Misha Mengelberg: Koeien

  • MengelbergKoeienSlideMichaMengel
  • MengelbergKoeienSlideGuusJAnsen
  • MengelbergKoeienSlideDuyns
  • MengelbergKoeienSLideBokma
  • MengelbergKoeienSlideBennink
  • Micha Mengelberg
  • Guus Janssen
  • Cherry Duyns
  • Pierre Bokma
  • Han Bennink

Koeien (Recensie van de wereldpremière van 12 juni 2015)

Een nagelaten opera die niet bestaat, muziek die nooit als zodanig is gecomponeerd, zang die voor het leeuwendeel niets met opera gemeen heeft– waarom wil iedereen toch zo graag een opera componeren? Waarom hebben jazz en popmuzikanten toch die hang naar het woord ‘opera’? Dat komt omdat opera de in alles maar vooral in melodramatische zin overtreffende trap is van zang, dans en theater; de Olympische variant van de muzikale atletiek. Koeien is daarmee een wannabe DaDa ‘opera’ vrij naar Misha Mengelberg.

Misha Mengelberg heeft overigens nadrukkelijk bijgedragen aan de vaderlandse aarts anti-opera, het nozemwerk Reconstructie dat hij in 1969 samen met Louis Andriessen, Peter Schat, Reinbert de Leeuw, Jan van Vlijmen en librettist Harry Mulish construeerde.  Sindsdien liep hij rond met het idée voor een DaDaïstische trilogie rondom o.a. het thema koeien. Verder dan het concept kwam hij nooit, maar door de decennia heen bleef hij vrienden als Cherry Duyns er het hoofd over doorzagen. Hij beweerde zelfs met TNO in onderhandeling te zijn over robotkoeien die dan over het toneel zouden moeten bewegen. Nu was Mengelberg een fantast zonder weerga die graag de draak stak met van alles en nog wat, dus wellicht hoeven we dat niet al te serieus te nemen. Tenslotte kwam zelfs een libretto nooit tot stand. Maar ter gelegenheid van de 80e verjaardag van de dementerende Mengelberg hebben Duyns en componist Guus Janssen uit teksten en uitspraken van de jubilaris een conceptueel werk geconstrueerd, gebaseerd op aaneengelaste fragmenten uit Mengelbergs muzikale jazz oeuvre. In Duyns’ eigen woorden: “Er is nu een libretto in Misha’s woorden dat hij nooit zo gemaakt heeft en er is muziek van Misha, die hij nooit zo geschreven heeft”.

Hoe precies dit nihilistisch-absurdistische werk te karakteriseren blijft een lastige vraag: is het een jazzopera? Ja en nee. Ja, omdat het een opera op jazzmuziek wil zijn, nee omdat er niet echt klassiek in gezongen wordt behoudens in  de centrale rol van de bijenkoningin. Dus wellicht toch, tenminste ‘een beetje’? Maar een en ander heeft verder ook een hoog revue gehalte en er zou eerder van een jazz musical moeten worden gesproken. Gek genoeg voor een werk zonder gestructureerde tekst heeft Koeien wel een plot. Alles draait om boer en bariton Mattijs van de Woerd, die verliefd wordt op de bijenkoningin, vertolkt door sopraan Katrien Baerts. Als ook  de ijscoman, vertolkt door acteur Beppe Costa, verliefd wordt op het boerinnetje (de alt Fanny Alofs), is de cirkel rond. De Bijenkoningin zingt absurdistische teksten met lange en korte coloraturen, waaruit haar nood blijkt over het vergif dat de boer over het land wil sproeien. De twee komen tot een romantisch vergelijk. De ijscoman kweelt zijn lied in over-the-top chansonderivaten op hilarische teksten als: ‘Zie toch die vrouw, haar hoop is al vervlogen. Hoor toch die vrouw, zo jong en van de wijs, neem mijn gelati, neem mijn ijs, zie toch die vrouw…’  

Ondertussen schuift een koor van loeiende koeien uit het Haags Conservatorium heen en weer over het toneel (dit zijn overigens gewoon dames en heren, men is gelukkig niet in de valkuil van als koeien verklede zangers getuimeld). Zij zingen mantra-achtige teksten als ‘Pijn trilt in de horens van de weidekoe, de horens hebben kracht in de weide, neem de glorieuze trilling waar, tril om de trilling.’ De hoofdpersonages zingen hun absurdistische liefdesduetten en hartverscheurende zielenroerselen op teksten die daar helemaal niets mee te maken hebben. Teksten klinken in de trant van de genoemde serenade van de ijscoman. Het duet tussen de boer en de bijenkoningin verloopt op het stramien ‘Ik ben bij jou / jij bent bij mij / goedenavond – Hoera!’  Daar tussendoor loopt Pierre Bokma rond als alter ego van Mengelberg. Hij becommentarieert het een en ander op satirisch/sarcastische wijze. Daarmee is Koeien wel samengevat.

Was het dan een verspilde avond met een mislukte opera die kant nog wal raakt? Nee. Mengelbergs jazzmuziek heeft een enorme drive, de regie was geestig, soms zelfs ontroerend en boven alles was daar percussionist Han Bennink die naast het instrumentale ensemble gaandeweg steeds meer de show stal. Dit is beslist geen stuk dat snel weer van stal zal komen als de tournee door de provincies eenmaal is uitgeraasd en het is ook allang geen grensverleggend theater meer, (dit jaren twintig recept was in de sixties eigenlijk al passé). Maar de drive en de passie waarmee Koeien op de planken kwam, deed mij toch bescheiden meeklappen, al viel de incidentele boe evenzeer te plaatsen. Die kwamen van nietsvermoedende abonnees, die geen idee hadden van het feit dat ze middenin de collectieve viering van Mengelbergs verjaardag waren beland.

Zo negatief als enkele collega’s over deze productie schreven, wil ik hier niet zijn: met 70 minuten was het stuk precies aan de tijd. Als grote surprise voor de vele jazz– en Mengelbergfans in de zaal werd de componist tijdens het slotapplaus in rolstoel het podium op gereden en min of ‘vertoond’. Hij klampte zich vast aan de bloemen. Of hij besefte waar hij was en wat er gebeurde is onduidelijk, zelfs of hij zijn eigen muziek herkende weten wij niet, maar het was een ontroerend moment. Soms onttrekt iets zich aan een heldere definitie: Koeien is wellicht geen opera maar van het begin tot en met het slotapplaus wel een authentieke happening!

Rolverdeling en plotdetails

Een boer, een boerin, een mooi meisje en zes koeien, waaronder weidekoeien, luchtkoeien en een waterkalf – ziedaar de oer-Hollandse en tegelijk licht surrealistische setting die Misha Mengelberg bedacht voor zijn muziektheaterwerk Koeien. Met de teksten en de muziek van dit onvoltooide project hebben componist Guus Janssen en regisseur Cherry Duyns een voorstelling gemaakt die in haar absurdisme toch onmiskenbaar Mengelberg is, en waarin een wonderlijk personage, gespeeld door Pierre Bokma, aanwezig is dat doet denken aan de maestro zelf, die dit jaar 80 wordt. Met zicht op de bühne, waar zijn oude kornuiten van het ICP Orchestra spelen, peinst hij voor zich uit, geeft hij commentaar en sticht hij – geheel in de geest van Mengelberg – vooral veel verwarring.

Tekst & muziek: Misha Mengelberg
Regie, beeld, samenstelling libretto: Cherry Duyns
samenstelling muziek: Guus Janssen i.s.m. Michael Moore
Grafiek    Han Bennink
Cast: Katrien Baerts, Fanny Alofs, Mattijs van de Woerd
zes zangers van het Koninklijk Conservatorium Den Haag
Acteurs: Pierre Bokma, Olga Zuiderhoek, Beppe Costa
Musici    ICP Orchestra: Ab Baars, Tobias Delius (klarinet/sax), Michael Moore,  (trompet), Wolter Wierbos (trombone), Mary Oliver (viool/altviool), Tristan Honsinger (cello), Ernst Glerum (bas), Guus Janssen (piano), Han Bennink (drums)
productie    Stichting Enveloppe
coproductie    Holland Festival
wereldpremière    Amsterdam, 9 juni 2015
Di 9, wo 10 juni 2015 (20:00, inleiding 19:15)
Stadsschouwburg Amsterdam, Rabozaal
toegangsprijzen    € 25 / 22,50
Studenten/CJP € 17,50 (alle rangen)
kaartverkoop  www.hollandfestival.nl
75 minuten, geen pauze
Nederlands
www.operamisha.com

ACHTERGRONDINFORMATIE

MengelbergKeienLogo

Koeien is een opera van en over componist en pianist Misha Mengelberg (Kiev, 1935). Zijn ‘unvollendete’ muziektheaterwerk Koeien dient als fundament voor een opera waarin als extra toevoeging ook Mengelberg zelf als personage opduikt. Doordat Mengelberg niet meer in staat is om te componeren, werkten componist Guus Janssen en schrijver, film- en theatermaker Cherry Duyns – eind 2013 ging zijn film Misha enzovoort in première – nauw met elkaar samen om de noten en de tekst van deze ‘unvollendete’ tot een speel- en zingbaar geheel te maken. Improvisatie, de kern van Mengelbergs muzikale denken, is daarbij niet onbelicht gebleven. De uitvoering is in handen van Mengelbergs eigen Instant Composers Pool (ICP), opgericht in 1967. Voor de cast zijn de vocale solisten Katrien Baerts (sopraan), Fanny Alofs (alt), Mattijs van de Woerd (bariton) en zes jonge zangers van het Koninklijk Conservatorium Den Haag aangetrokken, en de acteurs Pierre Bokma, Olga Zuiderhoek en Beppe Costa. De visuele component van de voorstelling is in handen van slagwerker Han Bennink, die meer dan een halve eeuw met Mengelberg samenspeelde en ook verantwoordelijk is voor de ICP-huisstijl.

Het oorspronkelijke idee was een drieluik te maken van de stukken Behang, de Voordracht en Koeien. Uiteindelijk is besloten om alleen Koeien met enkele delen uit de Voordracht tot een geheel te smeden van ongeveer 75 minuten. Het libretto van Koeien laat zich misschien het beste lezen als een groot gedicht. Mengelberg is in alle opzichten oorspronkelijk – onmiskenbaar zijn de sporen van Dada en Fluxus in zijn werk. Koeien geeft toegang tot Mengelbergs wereld: verwikkelingen op het platteland met weidekoeien, luchtkoeien, een waterkalf, een bijenkorf aan de hemel, een boer en een klagende boerin. En de betoverende Almide voor wie de boer dreigt te zwichten.

Pierre Bokma neemt de (toegevoegde) rol van Misha Mengelberg op zich. Geen Mengelberg-imitatie, maar toch onmiskenbaar Mengelberg: warm en licht diabolisch. Zijn woorden zijn gekozen uit quotes en vraaggesprekken die in de loop der jaren van Mengelberg zijn opgetekend, zoals: ‘Ik kan mij voorstellen dat sommige musici worden geïnspireerd als ze kijken naar de mooie benen van het meisje op de eerste rij, maar ik heb dat niet. Bij het spelen ben ik zeer vaak geneigd de mensen te pesten.’ Bokma neemt de toeschouwer bij de hand om die plotseling los te laten. Hij staat op de bühne, kijkt naar de opera en houdt zijn eigen verhaal, dat hij soms met de meanderende handeling laat meebuigen. Hij levert commentaar, brengt reliëf aan en veroorzaakt – geheel in de geest van Mengelberg – her en der verwarring.

BIOGRAFIEËN

Misha Mengelberg (Kiev, 1935), de leider van het Instant Composers Pool Orchestra (ICP Orchestra), is een spotvogel in de wereld van de gecomponeerde en geïmproviseerde muziek: een filosofische denker over muzikale zaken, die ernst paart aan absurdisme – als docent aan het conservatorium verdedigde hij de strenge principes van het contrapunt, terwijl hij in zijn ‘lawaaiklas’ voor studenten de academische tucht relativeerde. In de geïmproviseerde muziek van ICP introduceert hij compositiemodellen, in zijn gecomponeerde werk vervlecht hij geïmproviseerde insubordinatie. Als jazzpianist grijpt hij terug op zijn vroege idolen Thelonious Monk (de nooit overijlde tred, dichte akkoorden) en Herbie Nichols (harmonieën die de traditionele patronen op hun kop zetten). Eind jaren zestig is Mengelberg een van de grondleggers van de Europese geïmproviseerde muziek, samen met zijn levenslange drumpartner Han Bennink. Vanaf de jaren negentig oogsten Mengelberg en het ICP Orchestra groeiende internationale erkenning voor zijn live gerealiseerde collage-acties en zijn elegante en geestige schrijfstijl. Mengelberg was medecompnist van de geruchtmakende opera Reconstructie uit 1969, waarmee hij samen met Louis Andriessen, Reinbert de Leeuw, Peter Schat en Jan van Vlijmen componeerde. Mengelberg is onderscheiden met de Gaudeamusprijs (1961), de Wessel Ilcken Prijs (1966), de Bird Award (1989) en de Matthijs Vermeulenprijs (2001).

Cherry Duyns (Wuppertal, 1944) is schrijver, film- en theatermaker. Hij publiceerde romans, korte verhalen (De Zondagsjongen, Dante’s Trompet, De Chinese Knoop, Achterland) en opstellen over beeldende kunst. Met schilder/schrijver Armando schreef en speelde hij zowel voor de televisie als voor het theater bijna een kwart eeuw Herenleed, vertellingen van weemoed en verlangen. In samenwerking met trompettist André Heuvelman maakte en regisseerde hij de theatervoorstellingen Windkracht en Kwam een vogel gevlogen (met sopraan Barbara Hannigan en slagwerker Peter Prommel). Voor zijn documentaire films is hij veelvoudig onderscheiden onder andere met de Nipkowschijf, een Gouden Kalf en de prestigieuze Prix Europa. Samenwerking met Reinbert de Leeuw in de jaren tachtig heeft geleid tot de 8-delige reeks Toonmeesters, films over de eigentijdse componisten Messiaen, Kagel, Vivier, Ligeti, De Vries, Goebaidoelina, Górecki en Oestvolskaya. Ook verfilmde Cherry Duyns Im wunderschönen Monat Mai van Reinbert de Leeuw (met Barbara Sukowa). In 2013 voltooide Duyns de film Misha enzovoort, over het aangrijpende afscheid van Misha Mengelberg van de internationale podia.

Guus Janssen (Heiloo, 1951) studeerde piano en compositie aan het Sweelinck Conservatorium te Amsterdam. Als componist en uitvoerend musicus brengt hij verschillende werelden bijeen: klassieke muziek en jazzmuziek, compositie en improvisatie. De muzikanten met wie hij samenwerkt reiken van de Letse vioolvirtuoos Gidon Kremer tot de Newyorkse avantgarde-improvisator John Zorn. Guus Janssen componeert instrumentale en vocale muziek voor vaak onorthodoxe bezettingen – van een duet voor piano en hi-hat tot een opera met boventoonzangers (Noach). Als pianist is Janssen een vaste verschijning op grote en kleine podia, variërend van jazzcafés tot het Amsterdamse Concertgebouw. Voor zijn verdiensten in de jazz-en geïmproviseerde muziek ontving hij de Boy Edgar Prijs 1981. Voor zijn compositorisch werk werd hij in 1984 bekroond met de prestigieuze Matthijs Vermeulen Prijs. In 2012 ontving hij de Johan Wagenaar Prijs voor zijn gehele oeuvre. Guus Janssen speelt geregeld met het ICP Orchestra.

Drummer en multi-instrumentalist Han Bennink (1942) werd geboren in Zaandam. Zijn eerste slagwerk was een keukenstoel. In de jaren zestig begeleidde hij Amerikaanse jazzsterren als Sonny Rollins, Ben Webster, Wes Montgomery en Eric Dolphy. Als solist en als mede-oprichter van het ICP Orchestra (1967-heden) speelde Bennink een belangrijke rol in de ontwikkeling van de Europese geïmproviseerde muziek. Met Willem Breuker, Misha Mengelberg en Wim T. Schippers trad hij op in een groot aantal komische muziektheaterproducties. Bennink is ook beeldend kunstenaar en exposeerde zijn collages en objecten in eenmanstentoonstellingen in onder andere het Haagse Gemeentemuseum (1995), Calgary (1997) en Sarajevo (2008). Een groot overzicht van zijn beeldende werk was in 2012 te zien in Museum Belvédère te Heerenveen. Han Bennink beleefde internationale successen met het Clusone Trio (1990-1998) en werd onderscheiden met de European Jazz Award en de Skoda Jazz Award. Tot zijn Nederlandse trofeeën horen de Wessel Ilcken Prijs (1967) en de Bird Award (1985). Zijn biografie De wereld als trommel verscheen in 2009 bij uitgeverij Thomas Rap. The Guardian schreef in 2005 over Bennink: ‘Everybody should, before they die, see Han Bennink’