Brandts Buys Festival • Operaconcert (Johannette Zomer)
Zaterdag 22 september 2018 OPERA RECITAL met SPECIAL GUEST: JOHANNETTE ZOMER.
SPECIAL GUEST: Johannete Zomer. Mmv. Jolien De Gendt, Barbara Schilstra (sopraan), Denzil Delaere, Hendrik Vonk (tenor), Nemanja Milisevic (bas), Eske Tibben (mezzo), Jan ten Bokum, Pieter Dhoore, Reinild Mees (piano), instrumentaal kwartet (Linda Jongenburger, fluit • Lea van der Heyden, viool • Henk Menkveld, clarinet • Lineke Stoop (cello), Koninklijk Zutphens Mannenkoor, 401ZutphensMeisjeskoor o.lcv. Ivette van Laar.
TICKETLINK 24,75 euro
Op zaterdagmiddag 22 september (14.00 uur) vindt het hoofdconcert van het Jan Brandts Buys Festival Zutphen 2018 plaats, het grote operaconcert in de Hanzehof (Buitensociëteit). Eregast en ster van deze matinee is de internationaal vermaarde Zutphense sopraan Johannette Zomer. Een keur aan solisten (sopranen Jolien De Gendt en Barbara Schilstra, mezzo-sopraan Eske Tibben, tenoren Denzil Deaere en Hendrik Vonk, bariton Hans de Vries, bas Nemaja Milisevic) en het Koninklijk Zutphens Mannenkoor en het meisjeskoor van de Muzenhof brengen hoogtepunten uit alle negen Jan Brandts Buys opera’s (gearrangeerd voor kleine bezetting door de Zutphense musicologoog en auteur van de gezaghebbende Jan Brandts Buys biografie, Jan ten Bokum).
Artistiek leider van het Jan Brandts Buys Festival Zutphen 2018, René Seghers: 'Op het programma drie wereldpremières, o.a. uit de laatste opera’s van de componist, die door zijn overlijden en de veranderde politieke situatie niet meer tot uitvoering kwamen). Eveneens uniek is de uitvoering van het bewaard gebleven fragment van een eerste operapoging uit 1898, het zogeheten 'Spaanse Fragment' (omdat het een SSpaans gegeven was).Verder neemt het operaconcert ons mee op een zinderende reis die van Das Veilchenfest (1905) via Glockenspiel (1912), Die Schneider von Schönau (1915), Der Eroberer (1917), Der Mann im Mond (1918), Micarême (1919), Traumland (1925) en Hero und Leander (1929) naar Ulysses (1932) voert. Opera's waarvan (op twee geïsoleerde uitvoeringen van Die Schneider von Schönau na) nooit een noot heeft geklonken na WOII.'
Das Veilchenfest 1905 *
(Akte 3 Eerste deel) Mich treibt ein banges leises Weh (Ivi, bedelares)
Spaans fragment 1898 **
(Akte 1 Scene 4 en 5) Du dunkle, wollustvolle Nacht (Koning Juan, Irene) *
Die Schneider von Schönau 1915
Akte 1 II, Steig auf, mein Lied (Florian)
Akte 2 XII, Ich bringe euch die Uhr zurück (Christian)
Akte 3 XIX, Ich sehe dort Veronika (Florian, Veronika)
Der Eroberer 1917 *
Akte 2 XII en XIII, Vater! Mutter! Alles verloren! (Erika, Veroveraar)
PAUZE
Glockenspiel 1912 *
Trink, Kamerad (Columban, Veit, Amor, Agnes)
Hero und Leander 1929 **
Akte 3, Hier liege du… (Hero)
Akte 3, Ha, was ist das? Zurück! (Finale Hero, Leander)
Traumland 1925-1927 *
Akte 1, Ach Gott ich wagt’ (Schoolmeester, Droomgod)
Akte 2, Im Namen meines Volkes steh ́ ich hier (Burgemeester)
Micarême 1919 *
Gott sei gedankt (Junge Frau)
Es singt und rauscht die Nacht / Mein liebes Lied (meisjeskoor, Narr)
Säume nicht, verträume nicht (Junge Fraun, Narr)
Ulysses 1932 ***
III, Komm, besungener Ulysses (Duet van de Sirenen)
VIII, Holde Penelope, hör ́ uns gnädig an (Mannenkoor)
Der Mann im Mond 1918 *
Akte 3 Scene 14, Der Erde bist du nun genesen (Zizipe, Prins, Sassafras)
* Creatie in de moderne tijd
** Wereldpremière
*** Wereldpremière voor publiek
•
OVER DE OPERA'S VAN JAN BRANDTS BUYS
1898, Spaans Fragment
Akte 1 Scene 4 en 5 'Du dunkle, wollustvolle Nacht' (Koning Juan, Irene)
Brandts Buys exprimenteerde al in zijn jeugdjaren met een opera, waarvan echter slechts een paar regels tekst bewaard bleven. Het Spaanse fragment is het vroegste opera-poging waarvan ook de muziek bewaard is. Het kwam voort uit een terloopse reis naar Wenen in 1892 waar hij als muziekcorrespondent van Het Vaderland verslag moest doen van de internationale Ausstellung fur Musik- und Theaterwesen. Deze reis zou het verdere leven van Brandts Buys bepalen. Hij bleef namelijk in Wenen hangen. Om zich daar als componist te ontwikkelen, voorzag hij in zijn levensonderhoud als muziekcorrector en arrangeur voor diverse uitgevers. In 1898 begon hij aan een opera op een Spaans thema, maar dit werk bleef op de eerste akte en een stukje van de tweede na onvoltooid. Net als later Micarême speelt deze opera met Carnaval, al toont het dan populaire Spaanse thema, hier rondom rokkenjager Gomez die wordt tegengewerkt door Don Quichot en Sancho, geen inhoudelijke overeenkomsten met Micarême. Het broeierige, laatromantische duet uit de eerste akte van het 'Spaans Fragment' is een heuse wereldpremière, want van dit torso is nooit ook maar een noot uitgevoerd en slechts enkele mensen weten van het bestaan ervan. Als scheppende uitvoerders treden Denzil Delaere en Jolien De Gendt daarmee in de voetsporen van Brandts Buys createurs als Richard Tauber, Minnie Nast en Lotte Lehmann.
1909, Das Veilchenfest
Akte 3 Eerste deel 'Mich treibt ein banges leises Weh' (Ivi, bedelares)
Brandts Buys connectie met Dohnányi leidde direct of indirect ook tot zijn opera Das Veilchenfest, nadat hun gezamelijke kennis Victor Heindl hem het libretto aanreikte. Daarin figureerde een Don Quichot figuur die in Wenen zijn veroveringen maakte, hetgeen Brandts Buys deed besluiten zijn Spaanse opera in te wisselen voor deze met het commercieel gezien interessantere uitgangspunt. De ouverture van Das Veilchenfest werd al medio 1907 onder titel ‘Neidhart Fuchs’ gespeeld door de Wiener Concert-Verein, waar hem tevens een geldprijs werd toegekend voor zijn ‘Illyrische Ballade’. Eerder al had het Fitzer Kwartet werken van hem uitgevoerd en de wereldberoemde sopraan Lilli Lehmann had liederen van hem vertolkt; Jan Brandts Buys was plotseling een jonge componist met perspectief.
Er volgden twee jaren in de aanloop naar de première van Das Veilchenfest in de Komische Oper te Berlijn, 1909. Eerder had Mahler het afgewezen, naar verluidt vooral vanwege het gedateerde tekstboek. Wederom onder verwijzing naar dat tekstboek had het werk in Berlijn geen succes, al kent Ten Bokum het werk binnen zijn Wagneriaanse oriëntatie in muzikaal opzicht nadrukkelijk originaliteit toe: ‘Qua tekst is Jans opera met Pfitzners Rose vom Liebesgarten (1900) verwant, qua muziek meer met die van Braunfels. Diens Prinzessin Brambilla (1909) was echter nog niet voltooid en kan dus niet van invloed op Das Veilchenfest zijn geweest’. Het werk is nadien nooit meer gespeeld en het duet tussen Ivi (sopraan Barbara Schilstra) en de bedelares (Eske Tibben) is een van de meest bijzondere hercreaties die in dit unieke retrospect van Brandts Buys' operamuziek voorbij komen.
1912, Das Glockenspiel
'Trink, Kamerad' (Columban, Veit, Amor, Agnes)
In 1910 vertrok Brandts Buys naar Siffian in Zuid Tirol. Onder bekoring van de natuur componeerde hij daar in 1912 zijn tweede opera Das Glockenspiel, een komische eenakter die in 1913 te Dresden werd uitgevoerd. De Wagnerinvloeden waren verdwenen en het werk ademt de sfeer van een 19e eeuwse Spieloper op zijn Lortzings, maar dan doorgecomponeerd. De sterke Tiroler invloed blijkt onder meer uit de oorspronkelijke titel, Flitterwochen (wittebroodsweken). De volksliedachtige lyriek en het ontbreken van grote aria’s in een ariosoachtige recitatiefstijl waarin korte melodiebogen steeds in elkaar overlopen, kondigt Die Schneider von Schönau als het ware al aan. Ook de tekstdichter, Ignaz Michael Welleminsky (de latere tekstdichter van Zwei Herzen in Dreivierteltakt) is dezelfde. Das Glockenspiel legde het bij de première echter af tegen Wolf-Ferrari’s Der Liebhaber als Arzt, waarvoor het een curtain raiser was. Van Das Glockenspiel is later weinig meer vernomen, maar zijn verrichtingen resulteerden in dat jaar wel tot een contract met uitgever Josef Weinberger, hetgeen hem in staat stelde van zijn componeren te leven. Daarop keerde hij in 1914 naar Wenen terug. De sfeer van het werk komt volmaakt naar voren in het kwartet 'Trink, Kamerad', Jolien De Gendt, Eske Tibben, Denzil Delaere en Nemanja Milisevic.
1916, Die Schneider von Schönau
Akte 1 II, Steig auf, mein Lied (Florian)
Akte 2 VIII, Heute soll ich mich entscheiden (Veronika)
Akte 2 XII, Ich bringe euch die Uhr zurück (Christian)
Akte 2 XIII En sluipt de liefde om het huis (Veronika)
Akte 3 XIX, Ich sehe dort Veronika (Florian, Veronika)
Potpoutrri uit Die Schneider von Schönau
Brandts Buys grote doorbraak kwam op 1 april 1916 met de Dresdense wereldpremière van Die Schneider von Schönau. Moest Brandts Buys het bij Das Glockenspiel nog stellen met een B-cast, voor Die Schneider von Schönau zette Dresden zijn allerbeste krachten aan het werk. Minnie Nast, eerder creatrice van Sophie in Richard Strauss’ Der Rosenkavalier, was Veronika. De nog onbekende Elisabeth Rethberg viel op als Michele. De ingenieuze komische handeling en de toegankelijke, soms prachtige muziek bij het tekstboek van Bruno Hardt-Warden en Ignaz Michael Welleminsky, sloegen in als een bom. Het werk werd in de decennia daarna aan liefst zeventig theaters gegeven. In Nederland ging het op 2 oktober 1917 bij De Nederlandsche Opera in de Stadsschouwburg te Amsterdam als De kleermakers van Marken. De Nederlandse vertaling van Nardus Henri Wolf trok het werk volledig in een Nederlandse setting. De intendant hoopte met deze bewerking het nationale sentiment uit te kunnen buiten, mede met het oog op de geplande landelijke tournee van het werk. Jules Moes was Sebastiaan (Florian), Louis van Tulder zong Steketee (Siegele), Annie Ligthart was Veronika en Willem Harmans dirigeerde. Laatstgenoemde had in januari van dat jaar de première in Poznán al gedirigeerd. De kleermakers van Marken ging daarna op tournee langs zeven plaatsen, waarmee het een van de succesvolste Nederlandse operaproducties van dat jaar was. In deze Nederlandse vermomming werd het in 1952 nog voor de Nederlandse radio geproduceerd met John van Kesteren als Sebastiaan (Florian) en de latere IVC winnares Aukje Karsemeyer-De Jong als Veronika. Er bestaat een prachtige opname hieruit van Veronika’s maanlied ‘En sluipt de liefde in de buurt’. Aukje Karsemeyer-De Jongs vertolking is voorgedragen vanuit de tekst, met dromerige, lyrische toon en subtiel begeleid door het Radio Filharmonisch Orkest o.l.v. Paul van Kempen. Zo komen de sterke, poëtische kwaliteiten van dit werk vol naar voren, niet verwonderlijk wellicht, want Van Kempen had in 1917 al als concertmeester aan de Poolse opvoering in Poznan meegewerkt. Een recentere Duitstalige radio-opname uit Utrecht 1991 met Soile Isokoski als Veronika heeft zijn verdienste vooral in het gegeven dat Die Schneider von Schönau daarmee eindelijk ontsloten is, maar Brandts Buys wordt er ten onrechte naar het Umfeld van Korngold en Humperdinck toe gedirigeerd. Het volkse Spieloper-element dat voor deze opera essentiëel is, komt aldus niet uit de verf. Dat de zangers hun partijen soms hoorbaar van blad aflezen heeft een revival van Brandts Buys’ meesterwerkje daarna helaas in de weg gestaan. Voor een iets completer beeld van de muziek en een echo van Richard Taubers interpretatie van Sebastiaan, verwijs ik hier naar een idiomatische opname uit 1951 met een jonge Rudolf Schock en Lore Hofmann in ‘Ich sehe dort Veronika’.
Jan Brandts Buy: Die Schneider von Schönau ‘Ich sehe dort Veronika!’
Rudolf Schock (Florian), Lore Hofmann (Veronika Schwälble), Nordeutschen Rundfunks DDR & Rias-Berlin, 21 maart, 1951
Jan Brandts Buy: De kleermakers van Marken (Die Schneider von Schönau) ‘En sluipt de liefde in de buurt’
Aukje Karsemeyer-De Jong (Veronika), Radio Filharmonisch orkest o.l.v. Paul van Kempen, 1952
Jan Brandts Buy: Die Schneider von Schönau ‘Steig auf mein Lied' (Act I)
James Roden (Florian), Radio Filharmonisch orkest o.l.v. David Parry
Opmerkelijkerwijze had de luchtige komedie rondom drie kleermakers die elkaar een aantrekkelijke rijke weduwe betwisten waarna de toevallig passerende losbol Florian er met het wicht vandoor gaat, overal succes, behalve in Wenen. Ondanks een sterrenensemble met Lotte Lehmann als Veronika en de bas Richard Mayr als burgemeester Folz, nam men Brandts Buys in Wenen als verklaard traditionalist niet serieus, althans, niet in de hogere regionen van de klassieke muziek. Andersom liet Brandts Buys zich geringschattend over eigentijdse muziek uit. Zijn enige leerling, de progressieve Alois Haba, stuurde hij na enkele lessen weg. Brandts Buys bleef een levenlang fan van Beethoven, Brahms en Grieg, een beperking die eigenlijk tot halverwege de jaren dertig een rem zet op de ontwikkeling van alle Nederlandse componisten sinds Van Bree (pas na 1955 loopt de marge van het Nederlandse muziekleven in de pas met de internationale avant garde).
De uiteindelijke verdwijning van Die Schneider von Schönau van het repertoire lijkt mede een gevolg van de Duitse cultuurpolitiek onder het Nazi regime te zijn geweest. Een geplande opvoering aan Die Salzburger Festspiele werd in 1938 om die reden geannuleerd en opvoeringen van het werk werden verboden. Na de oorlog heeft het slechts incidenteel revivals gekend. In 1951 te Dresden met Rudolf Schock, waarvan hierboven een fragment is opgenomen. Dan volgde in 1952 een Nederlandse AVRO radiopname, in 1963 een opvoering te Würzburg en in 1991 een teleurstellende Utrechtse Matinee uitzending, waarin vrijwel niets van het karakter van dit sprankelende werk overbleef. Die Schneider von Schönau is namelijk niet alleen met enorme afstand de meest internationaal succesvolle opera van een Nederlandse componist, maar bevat ook enkele bladzijden die tot de mooiste uit de Nederlandse operaliteratuur mogen worden gerekend.
Daartoe behoort zeker Veronika's avondmijmering aan het einde van de tweede akte, 'En sluipt de liefde om het huis' (in de Nederlandse bewerking in 401Concerts 3 vertolkt door Jolien De Gendt en in 401Concerts 4 door Barbara Schilstra).
Op het operaconcert in de Hanzehof op 22 september 2018 worden liefst vier andere centrale fragmenten utigevoerd, te weten de grote aria van Florian 'Steig auf mein Lied', vertolkt door tenor Denzil Delaere. Dan het lyrische duet uit de derde akte tussen Florian en Veronika, 'Ich sehe dort Veronika', met Delaere en Jolien De Gendt. Veronika's grote aria uit de tweede akte 'Heute soll ich mich entscheiden' wordt vertolkt door Special Guest Johannette Zomer. De gitzwarte Servische bas Nemanja Milisevic zingt nog Christians aria 'Ich bringe euch die Uhr zurück' uit de tweede akte. Op het pianorecital dat zaterdagavond om 19.00 uur begint in Dat Bolwerck speelt Wolter Willemsen nog de grote potpourri uit Schneider von Schönau.
1917, Der Eroberer
Hans de Vries, bas-bariton in het operarecital op het Jan Brandts Buys Festival Zutphen 2018: 'Der Eroberer is met afstand de zwaarste partij die ik als bas-bariton ooit gezongen heb.'
Akte I, 'Gift! Gift in meinem Herzen' (Erika)
Akte 2 XII en XIII, 'Vater! Mutter! Alles verloren!' (Erika, Veroveraar)
Ten Bokum omschrijft Der Erober als ‘een ernstige nummeropera met komische gedeelten’. Het was een geval van bijna goed, maar toch misgeschoten, vooral met het libretto. De titel was namelijk courant aan het einde van de Eerste Wereldoorlog, maar in plaats van daar een inhoudelijk vervolg aan te geven beperkt het tekstboek zich tot een nietszeggend Biedermeiergegeven. Het sloeg op het operatoneel niet aan, maar bevat wel de meest progressieve muziek uit het oeuvre van Brandts Buys. Wat zich hier en in diens latere werken in toenemende mate wreekt, is zijn eigenzinnige behandeling van de tekst; hij zou zich later expliciet bekennen tot anti-dramatische libretti, omdat het publiek toch voornamelijk voor de muziek kwam. Volgens Ten Bokum kent Der Erober geen enkele nazingbare melodie, al stelt hij dat bij een goede uitvoering dramatische effecten ontstaan die indruk kunnen maken. Toch bleken Erika’s Akt I aria 'Gift in meinem Herzen' en naar het onstuimige duet in haar nacht met de Veroveraar sensationeel tijdens repetities met onze expressieve lyrisch-dramatische sopraan barbara Schilstra en bariton Hans de Vries. Ten Bokums beschrijving van het enorme instrumentarium van Elektra-achtige proporties maakt bovendien nieuwsgierig. Wat het verhaal betreft, dat ontspruit aan het gegeven rondom een anonieme veldheer die op het punt staat een stadje te veroveren. De geliefde van de locale apotheker denkt in de stoere veldheer een goed alternatief te zien voor haar weinig opwindende geliefde. Tot zover is alles nog conventioneel, maar de veroveraar blijkt verderop een bovennatuurlijk wezen die het midden houdt tussen Wotan en De vliegende Hollander. Dit leidt tot een serie magisch realistische scènes waarbij de veroveraar haar slaapkamer bezoekt in de nacht voor ze met de apotheker zal trouwen. Als ze wakker wordt hallucineert ze en danst weg met de nar Totenhans. Als de apotheker bovenkomt ziet hij dat het flesje met slaapmiddel dat hij haar gaf leeg is. Erika valt dood neer.
1918, Der Mann im Mond
Akte 3 Scene 14, 'Der Erde bist du nun genesen' (Zizipe, Prins, Sassafras)
In Der Mann im Mond presenteerde Brandts Buys het gegeven van Der Erober in omgekeerde vorm, als onderdeel van een komedie, het genre waar hij eerder succes mee had geboekt. Kennelijk overtuigd dat hij ondanks de mislukking van Der Erober op het goede spoor zat, handhaafde hij de magisch realistische sfeer in een sprookjesachtige komedie rondom de boosaardige prinses Zizipe die verliefd is op de maanman. Deze beantwoordt haar liefde en blijkt haar prins op het witte paard te zijn. Dat leidt in dit geval tot een happy end, want ze leefden nog lang en gelukkig. Zizipe is mede interessant omdat Brandts Buys haar als coloratuursopraan heeft neergezet. Dat is nieuw in zijn opera’s en kwam voort uit het gegeven dat hij zich voor het werk oriënteerde op de 18e en 19e eeuwse operatradities. Ten Bokum noemt het een echte sprookjesopera, eenvoudig, romantisch en kleurrijk, zowel in instrumentatie als enscenering. De première was andermaal voorzien voor Dresden, maar werd na besprekingen in oktober 1918 uitgesteld door het uitbreken van de revolutie in Duitsland. Uiteindelijk ging het werk er in première op 18 juni 1922, met Richard Tauber en Elisabeth Rethberg in de hoofdrollen. Brandts Buys kreeg gelijk aangaande zijn gevoel dat hij met de sfeer van Der Erober in een komische setting succesvol zou kunnen zijn. Der Mann im Mond werd goed ontvangen en verspreidde zich over diverse andere Duitse theaters. Met name de impressionistische maannachtstemming in Akte II werd geroemd als een van de hoogtepunten. Wij kozen echter voor de excuberante finale waarin Jolien De Gendt als de boosaardige coloratuursopraan Zizipe zich helemaal uitleeft op tenor Denzil Delaere en bas Nemanja Milisevic.
1919, Micarême
Gott sei gedankt (Junge Frau)
Es singt und rauscht die Nacht / Mein liebes Lied (meisjeskoor, Narr)
Säume nicht, verträume nicht (Junge Frau, Narr)
Micarême was niet geschreven voor de grote opera, maar meer voor het revue en operettepubliek, volgens Ten Bokum waarschijnlijk ingegeven door de economische rampspoed van die naoorlogse dagen. Het werk duurt ongeveer 40 minuten en is zoals gebruikelijk in dat genre geheel op de Weense wals gebaseerd, met daarbinnen een aanstekelijk Hongaars element. Waar Brandts Buys als componist conventioneel mag zijn geweest, toont hij zich in dramatisch opzicht steeds meer een revolutionair. In Micarême zitten de grootste vernieuwingen in het concept, want een doorgecomponeerde komische opera was ongebruikelijk. Nieuw voor Brandts Buys is het sterke accent op melodische expansie. Scenisch is dit werk vandaag de dag wellicht minder goed voorstelbaar, maar Micarême is onweerstaanbaar in ritme, melodie, cadans en sfeer. Het verhaal speelt in de nacht van vastenavond en Aswoensdag, de precieze grens van Karnaval en de daaropvolgende vastentijd. Dat moment stond vroeger bekend als Micarême.
Op 26 april 2015 werd naast deze wals ook het narrenlied en het duet tussen de als nar verklede Prins Karnaval en de Jonge Vrouw uitgevoerd op 401Concerts 1 in Hoog-Keppel met Jolien De Gendt als de Jonge Vrouw, Denzil Delaere als Nar en Pieter Dhoore begeleidt op piano.
In September/Oktober 2018 vonden opnames plaats van de complete Micarême met René Rakier (piano), De Gendt, Delaere, Hans de Vries als Alte Herr en het 401NederlandseOperas koor onder directie van Frits Muusse (op compact disc verschenen in mei 2018, in aanloop naar het Jan Brandts Buys Festival). Dit ensemble zingt het complete werk twee maal als Festival Opening op vrijdag 21 september (in Dat Bolwerkck, 19.00 uur en 20.00 uur). De hoogtepunten (het meisjeskoor met tenorariette, het slotduet en de wals van de Junge Frau) worden herhaald in het operaconcert in de Hanzehof. Daar treedt Jan ten Bokum zelf aan als begeleider van niemand minder dan special guest Johannette Zomer. Ten Bokum: 'Hoe mooi mijn collega's het ook deden in de eerdere concerten, ik ga die wals met Johannette véél sneller spelen, volgens mij is dat echt een up-tempo stuk!'
1927, Traumland
Akte 1, Ach Gott ich wagt’ (Schoolmeester, Droomgod)
Akte 2, Im Namen meines Volkes steh ́ ich hier (Burgemeester)
In 1920 verhuisde Brandts Buys naar Loznica bij Dubrovnik, een keuze die achteraf gezien niet erg verstandig was omdat hij daardoor veel te lang moest reizen om her en der aanwezig te zijn bij repetities van Die Schneider en nieuw te produceren opera’s. Zijn inspiratie stokte en pas in 1927 volgt een nieuwe opera, Traumland, een opera op een sprookjesthema. Met Traumland nam Brandts Buys ook afscheid van zijn vaste librettisten Warden en Welleminsky. Hij dacht zijn artistieke ideaal om de handeling zo onbetekenend mogelijk te maken en de muziek het verhaal te laten vertellen beter met een zelfgeschreven libretto te kunnen realiseren. Als we toch van de handeling spreken, dan gaat het over een leraar die in de proloog een jonkvrouw in de klas uitnodigt om de kinderen een verhaal over een boze sfinx te vertellen. Als ze een man was, zou ze die sfinx wel verslaan zegt ze. De schoolmeester wordt door haar betoverd maar is te verlegen met zijn bescheiden baantje om haar ten huwelijk te vragen. Hij valt in slaap en daarmee begint het centrale deel van de opera, waarin hij droomt hij dat hij een prins is die de sfinx verslaat en met zijn schoolklas de stad bevrijd, waarna hij met de mooie jonkvrouw trouwt. Als hij achter het harmonium in de schoolklas ontwaakt, vertelt hij haar zijn droom en vraagt haar zo ten huwelijk.
Hoewel Traumland weer aan de Dresden Oper zou gaan, had Brandts Buys grote moeite een uitgever voor het verhaal over een klas schoolkinderen en hun leraar te vinden. Pas nadat hij de oorspronkelijke titel Das Schulfest, oder das Traumland verkortte tot Traumland vond hij Weinberger tot uitgave bereid, op voorwaarde dat hij er een epiloog bij componeerde waarin het paar de droom nog dankt voor zijn hulp – dromen zijn niet altijd bedrog! Op 24 november 1927 ging het werk uiteindelijk in première, te Dresden. Het vrij unieke werk dat zich van een heel eigen melodisch idioom bedient tegenover de in dit genre bekende werken van Humperdinck, of die uit de Spieloper, bleek Brandts Buys’ grootste succes sinds Die Schneider von Schönau. Het werd in Dresden onder zware concurrentie van Kreneks Jonny Spielt Auf en door Richard Strauss zelf gedirigeerde opera’s vier keer herhaald en zou ook later nog regelmatig worden gegeven. Voor onze uitvoering van twee klinkende fragmenten op het Jan Brandts Buys Festival Zutphen treden aan tenor Denzil Delaere en bas Nemanja Mlisevic. Een explosieve combinatie die de luisteraars in deze muziek nog lang zal heugen.
1929, Hero und Leander
Akte 3, 'Hier liege du…' (Hero)
Akte 3, 'Ha, was ist das? Zurück!' (Finale Hero, Leander)
Als uitkomst van Brandts Buys' zoektocht naar een formelere benadering van het libretto heeft de componist vanuit verschillende invalshoeken de Spieloper en de 18e eeuwse operatraditie onderzocht en geïmplementeerd in een eigentijds milieu. Zijn keuze voor een klassiek Grieks drama in een bewerking van Grillparzers Hero und Leander sluit goed aan bij de 18e eeuwse opera seria. Ook daar was de muziek belangrijker dan het verhaaltje, dat feitelijk bestond uit en serie losjes in de tekst gebedde aria’s en duetten die steeds individuele emoties uitdrukken. Volgens Ten Bokum volgde Brandts Buys' keuze voor een klassiek thema logischerwijze uit zijn opera seria orientatie, want mythologische thema’s waren daarvan het onderwerp. Het werk heeft vijf akten en het Griekse element beperkt zich tot de aankleding, terwijl de scènes aan het woeste water bij de voet van de vuurtoren als romantische schilderijen zijn uitgebeeld. Grillparzers versie is bekend: Hero staat op het punt tot priesteres van Afrodite gewijd te worden als Leander haar ziet en verliefd op haar wordt. Hij bezoekt haar ‘s nachts in de vuurtoren waar zij moet waken. Na lang aandringen stemt ze toe in een intiem samenzijn bij de struiken voorbij de landtong. Leander gaat vooruit om de kust te verkennen. De priesters zien hem aan de voet van de vuurtoren en waarschuwen de hogepriester. Die vraagt de goden Leander te straffen. Deze struikelt daarop in de afdaling en verdrinkt in zee. Als Hero de andere ochtend ontdekt wat er is gebeurd wil ze sterven, om met Leander begraven te kunnen worden. Als de hogepriester dit weigert, stort zij zichzelf in zee. Zo niet vij Brandts Buys, want daar vindt ze Leander meer een dwaze zielepoot, die vergeeft steeds de Bosporus overzwemt. Ze heeft heelmaal niets met hem!
Brandts Buys gebruikt voor het eerst sinds Das Veilchenfest weer Wagneriaanse technieken, maar het gaat daarbij puur om motivische structuren en niet om diens Gesammtkunstwerk theorie, waarin Brandts Buys volstrekt niet geïnteresseerd is. De eerste drie aktes werken als afgesloten scènes met een cresendo ensemble finale, de tragische vierde en vijfde zijn doorgecomponeerd en lopen in elkaar over, al heeft niemand dit ooit kunnen horen. Het werk vond in de nasleep van de beurscrash op Wallstreet namelijk geen theater dat het aan durfde nemen. Er was sprake van een uitvoering in 1931 te München maar daar lijkt men het risico te groot te hebben gevonden om onder voornoemde omstandigheden een ernstig werk op te voeren van een componist die alleen succes in komisch aangelegde opera’s had gekend. De monoloog van Hero 'Hier liege du...' en het daaropvolgende duet met Leander 'Ha, was ist das? Zurück!' uit de derde akte zijn meeslepend en grandioos aangelegd. Voor de utivoering in het Jan Brandts Buys Festival Zutphen vonden we heldentenor Hendrik Vonk bereid de werkelijk loodzware tentopartij op zich te nemen. Barbara Schilstra balanceert hierin tussen heftige emotionele uitbarstingen en schemerzoete pianissimo's.
1932, Ulysses
I 'Jahre, Stunde, Monde, Tage' (Penelope)
III, 'Komm, besungener Ulysses' (Duet van de Sirenen)
VIII, 'Holde Penelope, hör ́ uns gnädig an' (Mannenkoor)
Zijn laatste opera Ulysses is, anders dan de titel doet vermoeden, geen heroïsch epos maar een komedie in zeven taferelen. Ten Bokum: 'Zijn schoonzus Wera Solander bewerkte enkele scenes uit Homerus origineel die ze onderordende in een aantal losse avonturenverhaaltjes met een komisch karakter. Daarmee stelde zij Jan in staat terug te grijpen op de succesvol gebleken speelopera-formule met losse scènes die als een prentenboek, als tableaux vivants, geënsceneerd konden worden. Met deze opzet kon hij tevens zijn operatheoretische opvatting dat de handeling geen doorlopend geheel hoefde zijn, handhaven. […] het resultaat is een opera met humor, grote ensembles, emotionele en dansante scenes. Kortom een opera met veel afwisseling die overigens qua sfeer en akkordiek dichtbij de Weense operette staat. Ze is hier en daar honingzoet.'
Brandts Buys voltooide Ulysses op 10 juni 1932, maar slaagde er niet meer in het werk bij leven uitgevoerd te krijgen. Hij overleed op 7 december 1933 te Salzburg. Pas in maart 1937 volgde een speciale radiouitvoering in het kader van onbekende opera’s, waarvan de opnamen helaas verloren zijn gegaan. Daarom moeten wij andermaal op Ten Bokum afgaan die hier schrijft dat de opera leeft bij de gratie van een serie bijzondere hoogtepunten, die afwisselen met academisme. In de studio nam Barbara Schilstra de aria uit de openingsscène met het weefgetouw 'Jahre, Stunde, Monde, Tage' voor ons op. Op het Jan Brandts Buys Festival vertolkt ze samen met mezzo-sopraan Eske Tibben het prachtige Sirenenduet. het Koninklijk Zutphens mannenkoor zingt daar uit scene VIII het vrijerskoor 'Holde Penelope, hör ́ uns gnädig an'.
Brandts Buys in retrospect
Het perspectief van de tijd maakt dat wij vandaag de dag anders kunnen kijken naar Brandts Buys dan zijn tijdgenoten dat konden. Dit niet in de laatste plaats door de prachtige biografie van Jan Ten Bokum, waarin het artistieke credo van de componist transparent voor het voetlicht treedt. Hier was een componist met de hoogst mogelijke (anti-)dramatische principes, die hij volgde uit overtuiging, soms tegen de verdrukking in. Tegelijkertijd beschouwde hij opera als amusement en het publiek moest in muzikaal opzicht dus gewoon een mooie avond hebben. Al zijn opera’s zijn consequent schakels in het onderzoek naar de optimale vorm van zijn ‘muziektheater avant le lettre’. Het weinige dat we van zijn opera’s kennen beperkt zich nu tot Die Schneider von Schönau en een paar stukjes Micarême. Dat is in het licht van de successen van Der Mann im Mond en Traumland natuurlijk bitter weinig. Hoewel (bij zijn leven) nooit opgevoerd, getuigen zijn laatste twee werken Hero und Leander en Ulysse bovenden van een nieuwe richting in zijn ontwikkeling, die nieuwsgierig maakt naar de muziek.
•
Jan Ten Bokum: Jan Brandts Buys 1868-1933 Componist. Een Nederlander in Oostenrijk (Walburg Pers, Zutphen, 2003)
Artistic director van het Jan Brandts Buys Festival Zutphen 2018, René Seghers: 'Ik raakte onder de betovering van Jan Brandts Buys componeren dankzij genoemde unieke privé-opname van “Gott sei gedankt … Madonna sag” uit Micarême. Zijn beroemdste werk daarentegen, Die Schneider von Schönau maakte niet direct iets bij mij los in de radio-opname uit 1991. Pas toen ik de vroegere, Nederlandse bewerking uit 1952 met Aukje Karsemeyer-De Jong hoorde raakte ik betoverd door de poëtische sfeer van Veronika’s maanlied en de zilverige instrumentatie zoals die uit het dirigaat van Paul van Kempen naar voren kwam. Toen wist ik nog niet dat deze dirigent aan opvoeringen met Brandts Buys te Poznán 1917 had meegewerkt en dus vertrouwd was met de stijl. Dat leerde ik pas uit Jan ten Bokums in 2003 verschenen Jan Brandts Buys biografie. Na het lezen daarvan besefte ik ook dat het weinig zin had nog heel veel aanvullend onderzoek te doen, omdat Ten Bokum dit werkelijk uitputtend heeft gedaan. Waar zelfs bij eclatante operacomponisten als Julius Röntgen in geschriften de opera’s vaak slechts als voetnoot in het voorbijgaan worden behandeld, gaat Ten Bokum bovendien diep op alle wel en niet opgevoerde opera’s van Brandts Buys in. Bovenstaande tekst is daarom niet een tekst met bronnen, maar een tekst ‘naar’ Ten Bokums’ Brandts Buys biografie, die ik een ieder die meer over deze componist wil weten hier van harte aanbeveel. Het is dit boekwerk dat mij inmiddels ook razend nieuwsgierig maakte naar die andere 8 opera’s van Brandts Buys. Daarom heb ik nu het plan heb opgevat bij volgende 401NederlandseOperas concerten ook muziek uit andere Brandts Buys opera’s te zullen uitvoeren, waaronder zich diverse wereldpremières zullen bevinden.
Download 401Concerts 1, 3 & 4 met Micarême en De Kleermakers van Marken
De opname van 401Concerts 3 bevat Veronika's 'En sluipt de liefde om het huis' uit Brandts Buys’ De kleermakers van Marken (Die Schneider von Schönau) vertolkt door met Jolien De Gendt, Denzil Delaere, Pieter Dhoore en Ann Vancoillie. Naast de fragmenten uit Jan Brandts Buys’ De kleermakers van Marken (Die Schneider von Schönau) ook aria’s en duetten uit Jan van Gilse's Helga von Stavern, Daniël de Lange's Lioba, Cornelis Doppers De blinde van Casteel Cuillé, Gerard von Brucken Focks Jozal, Julius Röntgens Agnete en De lachende Cavalier en Richard Hagemans Caponsacchi.
Op 401Concerts 4 vertolken Barbara Schilstra (s), Wolter Willemsen (p) en Anna Hiemstra (v) Veronika's 'En sluipt de liefde om het huis' uit Brandts Buys’ De kleermakers van Marken (Die Schneider von Schönau).
401Concerts 1 bracht een grote selectie uit Jan Brandts Buys’ Micarême met Jolien De Gendt (s), Denzil Delaere (t) en Pieter Dhoore (p). In dit concert ook aria’s en duetten uit opera's van Andries ten Cate, Johannes Bernardus van Bree, Carl Eckert, Baron Knigge (B. Polak-Daniëls), Jan Rijken, Emile von Brucken-Fock, Gustaaf Francies de Pauw, Ignace Lilien, Harry Mayer en de Vlaming Karel Miry.
In September/Oktober 2017 vonden opnames plaats van de complete Micarême met René Rakier (piano), Julia Bronkhorst (Junge Frau), Hendrik Vonk (Der Narr), Hans de Vries (Alte Herr) en het 401NederlandseOperas koor onder directie van Frits Muusse (op compact disc in de eerste helft van 2018, in aanloop naar het Jan Brandts Buys Festival).
< 401Concerts 18 Jan Brandts Buys Festival • Pianorecital | Jan Brandts Buys Festival • Micarême > |
---|