Daniël de Lange: Lioba (1906)

  • LiobaFrederikVanEeden1889
  • DanielDeLangeSlide2
  • DanielDeLangeLiobaPartituur1
  • JosTijssen3
  • AnnaTijssenBremerkampZerlina
  • LiobaOrelio
  • Frederik van Eeden (1889), author of the Lioba text (1897).
  • Daniël de Lange, drawing from around the time that he composed Lioba (1906)
  • Daniël de Lange, frontpage of the Lioba score (1906)
  • Jos Tijssen, creator of Tancolf in LIOBA (1906), Rupert in Rontgens AGNETE (1914), Floris V in Richard Hols FLORIS V (1892) and Simon van Milligens Darthula (1902)
  • Anna Tijssen-Bremerkamp, creator of LIOBA (here as Zerlina)
  • Jos Orelio, creator of Hemming in Lioba

‘De openluchtvoorstellingen bewezen dat het werk, hoewel niet voor het toneel geschreven, toch bühnenfähig is. Maar bij dit toneelspel behoort muziek: met muziek heb ik ’t mij altijd gedacht, bekent Van Eeden, zonder muziek is het niet af. De muziek nu is een gevaarlijke heks, een verslindend dier voor de dramatiek – want machtiger dan Lessing, Goethe en Schiller is Richard Wagner – en door Wagner’s geest zijn leiders en publiek bedwongen. Aan hem in wien de musicus den dichter en de dramatiker verslonden heeft, wordt gehoorzaamd. [....] De musici kwamen ook op Lioba af. De Wagneriaan Viotta stelde voor, er een muziekdrama van te maken. Van Eeden weigerde met huivering. Daniël de Lange heeft eenige gedichten muzikaal opgegeten, maar het geheel was hem, gelukkig, te machtig. Hoboken kon zijn hartstochtelijkheid niet bedwingen; zijn muziek verbrak het evenwicht en overstemde de spelers. Landré eindelijk, die de openlucht-voorstellingen muzikaal illustreerde, heeft aan Van Eeden’s wenschen nagenoeg kunnen voldoen.’ (Algemeen Handelsblad over een voordracht van Van Eedens Lioba in Weimar, 20 december 1913)

‘Laat ik niet verzuimen te verklaren dat de instrumentatie van de elfenkoortjes mij gelukkig gevonden leek: vlugge steeds weerkeerende figuurtjes van fluiten en violen tegen langgerekte tonen van contrabassen en violoncellen; dat hier en daar een scherp, vol crescenderend effect is bereikt, als bij ‘toen kwam ’t machtigen daglicht, sterk’ – en dat in de lange bekentenis van Lioba mooi gekleurde, ook door de dictie even-aandoende (ik beweer niet: ontroerende) regelen voorkwamen: ‘Zacht in den wijglans dezer stonde’, en dan het ‘Ik wil mijn kind van U’, waarin de licht-tinteling was, de uiterlijke glans in de daar eigenaardige orkestratie.’ (S.Z., ‘Daniël de Lange’, Algemeen Handelsblad, 14 maart 1906.)

Daniël de Lange: Lioba (dramatische scenes)
Tekst: Frederik van Eeden

Publieke generale repetitie: 8 maart 1906 (donderdag, tickets à ƒ 0,50)
Wereldpremière: 9 maart 1906 (vrijdag), Den Haag, Gebouw voor Kunsten en Wetenschappen (tickets ƒ 3,50 tot ƒ 0,30) (Samen met: Drie Liederen: ‘Ik droomde van een koelen bloemen-nacht’ (Willem Kloos), ‘Mijn God is enkel gloed in donkerheid (Albert Verwey), ‘Entsagung’; Lied voor orkest en bariton: ‘De Roze’)
10 Maart 1906 (zaterdag), Rotterdam, Doelen, Leiden, Stads Gehoorzaal
12 Maart 1906 (maandag), Leiden, Stads Gehoorzaal
13 maart 1906 (dinsdag), Amsterdam, Stadsschouwburg
Anna Tijssen-Bremerkamp, sopraan (Lioba), Josef Tijssen, tenor (Tancolf), Jos Orelio, bariton (Hemming / solist in de liederen), Toonkunstkoor Leiden, Residentieorkest o.lv. Dianiël de Lange; Johan van der Veer (piano in de drie liederen)

29 mei 2006
401Concerts 3, Kröller-Müller Museum, Otterlo
Pieter Dhoore (piano), Ann Vancoillie (viool)
Downloadbaar via 401Concerts 3.
Tickets 401Concerts 3 te koop via ticketlink.

Korte inhoud

Tekst: René Seghers
Partners: Nederlands Muziek Instituut, Kröller-Müller Museum
Foto's: Archieven NMI, 401DutchDivas.nl, 401DutchOperas.com

Voorspel. Koor der elfen. De jonge Tancolf is een banneling van het hof van Koning Harald. In de duinen ontmoet hij zijn vriend, de hoveling Hemming. Koning Harald is overleden en het rijk zit  van de Ebro tot de Zwarte Zee en van IJsland tot Sicilië zit zonder vorst. Hemmings broer Horic zal hem opvolgen. Haralds vrouw, de jonge Lioba is niet alleen een symbool van onschuld maar ook de aanstaande van Horic. Hemming wil zich er van verzekeren dat er geen schuldige liefde tussen haar en Tancolf is. In hun grote dialoog bezweert Tancolf hem dat er niets tussen hen is. Al pratend naderen zij het kruisduin, de plaats waar men gebeden zegt. Lioba komt op. Hemming wil zich verwijderen, hij is een heiden en denkt een spook te zien. Tancolf overtuigt hem echter van het tegendeel, terwijl de muziek de tegenstelling tussen Christen en heidendom in krachtige accoorden schildert. Hemming laat zich overtuigen en gaat dan af, Tancolf waarschuwend, zijn eed gestand te doen. Het einde van het gedicht handelt over de ontmoeting tussen Tancolf en Lioba en schildert de tegenstelling tussen haar onschuld en Tancolfs vurige gevoelens, die hij echter bedwingt in het licht van haar puurheid.

Bespreking

Als part-time componist en een gevreesd recensent die de nodige vijanden had gemaakt, begaf Daniël de Lange zich met de toonzetting van Lioba op het gladde ijs tussen de droom en de realiteit van het operawezen. Vriend en vijand zullen vooral een uitbouw van zijn liedkunst op een conservatieve symfonische basis onder het derde tafereel uit Van Eedens tekst hebben verwacht. Dat was echter precies wat De Lange wilde vermijden, getuige A. Rappards inleiding tot het werk in het tekstboek. In lijn met voorgangers als Moessorgsksi (Zjenitba), Mascagni (Guglielmo Ratcliff) en vooruitlopend op componisten als Pfitzner en de volwassen Hindemith , wilde De Lange de beroemde tekst van muzikale accenten voorzien zoals dit vandaag de dag met filmmuziek gebeurt. Van Eedens tekst had van zichzelf namelijk zoveel zeggingskracht dat ze naar zijn mening geen melodietjes nodig had. Zij kon gewoon op toon worden gedeclameerd boven een orkest dat de tekst verlevendigde. Toen Rappard vervolgens in het voorwoord schreef dat De Lange’s compositie het langverwachte beginpunt van een ware Nederlandse muziekstijl was, ‘een gedicht in tonen waarbij de band inniger, nauwer en veel subtieler was dan zelfs bij Wagner’, werden onder De Lange’s collega critici de messen geslepen. S.Z. van het Algemeen Handelsblad stak de draak met Rappards voorwoord en noemde het werk een jammerlijke mislukking vol gemeenplaatsen en dorre declamatie op Wagneriaanse basbegeleiding. De Lange gaf blijk van een opmerkelijk vermogen om iedere waarachtige aanzet tot geïnspireerde muziek subiet de kop in te drukken en volgens S.Z. moest de hemel ons vooral bewaren voor een componistenschool op deze leest. Otto Knaap van De Telegraaf noemde de componist ‘van talent verstoken’. Fredrik van Eeden na de Amsterdamse uitvoering: ‘Mijn werk is vermoord en is er zelfs antipathiek er door geworden.’
          De litanie jegens Lioba, soms openlijk ingegeven door een aversie tegen De Lange als componerende collega-recensent, kende slechts een uitzondering in de kritiek van de Franse componist Charles Tournemire (een goede bekende van De Lange) voor Het Nieuws van de Dag. Tournemire roemde de samenhang tussen de leidmotieven voor Lioba’s reine liefde, Tancolfs hartstocht, Lioba’s bekentenis en het openingskoor der elfen. In zijn oren had de declamatie van de bas met het accompagnato van de contrabassen juist een machtige uitwerking en de 4/8 maat van Lioba’s zang was meeslepend: ‘Al die dalende none-accoorden hebben een hoogst ontroerende uitwerking. Als Lioba zingt, ‘O noem geen droom, wat een vederlicht ontwaken…’ op e g# b d f# (de toonladder) weet men niet wat men meer bewonderen moet: de techniek of de ontroerende kracht.’ Rondom ‘Ik deed een bedetocht’ trof hij een grootse passage, ‘waar de hele natuurlijke toonladder zich als een ontzaglijke stroom van welluidendheid over het orkest uitstort: iets stouters en schooners dan die passage ken ik niet.’ Ook de orkestintroductie behoorde tot zijn persoonlijke hoogtepunten. De vertaler van het artikel repte voorts van enorm enthousiasme bij het publiek met tal van open doekjes en een bloemenzee aan het einde (dat was ook in Rotterdam en Amsterdam het geval). Wat de uitvoering betrof was er lof voor mevrouw Tijssen die de lastig hoge sopraanpartij (sommigen omschreven deze als moordend) uitmuntend vertolkte, gevolgd door de eveneens uitstekende heren Tijssen en Orelio en het koor en orkest onder de componist. Het Godsdienstig-Staatkundig Dagblad vond mevrouw Tijssen overigens juist dun-beverig, haar man geknepen, het 8-koppige Leidse dameskoor ‘kennelijk verlegen gezien hun bescheiden volume’ en Orelio kreeg (in Amsterdam) pardon omdat hij verkouden was.
          Voor 1906 mag het dramatische declamatorium Lioba wel dor en droog zijn geweest, maar wie ziet hoe er vandaag gekeken wordt naar Satie’s Geneviève de Brabant (1900) of Honegger’s Jeanne d'Arc au Bûcher (1938) zou De Lange’s experiment met het accent op Van Eedens tekst weleens heel anders kunnen beleven dan toen. In ieder geval was Lioba een opmerkelijke poging om iets te scheppen dat de opera conventies oversteeg. De orkestinstroductie die op 401Concerts 3 in het Kröller–Müller Museum op 29 mei 2016 werd gespeeld moet het beginpunt vormen van een verdere ontsluiting van dit intrigerende werk. Bij een volgende gelegenheid zullen wij ook sleutelpassages uit de lange samenspraak met Tancolf alsmede Lioba’s slotmonoloog uitvoeren, maar een uniek werk als Lioba zou ooit eens in een goede opname met orkest moeten worden vastgelegd; pas dan kan iedereen zich een mening vormen zonder daarbij gehinderd te worden door de ballast van De Lange's tijd.

Download 401Concerts 3 met Lioba

401COnc3Logo150De opname van ons 401Nederlandse Operas concert is downloadbaar via 401Concerts 3, met daarin naast Daniël de LangeLioba ook aria’s en duetten uit Willem Landré's De roos van Dekama, Cornelis Doppers De blinde van Casteel Cuillé, Gerard von Brucken Focks Jozal, Julius Röntgens Agnete en De lachende Cavalier, Jan van Gilse's Helga von Stavern, Jan Brandts Buys’ De kleermakers van Marken (Die Schneider von Schönau) en Richard Hagemans Caponsacchi.

Tickets voor 401Concerts 3 in het Kröller-Müller Museum

Via de website van het Kröller-Müller zijn kaarten voor het concert op 29 mei 2016 te koop via www.krollermuller.nl/401nederlandseoperas. Het concert is onderdeel van een bijzondere presentatie. De prijs van euro 85 is inclusief alle hapjes en drankjes en meet & greet met de musici. U steunt hiermee dit project dat vanwege het unieke karakter van de eenmalige uitvoeringen, bedoeld om dit vergeten muzikale erfgoed vast te leggen op beeld en geluid, veel kostbaarder is dan concerten die eindeloos kunnen worden herhaald