Reinbert de Leeuw - Menu
Buy: € 60.00
Reinbert de Leeuw terug bij Satie
Reinbert de Leeuws fascinatie voor de muziek en de belevingswereld van Erik Satie resulteerde eind jaren zeventig in drie wereldberoemde Philips langspeelplaten met daarop onder meer de Gnossiennes en de Gymnopédies van Erik Satie. Het succes was zo groot dat hij na zijn Satie-jaren nog maar één oplossing zag om aan de eeuwige vraag naar meer Gnossiennes te ontkomen: geen Satie meer spelen. In het Holland Festival 2011 keerde hij voor het eerst in lange tijd weer terug als dirigent/pianist met werk van Satie. De Leeuw waarschuwt de fans van weleer echter, dat de Satie van Uspud weinig van doen heeft met de Satie van de Gnossiennes.
Video: © 401DutchOperas.com
Photos RdL © 401DutchOperas.com
Reinbert de Leeuw geeft tijdens het Holland Festival een piano-recital met werk van de Franse componist Erik Satie uit de periode tussen 1891 en 1894. Centraal in de voorstelling staat de instrumentale versie van Saties zelden uitgevoerde werk Uspud, een bizar ‘christelijk ballet in drie aktes’ waarin tal van geestverschijningen hun opwachting maken, zoals heiligen, martelaren, demonen en Christus aan het kruis. Het stuk heeft de kruisiging als centraal thema en verbindt op Satie’s typisch eigenzinnige wijze mystieke en satirische elementen. De voorstelling werd ondersteund met lichtontwerpen en beelden van videokunstenaar Arjen Klerkx. Uspud werd voor de pauze voorafgegaan door vier andere werken uit Saties esoterische periode. Die periode hangt samen met De Leeuws fascinatie voor Satie: ‘Satie keerde zich rond 1890 als componist volkomen af van wat er om hem heen gebeurde. Hij was een intrigerende figuur. Satie was destijds tamelijk bekend als cafépianist en had een grote kring van mensen om zich heen bij wie hij in hoog aanzien stond. In zijn latere leven is hij met name door zijn samenwerking met Picasso en Picabia enorm in waardering gestegen. Hij heeft ook een van de eerste echte filmsoundtracks gemaakt met René Clair.’
Een zucht van herkenning
Pratend over Satie komt De Leeuw terug op zijn eerder gegeven waarschuwing aan het adres van de fans van zijn beroemde Satie-opnamen uit de periode 1977 tot 1980: ‘Het succes daarvan verraste mij destijds. Ik voerde Satie al in de jaren zestig uit, maar toen werd hij nog niet altijd even goed begrepen. Ik koos bewust voor een langzaam tempo, waarbinnen die muziek tot zijn recht kwam. Dat ontsloot de magie van met name de Gnossiennes en de Gymnopédies. Dat is ongelofelijk directe muziek die via die opnames destijds wereldwijd aansloeg. Als ik die stukken daarna op concerten speelde, kon je een zucht van herkenning door de zaal horen gaan. De werken die ik op het aankomende Holland festival speel, komen echter uit een andere periode, vandaar ook mijn eerder uitgesproken waarschuwing!’
Satie en de Rozenkruisers
Reinbert de Leeuw doelt op de periode tussen 1891 en 1894, waarin Satie zich nadrukkelijk in de esoterische wereld manifesteerde. De Leeuw: ‘Het was zijn Rozenkruiserperiode, waarin hij ook zijn eigen kerk stichtte. Hij schreef destijds ondoorgrondelijke stukken. Dit mede omdat hij zelf alles mystificeerde. Dat maakt zijn muziek tegelijkertijd weer ongelofelijk aantrekkelijk.’
Satie’s zelden uitgevoerde ballet Uspud scheen De Leeuw lang onuitvoerbaar. De Leeuw: ‘De actie die in de handeling beschreven staat is zo surrealistisch en extreem, dat het als ballet sec onmogelijk gegeven kan worden. Het gaat over duizenden figuren, over mensen met hagedissenkoppen, een kerk in de gedaante van een heel mooie vrouw met een dolk in haar borst, over instortingen, vallende rotsen, demonen, martelaren enzovoorts. Alles draait daarbij om de bekering van Uspud, maar tegenover die exuberante actie staat een volledig in zichzelf gekeerde muziek, die nooit op die actie reageert.’
Videoregie
Die tegenstelling tussen exuberante actie en een volledig introverte muziek fascineerde De Leeuw: ‘Ik zocht een vorm waarbinnen het stuk uitvoerbaar werd en via videokunstenaar Arjen Klerkx vond ik uiteindelijk een bevredigende oplossing, waarbij videobeelden op de handeling reageren.’
Over de relatie tussen de film en de muziek zegt De Leeuw: ‘Er staan soms dingen in Satie’s partituren die opzienbarend zijn. Dan staat er bijvoorbeeld een akkoord dat de kwalificatie ‘toujours’ meekrijgt, of ‘très bien’. Danses gothiques, een ander volledig in zichzelf gekeerd stuk, krijgt verrassend mooie titels mee. De informatie komt op scherm. Het wordt een heel wonderlijke avond.’
< Reinbert de Leeuw: XENAKIS | Reinbert de Leeuw: Retrospect > |
---|