bouchard brengt een heildronk uit op Marguerite, en dan op allen. Ter antwoord zingen zij het machtige koor, ‘Guerriers de l’Ostrasie’. Dan zingt de page Roger op verzoek van Marguerites uster Jeanne en Bouchard opnieuw het mooie liede dat hij eerder eens voor marguerite zong, ‘Près des murs de Byzance’. Dat verhaalt van een kruisvaarder die uiteindelijk op de vleugels van de liefde in haar armen terug te keren. Dan worden de zigeuners aangekondigd en herhhalen de aanwezigen onder aanvoering van Bocuard het ‘Guerriers de l’Ostrasie’.
Ballet, Pas Noble; de opkomst van Règnier, Norbert, de Zigeuners, dansers en danseressen.
Bouchard toont zich opgetogen over de zigeunerkunsten en Norbert zing de ballade van de wijze Heer Alain, ‘Loin de ces bords’. Deze Alain ontleende zijn kennis aan een pact met de duivel, die hem had bekleed met het priestergewaad. Gedurende een jaar zag men de wijze Alain het goddelijk altaar bestijgen… Bouchard vrstijft daarop en gebiedt de zanger te zwijgen. Jeanne wil echter de rest horen en Norbert vervolgt de ballade met de verzen waarin de priester het beschermend huis van God verlaat en zijn pupil trouwt... Hij wordt door een wanhopige en woedende Bouchard onderbroken met de kreet ‘Ongeluk over jou om dit schandelijke verhaal!’… Als Marguerite Bouchard vraagt wat hem bezielt antwoordt hij dat die ongelukkige priester zijn vriend was en dat hij hem moet wreken…
Onder aanvoering van Bouchard begint er een groot ensemble waarin de aanwezigen uiting geven aan hun verschillende stemmingen, ‘Parole redoutable’. Norbert verheugt zich op de verschrikkelijke momenten die hij Bouchard nog zal laten ondergaan. Als Bouchard zijn zwaard trekt plaatst Marguerite zich tussen hem en Norbert, zeggende dat hij en zijn zwaard te edel zijn om zich aan moord te bevuilen. Bouchard vervloekt Norbert tot ontsteltenis van allen.
Akt III
De grote ontvangstzaal van het kasteel.Bouchard wordt getroost door Règnier, die het geheim van zijn meester kent. Hij betuigt zijn trouw in de romance ‘Lorsque jadis sur ta tête si chère’. Maar Bouchard wil de gehate Norbert vinden. Hij gelast Règnier hem te zoeken en vraagt zich af of Norbert alleen handelt, of onderdeel is van een complot om Bouchard te doden.
Dan komt Marguerite binnen. Ze is het feest ontvlucht om bij haar echtgenoot te zijn. Duet ‘Inquiète de ta souffrance’. Bouchard zegt dat zij zijn engel is, de enige lichtstraal in zijn donkerste nacht, misschien wel hun laatste samenzijn… Zij begrijpt zijn sombere woorden niet. Daarop vertelt hij haar hoe zijn liefde voor Marguerites puurheid van hem een meinedige maakte. Hij smeekt haar hem niet te ontvluchten in zijn ongeluk. In het allegro ‘Bonheur extrème, amour extrème’ bezweert zij hem, liever nog te sterven.
Uit de verte klinkt krijgshaftige marsmuziek. Het zijn ridders die Bouchard uitdagen voor een feestelijk toernooi ter ere van zijn terugkeer. Marguerite stelt hem voor, de sjaal te dragen die zij voor hem borduurde tijdens zijn afwezigheid: die zal hem zeker de overwinning schenken! Bouchard toont zich enthousiast als Marguerite hem haar sjaal opspeldt.
Er volgt een massatoneel ter gelegenheid van het toernooi. Het algemene koor zingt de mars ‘Quand va briller la lance’ over krijgers vol hoop op een glorieus lot op het slagveld, waar zij vechten voor hun geliefden. Na dit krijgskoor volgt een tweede ballet dat allen verrukt aanschouwen. Bouchard dankt de ridders voor zoveel hoffelijkheid als Jeanne binnenkomt. Zij zegt dat dat er van feesten geen sprake kan zijn en richt zich tot Marguerite: ‘Dochter van Boudewijn, sidder van angst. Ik weet alles: de zanger heeft mij het vreselijk geheim van jouw Bouchard onthult. Destijds heeft hij je hart bedrogen door een valse, heiligschennende liefde.’ Jeanne toont haar een perkament met daarop de banvloek van de Kerk: Bouchard blijkt geëxcommuniceerd! Als Marguerite pal achter haar man blijft staan, stelt Jeanne dat zij weldra haar man zal leren kennen als… een priester! Alle aanwezigen verwijderen zich ontzet. Het koor reageert heftig in ‘Quel affront, quelle offense’. Voor een dergelijke misdaad is er hoop noch vergeving.
In ‘Pardonne ma triste faiblesse' vraagt Bouchard vergiffenis voor zijn zwakheid. Marguerite wijst hem echter af. Règnier bidt God om vergeving. De anderen zien in de ontmaskering de wraak Gods: de bedrieger zij vervloekt! Nog eenmaal smeekt Bouchard Marguerite om vergeving. De aanblik van Marguerite deed hem zijn gelofte aan God vergeten, maar het mag niet baten. In een machtig crescendo geeft iedereen geeft dan uiting aan zijn gevoelens.
Akt IV
Een gotische zaal in het kasteel. In afwachting van Marguerite’s ontwaken begroeten de hofdames en page Roger de ochtendzon aan de azuurblauwe hemel, met in de verte vergulde bergtoppen, voorboden van een dag die wellicht betre tijding brengt: ‘Le jour revient, chères compagnes’. Marguerite stuurt allen echter weg. In de aria ‘Une image chérie’ herleeft zij de droom van die nacht, waarin een geliefd beeld troostend voor haar gekwelde ziel verscheen, om vervolgens te veranderen in een spook:
|
Marguerite heeft alsnog gekozen voor haar echtgenoot. In het allegro van de aria herhaalt zij de banvloek niet te aanvaarden en in haar liefde tot Bouchard te volharden tot in de dood, ‘Reviens, reviens, et dans mon âme’.
Dan brengt Jeanne nieuws. In het duet 'Dieu m'a donnée' blijkt de bisschop van Senlis beloofd te hebben om ontbinding van haar huwelijk met Bouchard bij de Heilige Vader te vragen, om zo Marguerite's eer te herstellen. Marguerite weigert daarmee in te stemmen.
Alleen zweert Jeanne haar zuster kapot te zullen maken. Dat is precies waar de gearriveerde Norbert op rekende, zo blijkt. Hij vertelde haar de waarheid omdat hij de kroon van Vlaanderen voor zichzelf ambiëert! Als Jeanne vraagt waarom hij denkt er aanspraak op te kunnen maken vertelt Norbert hoe een Franse ridder ooit het bed deelde van een edele Vlaamse Dame die haar gelaat verborg achter een masker. Na zes maanden ontdekte de ridder de identiteit van zijn gemaskerde geliefde, toen hij als souvenir aan een vurige nacht haar gebedenboek meenam. Thuis zag hij op de eerste bladzijde de volgende woorden staan: ‘Aan haar gelukkige minnaar Guillaume van Dampierre, de gravin van Vlaanderen’. Jeanne blijkt zelf die gravin te zijn en Norbert/Dampierre was haar geliefde. In ruil voor de hand van haar zuster zal hij het haar het gebedenboek met de bekentenis van haar ontrouw teruggeven en anders gaat het het naar haar echtgenoot, Ferdinand van Portugal. De deal is eenvoudig: als Bouchard ter dood wordt veroordeeld kan Norbert Marguerite trouwen en zij is de erfgename van Vlaanderen. Alleen zingt Norbert zijn triomfaria ‘Enfin du sort la faveur sans égale’. Dan verschijnt Bouchard. Deze weet inmiddels van Norberts handelen in opdracht van de Franse koning, die Vlaanderen wil knechten. Bouchard trekt zijn zwaard voor een duel-in-duetvorm, ‘De ce glaive qui brille’. Hun duel wordt echter onderbroken door Jeanne, Marguerite, Roger, Règnier, de dames en heren van het Hof en schildwachten. Als de wachters Bouchard willen arresteren plaatst Marguerite zich tussen hen en haar man. In de finale ‘A ton ordre sévère’ wordt Bouchard tenslotte toch weggevoerd. Marguerite valt overmand door verdriet neer.
Akt V
|
De gevangenis van het kasteel van Rupelmonde, waar Bouchard vast zit. Jeanne uit haar wroeging en wil Bouchard vergiffenis schenken, maar Norbert/Guillaume eist dat zij haar belofte houdt. Jeanne tekent daarop wanhopig het doodvonnis van Bouchard. Dampierre verliest geen tijd om zich van zijn rivaal te ontdoen: een treurmars weerklinkt en monnikengezang kondigt de terechtstelling aan. Bouchard komt op en neemt afscheid van zijn vrouw en kinderen in recitatief en aria ‘Voici l’heure suprême… Je vais mourir, Flandre chérie’.
|
Dan komt Marguerite op en volgt een trio tussen Bouchard, Marguerite en Norbert: ‘O mon époux, le cri de la souffrance’. Bouchard wordt weggeleid en Marguerite valt stervend neer. Règnier heeft het volk verzameld om Bouchard te redden maar zij komen te laat. Het doodvonnis is voltrokken. Voor de torens van Rupelmonde wordt het lijk van Bouchard zichtbaar, met beul en bijl nog naast hem. Het volk bidt in het koor ‘O Saint martyr’, alvorens in woede te ontsteken. De stervende Marguerite wordt gegrepen door een heilig delirium. Ze pakt de bijl die haar man velde en heft een haatlied aan tegen de vreemden en hen die Vlaanderen willen verknechten, ‘Allons, point de faiblesse’, met slotkoor ‘Anathème sur l’étranger!’
|
Einde van de opera.
•
Both the tracked audio download and the video download (filed per act) have over 2,5 hours (90%) of Bouchard d'Avesnes and they include a 135 page pdf booklet with many photos of the production, the plot, the libretto (French/Dutch) and extensive singers' biographies.
< Johan Wagenaar: De Schipbreuk | Reinbert de Leeuw: Axel Synopsis > |
---|