Jan Blockx - Liefdelied (Baldie)
Het succes van De bruid der zee moet Blockx gesterkt hebben in zijn streven de geplande trilogie te voltooien die De herbergprinses (de stad) en De bruid der zee (de zee) moesten vormen met Baldie (het platteland). Het derde deel ging echter pas in 1908 in première, toen de Italiaanse mode al definitief was opgeschoven in de richting van Puccini’s marsepeinverisme, terwijl de Duitse school drie jaar eerder op zijn kop was gezet door het grandioze decadentisme van Richard Strauss’ Salomé. De herbergprinses en De bruid der zee handhaafden zich als gevestigde publiekslievelingen op het Vlaamse speelplan, maar Baldie had geen succes meer. De kritiek fileerde het ‘platvloerse’ libretto van De Tière en ook de muziek moest het ontgelden. Toch geloofden componist en librettist zozeer in Baldie dat ze besloten het om te werken. De scherpe kantjes werden uit de tekst geslepen, het stuk kreeg een happy end en Blockx herschreef vrijwel de gehele partituur.
Op 6 januari 1912 ging de gereviseerde versie onder de titel Liefdelied in première. De kritiek was sterk verdeeld. Sommige recensenten vonden het een verbetering, anderen een verzwakking; het publiek toonde weinig belangstelling. De wereld had inmiddels natuurlijk ook D’Alberts Tiefland al, een werk dat in muzikaal opzicht opmerkelijk dicht bij De herbergprinses staat en dat, afgezien van de setting, als het ideale derde deel in de Blockx-trilogie klinkt.
< August De Boeck: La Route d'Émeraude (Francesca) (1921) | Jan Blockx - De Bruid der Zee > |
---|