Martijn Padding
Martijn Padding (Amsterdam, 24 april, 1956) studeerde compositie bij Louis Andriessen aan het Koninklijk Conservatorium in Den Haag, piano bij Fania Chapiro en muziekwetenschap aan de Universiteit van Utrecht. Zijn oeuvre varieert van korte solostukken tot grootschalige symfonische werken en muziektheater. In zijn recente werk staan zijn kenmerkende hoekigheid en kernachtige harmonisch gestructureerde taal minder op de voorgrond. Hoewel Paddings stukken vaak een muzikaal technisch uitgangspunt hebben, is in toenemende mate een theatraal element in zijn werk aanwezig. In zijn esthetiek bestaat geen hiërarchie tussen bijvoorbeeld modernistische elementen, invloeden uit de popcultuur of historische klassieke uitgangspunten. Paddings composities worden met grote regelmaat in binnen- en buitenland uitgevoerd door belangrijke ensembles, solisten en orkesten. Zijn composities komen tot stand in nauwe samenwerking met een vaste groep van musici en ensembles zoals Gerard Bouwhuis, het Asko|Schönberg, MAE ensemble, NAP, LOOS en de Veenfabriek.
Padding by Padding
In het volgende essay geeft Padding zijn eigen muzikale credo weer:
'Vanaf mijn zeventiende nam ik les bij de prachtige pianiste Fania Chapiro. Ik studeerde daar stukken varierend van Bartók's Microcosmos waarin de linkerhand stond genoteerd in vier mollen en de rechter in 'sharps', of andersom. Ik had dat alleen niet door en leerde het stuk met alle noten verkeed. Overigens dacht ik dat het fantastisch klonk. Het heeft me later veel zweet en tranen gekost het alsnog goed te leren, zo gewend was ik aan die foute liggingen. Maar toen ik het eenmaal goed kreeg, begreep ik het ook en dat leidde tot iets neiuws.
Ik begon sindsdien noten in de muziek van anderen te vernaderen, maar dan expres. In het bijzonder bij hooggewaardeerde collega's uit het roemruchte verleden. Ik mocht ze graag 'verbeteren' of binnenste-buiten keren. Ik had daar geen moeite mee, want muziek is vrijheid, geen dwangbuis. Misbruik amken van je artistieke vrijheid is een plicht.
Daarom streef ik ook naar een onorthodoxe manier van componeren. Het hoeft neit allemaal eficiënt te zijn. Het leven is een generale repetitie voor een of andere voorstelling hierna. Doe waar je zin in hebt, systematisch of niet, lekker aan de piano klungelen, waarbij je let op de progressie van je accoorden. Double bar, next piece.
Jatten? Waarom niet? Jezelf herhalen. Prima hoor. Onze hersenen hebben een fantastische basiskaliteit: ze kunnen fouten maken. Toch kan ik mijzelf niet echt kopiëren, erens gaat dat fout, mijn pen zoekt dan een eigen weg en gaat toch een ander zijpad in. Dan kom ik weer ergens waar ik niet eerder ben geweest en moet ik nieuwe keuzes maken. Ik hoop dat dat zo blijft, want dat is het beste dat muziek kan verkomen.
Echte innovatie in kunst ontstaat volgens mij vooral bij toeval. Het manifesteert zich steels en onopgemerkt, pas later blijkt iets van beslissende invloed te zijn geweest. Fouten zijn daaom niet alleen menselijk, ze zijn ook noodzakelijk binnen de muziek. Absoluut essentiëel, onontbeerlijk!
Martijn Padding.'
Een oeuvre
In 2009 won Padding de Unesco prijs (International Rostrum of Composers) voor First Harmonium Concerto. Voor een uitvoering van de volledige reeks van Beethoven's negen symfonieën in het Holland Festival 2010 met Jos van Immerseel en Anima Eterna schreef Padding een nieuwe ouverture, Glimpse, met dezelfde bezetting als Beethovens Die Geschöpfe desPrometheus. In 2011 won Padding voor zijn cd Three Concerti de Edison Klassiek in de nieuwe categorie De Ontdekking. In maart 2012 ging Paddings compositie In Memoriam Hector Berlioz in première bij Het Gelders Orkest, waar hij een seizoen lang 'composer in residence' was. In het najaar beleven zijn kamermuziekstuk Things that fall apart, Gesprek (een duo-compositie met Louis Andriessen) en HOP hun premières. Vanaf 2012 werkt Padding aan zijn nieuwe opera Laika, die in juni 2014 in het Holland Festival in première gaat. Naast zijn werkzaamheden als componist is Padding hoofd van de compositieafdeling van het Koninklijk Conservatorium in Den Haag.
Padding en de opera
Hoewel Padding nog maar twee opera's componeerde, is zijn interesse in muziektheater evident, te beginnen met een muzikaal theatraal stuk als Oldenbarnevelt (1996) dat hij samen met Louis Andriessen en Paul Koek en Florentijn Boddendijk maakte. Het werd in 200-2002gevolgd door Paddings' eerste opera Tattooed Tongues. De opera gaat over de Zweedse religieuze mysticus en filosoof Emanuel Swedenborg uit de periode van het realisme, maar dan verplaatst naar de huidige tijd. Een recensent beschreef het als:
'Een muzikale taal die je bijna tot tranen toe raakt, iets wat je alleen bij Barok of Romantiek verwacht.' (Olga Komok, Tijdschrift Cultuur, 38, 2-8, oktober 2003.)
Tattooed Tongues bevat theater, techno, film en andere kunstvormen. Het libretto is van Friso Haverkamp. De opera werd voorts geadverteerd als 'de eerste succesvolle moderne muziekvoorstelling in Sint Petersburg in 2003'. Verdere muziektheatrale werken waren Superville (2005), Licht is de Machine (2008), en Machine Agricole (2010). Inmiddels is er een tweede volwaardige opera, Laika, in première gegaan op het Holland Festival 2014.
Laika
De opera Laika is het resultaat van een samenwerkingsverband van componist Padding, schrijver P.F. Thomése en kunstenaar Aernout Mik. Het was Pierre Audi, artistiek directeur van het Holland Festival en De Nederlandse Opera die Padding, Thomése en Mik voor deze productie samenbracht voor een uitvoering door het orkest AskoSchönberg ensemble. Het libretto vertelt het verhaal van talkshowhost Robbert die wordt opgejaagd door kijkcijferkoningin Trix Dominatrix en zich afvraagt wat ooit zijn dromen waren. Robbert zoekt via een zendapparaat contact met de kosmonaut Gagarin en ruimtehond Laika, die door het heelal zweven. Na nog een ontmoedigende sessie in de studio besluit hij zich bij hen te voegen. De crew zwaait hem uit, een koor bezingt zijn ontsnapping. De partituur bevat een 'kijkcijferaria' als knipoog naar de beroemde 'catalogusaria' met liefdesveroveringen in Mozarts Don Giovanni (een terugkerend thema in Nederlandse opera's sinds het in 1969 uitgnagspunt werd in Reconstructie van het componistencollectief Louis Andriessen, Reinbert de Leeuw, Jan van Vlijmen, Micha Mengelberg and Peter Schat. Een ander voorbeeld is de 'decompositie' van Mozarts Don Giovanni door Floris Bergeijk naar Donna Giovanna (2011, Opera Spanga).
Hoogtepunten uit Paddings' oeuvre
Ritorno (1988) for saxophone quartet
Blend (1992) for piano
Nicht Eilen Nicht Schleppen (1993) for soprano and ensemble
Nederland Muziekland (1994) for soprano and piano
Scharf Abreissen (1995) for large orchestra
Oldenbarnevelt (1996) opera, with Louis Andriessen, Paul Koek and Florentijn Boddendijk
Ein Haus mit einem Dach (1998) for ensemble and voice
Honk (2000) for small ensemble
TATTOOD TONGUES (2000-2002) opera
Mordants (2002) for violin and piano
Sketchbook (2003-4) for baritone, fortepiano and ensemble of period instruments
Unequal parts (2005-6) for piano and ensemble
Superville (2005) music theatre
2 scenes for orchestra (2007)
Three reflexions on previous thoughts (2007, 2009, 2011) for orchestra and voice
Eight Metal Strings (2007) mandoline concerto
First Harmonium Concerto (2008)
White Eagle (2009) violin concerto
Licht is de Machine (2008) for voices and ensemble, music theatre
Last Words (2010) for cello solo and ensemble
Machine Agricole (2010) for voices and ensemble, music theatre
LAIKA (2014) opera
< Martijn Padding – Laika | RICHARD HAGEMAN > |
---|